N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Sponsor De Duitse bestsellerjournalist Hubert Seipel ontving de afgelopen jaren 600.000 euro van geldschieters met banden met het Russische regime. In een reactie ontkent hij een „soort agent van Poetin” te zijn.
„De enige westerse journalist met directe, persoonlijke toegang” tot de Russische president Vladimir Poetin. Zo wordt de Duitse bestsellerauteur Hubert Seipel aangeprezen op zijn jongste boek, Putins Macht. Warum Europa Russland braucht (te vertalen als: Poetins macht. Waarom Europa Rusland nodig heeft). Het werd in 2021 in Duitsland uitgegeven.
Nu blijkt dat Seipel (1950) 600.000 euro voor dit boek betaald zou krijgen van aan het Kremlin gerelateerde geldschieters. Dat is ontdekt door journalisten van het Duitse weekblad Der Spiegel, tv-zender ZDF en het journalistieke onderzoeksbureau Paper Trail Media. De deal blijkt uit documenten uit Cyprus Confidential, een internationaal onderzoek naar gelekte documenten uit Cyprus van journalistenconsortium ICIJ en Paper Trail Media.
De journalisten stuitten op een „sponsorovereenkomst” met een brievenbusbedrijf dat is gelinkt aan de Russische oligarch Aleksej Mordasjov. Die staat op de Europese sanctielijst vanwege nauwe banden met Poetin. Op een van de sponsordocumenten is met de hand geschreven dat de overeenkomst bestemd is „voor het schrijven van een boek over het politieke klimaat in de Russische Federatie” dat in 2019 zou moeten uitkomen. Hoogstwaarschijnlijk gaat het om Putins Macht.
Biografie
Op datzelfde document staat een handgeschreven verwijzing naar een overeenkomst uit 2013 voor een „biografie over Poetin”. Twee jaar later, in 2015, publiceerde Seipel een boek over Poetin, dat in Nederland door de conservatieve uitgeverij De Blauwe Tijger is uitgegeven onder de titel Poetin: de binnenkant van de macht. Het boek is ook te koop in de webwinkel van NRC.
Seipel bevestigt de sponsorovereenkomst, maar ontkent „een soort agent van Poetin” te zijn. „Mordasjov is een ondernemer die projecten sponsort met privaat geld”, zegt Seipel. Mordasjov is „zeker niet van de Russische veiligheidsdiensten of het staatsapparaat”.
Op de vraag of Seipel de betalingen heeft gemeld bij zijn uitgevers, antwoordt hij dat hem nooit is gevraagd of hij „werkt namens buitenlandse machten”. Zijn Duitse uitgever zegt niet te hebben geweten van de betalingen.
Putin-versteher
Seipel, die in de jaren tachtig als buitenlandverslaggever schreef voor de tijdschriften Der Spiegel en Stern, werkt sinds de jaren negentig voornamelijk voor tv. Hij maakte tientallen documentaires, waaronder Ich, Putin. Daarin speelt de journalist biljart met de president. In 2014 hield hij een tv-interview met Poetin dat de Duitse publieke zender ARD uitzond. Dat interview was zo weinig kritisch dat Seipel de bijnaam Putinversteher kreeg. Seipel ontving verschillende tv-prijzen, onder meer voor een documentaire over Afghanistan en het eerste tv-interview met klokkenluider Edward Snowden.
De betalingen aan Seipel staan vermeld op documenten van De Vere Worldwide Corp, een bedrijf op de Britse Maagdeneilanden van Igor Voskresenski. Voskresenski was ook directeur van een bedrijf dat in handen is van oligarch Mordasjov. In 2018 ontving De Vere 205.000 euro van een bedrijf van Mordasjov. Anderhalve week later moest De Vere 200.000 euro overboeken aan Seipel. Een jaar later gebeurde hetzelfde: toen ontving De Vere 405.000 euro van een bedrijf van Mordasjov, waarna vier ton moest worden overgemaakt aan de Duitse journalist.
