N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Provinciale Statenverkiezingen De BoerBurgerBeweging (BBB) trekt niet alleen kiezers weg bij flankpartijen, maar breekt ook succesvol in bij het centrumrechtse blok van VVD en CDA.
Ja, de BoerBurgerBeweging trok woensdag relatief meer kiezers in niet-stedelijk gebied en in provincies buiten de Randstad. Maar de grote overwinning van BBB alleen verklaren uit de bijna clichématige ‘kloof tussen Randstad en platteland’ is „een grove versimpeling”, zegt Sjoerd van Heck van peilbureau Ipsos. Uit het traditionele kiezersonderzoek dat Ipsos in opdracht van de NOS op verkiezingsdag liet uitvoeren, blijkt dat de echte kloof tussen BBB-kiezers en die van veel andere partijen op twee andere kenmerken zit: leeftijd en opleidingsniveau. De BBB-kiezer is relatief oud en gemiddeld lager opgeleid.
De opkomst woensdag bij de Provinciale Statenverkiezingen was met ruim 57 procent vergelijkbaar met 2019. Binnen de groep kiezers die kwam stemmen, waren dezelfde patronen zichtbaar als bij vrijwel iedere andere verkiezing: meer ouderen dan jongeren, hoger opgeleiden kwamen beter op dan lageropgeleide mensen (66 versus 46 procent). Het BBB-electoraat bestaat voor bijna 70 procent uit 50-plussers, terwijl de partij maar 3 procent scoort bij jongeren van 18 tot 24 jaar, het slechtst van alle partijen. „BBB profiteert ervan dat ouderen relatief vaker gaan stemmen”, zegt Van Heck. „De partij heeft een extreem vergrijsde achterban, vergelijkbaar met die van het CDA, 50Plus en de SP.”
BBB heeft ook een oververtegenwoordiging onder laag- en middelbaar opgeleide Nederlanders. Zo trekken alleen 50Plus en de PVV meer laagopgeleide kiezers dan BBB en scoort de partij met 26 procent een veel lager percentage hoogopgeleiden dan partijen als de VVD (53 procent) en vooral GroenLinks en D66 (allebei 73 procent). Zo bezien is de grote overwinning van BBB extra knap, omdat juist hoogopgeleide kiezers trouw komen stemmen. „BBB heeft, zeker in het noorden en oosten van het land, een mobiliserend effect op de opkomst gehad. Maar hun overwinning had nóg groter kunnen zijn als meer laagopgeleiden waren komen stemmen”, aldus Van Heck.
In vergelijking met de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 trekt BBB kiezers van een brede groep partijen. Voor een deel komen zij van andere protestpartijen op de rechterflank, met name de PVV. De opiniepeilingen zagen het slechte resultaat van de partij van Wilders niet aankomen, ook Ipsos zette de PVV in de eigen slotpeiling een dag voor de verkiezingen nog op winst. Het werd een zetel verlies: van vijf naar vier in de Eerste Kamer. Een kwart van de PVV-stemmers uit 2021 stemde dit keer BBB. Sommige van hen zijn op het laatste moment geswitcht, ziet Van Heck. „Bij PVV-kiezers is het altijd spannend of ze opkomen. Een deel besloot op het laatste moment van wel, maar dacht dit keer: ik kan mijn uiting van onvrede het beste kwijt bij BBB.” De SP had daar ook last van en verloor eveneens een kwart van haar 2021-kiezers aan BBB.
Ook kiezers van VVD en CDA
Nog interessanter is dat de partij van Van der Plas ook kiezers weet los te weken bij de achterbannen van coalitiepartijen VVD en CDA. Het Nederlandse kiezerslandschap bestaat al jaren uit grofweg drie groepen: een centrumlinks blok, een centrumrechts blok en een populistisch-rechts blok. Tussen die blokken zagen onderzoekers nooit zoveel verkeer van kiezers. Zo hadden de VVD en het CDA in 2019 maar heel beperkt te lijden onder de grote verkiezingszege van Forum voor Democratie, de winst van FVD ging vooral ten koste van de eveneens rechts-populistische PVV.
Bij deze verkiezing trok BBB bijna een kwart van de kiezers die in 2021 op het CDA stemden, en 12 procent van de VVD-kiezers. Dat lijkt een stuk minder, maar de VVD haalde bij de Tweede Kamerverkiezingen 34 zetels, dus het gaat ook bij de liberalen om grote aantallen. „VVD en CDA hebben electoraal echt te lijden onder de opkomst van BBB”, zegt Van Heck. „Dat is problematisch voor deze partijen, omdat er nu verkeer ontstaat tussen kiezers van het centrumrechtse en populistisch-rechtse blok.”
Het linkse blok
Binnen het linkse blok trokken GroenLinks en de PvdA deze campagne voor het eerst samen op. In de nieuwe Eerste Kamer gaan ze een volgende stap in hun samenwerking zetten door een gezamenlijke fractie te vormen. Hoewel de samenwerking brede steun geniet in beide partijen, zijn er ook sceptici die vrezen dat de eigen identiteit verloren gaat omdat GroenLinks en PvdA hele andere groepen kiezers bedienen. Uit het Ipsos-onderzoek blijkt dat inderdaad het geval: GroenLinks trekt jongere kiezers, een derde is jonger dan 35 jaar, bij de PvdA is meer dan de helft boven de vijftig. GroenLinks-kiezers heeft een zeer hoog percentage hoogopgeleide kiezers (73 procent), de PvdA trekt twee keer zo veel laagopgeleide kiezers.
Die verschillen zijn een risico omdat GroenLinks en PvdA zo bepaalde kiezersgroepen inhoudelijk van zich kunnen vervreemden. Tegelijkertijd is het ook een kans, denkt Van Heck. „Als je beide groepen weet vast te houden, kun je echt een linkse volkspartij krijgen met een betere vertegenwoordiging onder alle kiezersgroepen.”
GroenLinks en PvdA boekten samen geen grote winst: ze krijgen er in de Eerste Kamer een zetel bij, door een lichte winst van de sociaaldemocraten. De linkse partijen wisten enigszins te profiteren van het verlies van D66. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 was sprake van een ‘Kaag’-effect: sommige GroenLinks- en PvdA-kiezers stapten over en brachten een strategische linkse stem uit op Sigrid Kaag. Een deel van die kiezers lijkt teruggekeerd op het oude nest: bijna 20 procent van de D66-kiezers van 2021 koos nu voor GroenLinks of PvdA.
De tweestrijd met de VVD in de campagne heeft GroenLinks en PvdA „geen enorme boost” gegeven, concludeert Van Heck. Strategisch stemmen is bij deze Provinciale Statenverkiezingen voor veel centrumlinkse kiezers niet nodig geweest volgens Van Heck, getuige de goede uitslag voor partijen als Volt en de Partij voor de Dieren. GroenLinks en PvdA moeten hopen dat linkse kiezers bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen wel weer echt strategisch willen kiezen. Van Heck geeft ze een goede kans. „Als GroenLinks/PvdA dan met de VVD de strijd aan kan om wie de grootste partij wordt, en dus de premier mag leveren, staat er echt meer op het spel.”