Seipel kreeg, zo staat in de sponsordocumenten, „redelijke logistieke en organisatorische ondersteuning tijdens zijn onderzoek in Rusland”.
De kleinzoon van een vriend van mij had achter op de fatbike van zijn opa een bordje geschroefd met de tekst: Opzij, op weg naar de IC! Mijn vriend vertelde mij dit in het ziekenhuis waar hij op een speciaal bejaardenfietserszaaltje ligt. Op dat zaaltje kreunen de gebroken sleutelbeenderen, gescheurde hersenpannen en gekneusde ribben dag en nacht dat het absoluut niet hun schuld was.
Vorige week is daar een bejaarde wielrenner overleden aan inwendige bloedingen. Een dag later bood zijn zoon de fatbike van zijn vader te koop aan. Prachtig op te voeren exemplaar met maar vier kilometer op de teller. Het was papa’s eerste ritje geweest.
Ik stelde de oudjes voor om niet alleen een minimumleeftijd voor het berijden van die Gooise puberfietsen in te stellen, maar ook een maximumleeftijd. En niet alleen omdat ouderen minder adequaat reageren en niet meer zo wendbaar zijn, maar ook omdat het fietsende oudje er nogal treurig uitziet. Het is voor de familie en de buurt niet prettig om opa wiebelig te zien vertrekken. En helemaal niet als ze weten dat hij in bepaalde wijken vierkant wordt uitgejouwd in klinkklare straattaal.
Een van de patiënten, die door een dubbele kaakbreuk niet kon praten, schreef op de achterkant van een beterschapskaart de vraag: wat moet volgens jou de maximumleeftijd dan zijn?
45! Dat was mijn korte en bondige antwoord. Na die leeftijd wordt het treurig. Ik zeg dit uit zelfbescherming. Omdat het er na je 45ste op zo’n fiets gewoon niet meer uitziet. Vijftigers en zestigers moeten wandelen met een droef rugzakje, een beetje seksloze partner in een niet al te uitbundig windjack en op praktische schoenen van de Bever. Maar niet meer op twee dikke banden door een of andere binnenstadjungle ploeteren. Dat is zielig. Althans zo oogt het.
De volgende dag belde de vrouw van mijn vriend of ik niet meer langs wilde gaan. Mijn vriend vond het wel gezellig, maar de anderen stelden mijn aanwezigheid absoluut niet op prijs.
Dit weekend heb ik een feest bij een vriend, die drie vrouwen geleden aan zijn toenmalige scharrel een Porsche schonk. Die kreeg ze in de tuin met een grote strik eromheen en vooral alle vrouwen gingen toen hard gillen en juichen. Dat zouden ze nu niet meer kunnen omdat dan hun lippen scheuren en er een botoxlek naast de rimpelloze onderkin kan ontstaan.
Mijn plan is om nu ook zo’n grote doos met een strik in zijn tuin te laten afleveren. Daarna zal ik kort en liefdevol speechen en hem vertellen dat het moeilijk was om iets te vinden dat hij nog niet heeft. Dat soort teksten vindt hij heerlijk. Daarna mogen hij en de gasten raden wat er in dat pak zit. Misschien doe ik wel een quizje met de verveelde chardonnay-boomers.
Uiteindelijk mag hij het openmaken en zal hij zien wat het is: de Zwitserse zelfmoordcapsule, die afgelopen week een Amerikaanse mevrouw met één druk op de knop naar het hiernamaals geholpen heeft. Door een overdosis stikstof. Ze had natuurlijk ook gewoon in een Barneveldse kippenstal kunnen gaan staan. Of tussen 20.000 varkens in De Peel.
Ik vrees dat mijn vriend wel de humor van mijn dure grapje inziet, maar dat een deel van de beschaafde gasten verbolgen zal zijn. Dat is ook de bedoeling. Waarom ik dit smakeloze ding cadeau geef? Dat leg ik graag duidelijk uit: omdat ik de kreunende bejaardenberg best begrijp, maar dat ik een beetje moe ben van de zeurende en zeverende euthanasiediscussie van deze montere zeventigers.
Je hebt de stichting Laatste Wil, ouderenvereniging Het euthanatuitje, het Pil van Drion-genootschap plus allerhande deskundige psychiaters met handige zelfmoordadviezen. Ik merk dat ik het beu ben. Uitgeluld over de dood. Leven moeten we. En wel zo lang mogelijk. En niet je laatste jaren bezig zijn met het opmaken van je sterfbed.
Hoe je dan een beetje prettig doodgaat? Koop een tweedehands Chinese fatbike. Ik ken er een met maar vier kilometer op de teller.
Mijn vaders telefoon gaat. Dat is an sich niet vreemd. Wat wel vreemd is, is dat ik juist net zijn abonnement heb geprobeerd op te zeggen door te klikken op ‘ziekte/overlijden’. De beller is de telefoonprovider: „Mag ik de geboortedatum?” Ik geef de geboortedatum van mijn vader. „U wilt dit abonnement opzeggen?” „Ja”, zeg ik. „Wegens overlijden?” „Ja”, zeg ik. „Belt u namens uzelf?”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Gaat een Italiaanse bankier de Duitsers voordoen hoe je dat aanpakt, werken aan een echt Europese financiële markt? Eerder deze maand waarschuwde Mario Draghi nog dat Europa niet zonder een groter financieel netwerk kan als het internationaal wil blijven meetellen, maar vermeende nationale belangen stonden dat vaak in de weg.
Deze maand heeft Andrea Orcel, baas van de Italiaanse bank UniCredit, zich met een slim spel financieel stratego naar binnen gewurmd bij de Duitse Commerzbank, een van de grootste banken van het land, met een sterke relatie tot het Duitse midden- en kleinbedrijf. UniCredit kocht begin deze maand 9 procent van de aandelen in de bank, waarvan 4,5 procent van de Duitse overheid. Deze week kocht UniCredit opties op nog eens 11,5 procent van de aandelen, onder voorwaarde dat de bank toestemming krijgt van de Europese Centrale Bank. Als die toestemming er komt, is UniCredit met 21 procent de grootste aandeelhouder in Commerzbank.
De Duitse politiek is nu in rep en roer. Premier Scholz sprak begin deze week over „een vijandige aanval”. Vakbonden vrezen ontslagen. Wij zullen hier niet aan meewerken, zeggen Duitse politici in alle toonaarden, bang dat UniCredit de dienst gaat uitmaken bij Commerzbank.
„Het is duidelijk dat ze in Duitsland niet staan te springen om te tekenen voor een plan dat de grootste bank van het land zou creëren, maar die in handen zou geven van Spaghettifresser”, zegt Andrea Resti, docent finance aan de Bocconi-universiteit in Milaan.
Volgens Resti is Orcel eigenlijk een visionair, een opvatting die je ook in Brusselse denktanks kunt horen. Na alle verbale pleidooien hiervoor zet de ceo van UniCredit nu een concrete stap naar een Europees bankenstelsel dat kan concurreren met dat van de Verenigde Staten en Aziatische landen. De ECB pleit hier al jaren voor, en het staat ook hoog op Draghi’s lijst van recepten om te voorkomen dat Europa een langzame dood sterft.
„Ruim een kwart eeuw geleden is er een groot proces van banksanering geweest binnen de nationale grenzen”, zegt Resti in een telefoongesprek. „Maar daarna is er grensoverschrijdend veel te weinig gebeurd.” De aarzelende stappen van een aantal banken (waaronder ook UniCredit) die buiten hun nationale grenzen actief werden, stopten door de financiële crisis van 2007-2008.
„Dit is de eerste serieuze poging sinds de financiële crisis om te komen tot de broodnodige verdere financiële integratie”, zegt Nicolas Véron, een onderzoeker naar financiële systemen, die pendelt tussen denktanks in Brussel (Brueghel) en Washington (Peterson). „De Europese markt voor financiële diensten is werk in uitvoering, maar fusies zoals tussen UniCredit en Commerzbank kunnen ertoe bijdragen dat die wordt gerealiseerd.”
Hij wijst erop dat beleggers positief reageren. Zowel de koers van Commerzbank (plus 21 procent) als die van UniCredit (plus 4,8 procent) is gestegen sinds het nieuws bekend werd – en dat laatste kan je volgens hem interpreteren als een applausje van de financiële wereld. Tekenend daarvoor is ook dat in Duitse financiële kringen minder kritiek klinkt dat in de politiek. De zakenkrant Handelsblatt schreef in een welwillend commentaar: „Wie de vaak aangeroepen Europese kapitaalmarktunie wil, moet ook zulke stappen zetten. We hebben Europese kampioenen nodig, geen nationale.”
De Italianen geven de Duitsers een lesje vrije markt, zegt Karel Lannoo, baas van het Centre for European Policy Studies (CEPS) in Brussel. Hij geeft telefonisch twee redenen waarom het zo belangrijk is een speelveld te hebben op Europees en niet-nationaal niveau. Ten eerste betalen de meeste Europese consumenten te veel voor bankdiensten door een gebrek aan internationale concurrentie. Ten tweede vraagt de benodigde modernisering van de economie van Europa (zie Draghi’s aanbevelingen) om een kapitaalmarkt op Europees niveau – alleen als die er is, zijn de enorme langetermijninvesteringen die nodig zijn te financieren.
Cristiano Ronaldo van de bankiers
Nu probeert dus een Italiaanse bankier na vijftien jaar van vrijwel stilstand een stap te zetten naar die bancaire schaalvergroting. Ruim een jaar geleden waarschuwde Orcel al in een publiek interview met de Romeinse krant Il Messaggero: „Europa loopt in de internationale context een paar passen achter omdat het niet verenigd is.”
Vorig jaar riep het Britse financiële tijdschrift Euromoney Orcel uit tot bankier van het jaar. De Neue Zürcher Zeitungnoemt hem „de succesvolste bankier van Europa”. Hij heeft een reeks vleiende en minder vleiende bijnamen en is, hoewel geboren in Rome, gezien zijn carrière eerder een Europese dan een Italiaanse bankier. „Zijn strategie om beleggers ruim te belonen heeft zijn positie versterkt”, zegt professor Resti. En Lannoo, van denktank CEPS: „Hij is intelligent, heeft bewezen dat hij een bank sterker kan maken.”
Orcel, nu 61, heeft na zijn studie aan de prestigieuze managementschool INSEAD in het Franse Fontainebleau bij verschillende internationale zakenbanken gewerkt en daar naam gemaakt als een uiterst succesvolle dealmaker. Hij staat onder meer bekend als ‘de slager van ABN Amro’, omdat hij in 2007 de architect was van de opsplitsing van de bank.
Zijn reputatie als dealmaker stelde Orcel in staat een paar financiële klappers te maken waaraan hij de bijnaam „de Cristiano Ronaldo van de bankiers” te danken heeft. In 2012 kocht de in nood verkerende Zwitserse topbank UBS hem weg bij Merrill Lynch met een tekenbonus van 25 miljoen frank (nu ongeveer 26 miljoen euro) om orde op zaken te stellen.
Orcel werd mede-bestuursvoorzitter. Hij voerde een keiharde sanering door en kreeg een andere bijnaam: de bankier van staal. Uit zijn zes jaar bij UBS dateren ook de klachten dat hij zijn medewerkers vaak onheus behandelt en wel heel zwaar onder druk zet. Bijvoorbeeld met telefoontjes en mails op de meest onredelijke tijden waarop dan stante pede actie moet worden ondernomen. Een bullebak, is het beeld dat sommige medewerkers schetsten. Maar met de cijfers ging het goed.
Orcel zat op koers om de baas van UBS te worden, maar de Spaanse bank Santander wilde hem ook. Om hem los te weken van UBS beloofde Santander de bonussen over te nemen die Orcel daar nog te goed had. Maar nadat Orcel al had opgezegd in Zwitserland, bleek dat het totale bedrag om Orcel binnen te halen door die UBS-bonussen neer zou komen op wel 50 miljoen euro. Dat vond Santander te veel. Orcel, zonder baan, maakte er een rechtszaak van, waarin hij ook reputatieschade claimde. Hij liet in het proces zijn tanden zien: „Ik ben geen mens die dingen laat rusten” , zei hij. In 2021 kende een Spaanse rechtbank hem een schadevergoeding van in totaal 61 miljoen euro toe.
Met die reputatieschade viel het uiteindelijk wel mee: Orcel kon snel weer als bankier aan de slag in 2021, toen hij ceo werd van UniCredit. Detail: die bank is in 1998 ontstaan door een fusie van Credito Italiano en UniCredito die mede werd begeleid door… Andrea Orcel van (toen) Merrill Lynch. Hij kwam in zekere zin dus in een gespreid bedje terecht.
Orcel wist de aandeelhouders van UniCredit tevreden te maken. Zijn voorganger had al veel gesaneerd. Orcel herstructureerde verder en bracht de kosten omlaag, onder andere door meer dan 10 procent van het personeel te ontslaan. De beurswaarde is sinds 2001 bijna verviervoudigd. Hiermee deed hij een andere bijnaam eer aan, die van de rainmaker, de succesvolle zakenman die zorgt voor winst en groei. Door de goede financiële resultaten kon hij een ‘oorlogskas’ opbouwen van miljarden euro voor overnames.
Zwakke banken in Duitsland
Maar een echte bankoorlog, een frontale botsing met het Duitse establishment, wil hij niet, zegt Orcel. Hij wil wel graag uitleggen dat er in zijn ogen bij Commerzbank veel verbeterd kan worden. Hij benadrukt daarbij dat UniCredit de Duitse markt goed kent: de Italiaanse bank werd in 2005 eigenaar van de HypoVereinsbank (HVB), en daar gaat het goed mee.
„In het algemeen schitteren Duitse banken niet door efficiëntie”, zegt Bocconi-docent Resti. „In tegenstelling tot veel andere landen hebben de Duitsers hun banken nooit aangepakt na de crisis van 2007-2009.” Duitsland heeft de meest gefragmenteerde bankensector van Europa. De noodzaak om te saneren was er wel, de dwang niet, stelt Resti.
Zuid-Europese landen kregen na de kredietcrisis te maken met een staatsschuldencrisis, waardoor hun banken ook in het nauw kwamen en er een binnenlandse sanering op gang kwam. Omdat de Duitse overheidsfinanciën goed bleven, gold dat voor de Duitse bankensector niet. Waar Orcel wil uitkomen, is nog onduidelijk. Een leidende rol bij Commerzbank als aandeelhouder met bijna 30 procent? Een passieve aandeelhouder die denkt een goede investeringen te hebben gedaan? Een fusie tussen UniCredit en Commerzbank, of een samengaan van Commerzbank en HVB onder de paraplu van UniCredit? Wat er gebeurt zal ook afhangen van andere beleggers in Commerzbank. De Duitse overheid heeft al gezegd dat zij voorlopig de 12 procent die nog in handen is van de staat, niet zal verkopen. Andere institutionele beleggers houden de kaarten nog tegen de borst.
Waar de actie van Orcel ook in uitmondt, het is in ieder geval een signaal. „Eigenlijk is het een lesje van een bankier aan politici” die nationale banken willen beschermen, zegt Lannoo van het CEPS. „Als je klein blijft denken, komen we nooit tot marktintegratie.” En zijn collega Véron: „Als de transactie doorgaat, is het een aanzienlijke mogelijkheid om te laten zien dat zo’n grensoverschrijdende operatie mogelijk is en ook wenselijk kan zijn. Het is belangrijk dat de perceptie verandert. We hebben zoiets de afgelopen vijftien jaar niet gezien. Het kan een stimulans zijn voor de verdere integratie van de financiële diensten in Europa.”