Banken drijven op vertrouwen. En dus moeten zij hun risico’s goed in kaart brengen. Hoe doen ze dat?

Banken hebben een bijzondere taak: ze moeten ervoor zorgen dat spaargeld bij hen veilig is. Tegelijkertijd zorgen ze voor een gesmeerde economie, via leningen en kredieten die ze verstrekken aan huizenkopers en bedrijven. Die kredietnemers moeten erop kunnen vertrouwen dat ze dat geleende geld niet opeens moeten terugstorten, omdat de bank het plotseling nodig heeft vanwege financiële problemen.

Hoe wek je als bank vertrouwen bij spaarders en kredietnemers? Door precies te weten welke risico’s kleven aan spaargeld in bewaring nemen en leningen uitgeven. En die risico’s af te dekken door voldoende geld opzij te zetten om verliezen op te kunnen vangen. Managen van risico’s wordt dan ook de essentie van bankieren genoemd.

Gezien het belang van vertrouwen in het bankwezen, is het opvallend dat de afgelopen maanden meerdere Nederlandse banken achterstanden hebben gemeld in hun risicomanagement. Vorige week bracht de Volksbank naar buiten dat ze „inhaalwerkzaamheden” heeft te doen, waarvoor honderden mensen extra nodig zijn. Deze zomer berichtte de staatsbank al dat ze een boete krijgt van toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) vanwege tekortschietend risicomanagement.

Bij ABN Amro vestigden de commissarissen in het jaarverslag over 2023 de aandacht op achterstanden in het risicomanagement van de bank. En begin deze maand meldde het bedrijf zelf aan beleggers dat het meer tijd nodig heeft voor versimpeling van zijn risicomodellen.

De beide Nederlandse banken zijn hierin niet uniek. Toezichthouders wijzen er al een tijdje op dat banken hun risicomanagement op orde moeten krijgen en houden. Zes vragen over dit essentiële onderdeel onder de ‘motorkap’.

1Wat is risicomanagement?

Om risico’s te kunnen managen, moeten banken die eerst in kaart brengen. Wat voor risico kleeft aan een bedrijfs- of hypotheeklening? Is er straks kans dat rentebetalingen worden gemist? Of erger: dat de lening helemaal niet wordt afbetaald?

Een bank moet daarom al bij aanvang van het leencontract veel gegevens verzamelen over de kredietnemers. Hebben die genoeg inkomsten om de leenkosten te dekken? Zijn er niet te veel andere schulden? Ook tijdens de looptijd moeten banken zoveel mogelijk gegevens verzamelen over de financiële gezondheid van de leners. Zijn er geen financiële tegenvallers, waardoor de rentebetaling in gevaar komt?

Die gegevens zijn de voeding voor allerlei slimme rekenaars die binnen de bank risicomodellen maken. Daarmee proberen ze de kans te voorspellen dat een bedrijf betalingen mist of failliet gaat, of dat een hypotheeknemer in problemen komt. Daarbij kijken ze niet alleen naar gelijkblijvende economische omstandigheden, maar ook bijvoorbeeld naar een situatie met krimp, of met snel stijgende of dalende rentes.

Tegelijkertijd moet in kaart worden gebracht hoe groot de schade voor de bank zou zijn bij wanbetaling of faillissement van de klant. Heeft de bank een huis, machines of bedrijfsgebouw in onderpand gekregen dat ze kan verkopen om het verlies te beperken? En hoeveel is dat onderpand dan waard?

De kans op een bankroet taxeren, en de schade daarvan, levert de bank informatie hoeveel kapitaal zij moet reserveren én hoeveel geld ze direct beschikbaar moet hebben (de liquiditeit). Zo voorkomt een bank zelf in financiële problemen te komen en houdt ze het toevertrouwde spaargeld veilig.

2Is het niet gewoon verstandig heel veel geld opzij te zetten?

Als een bank spaargeld volledig veilig wil bewaren, zou je dat in theorie gewoon in kas moeten houden. Wie zijn geld weer wil opnemen, kan het direct krijgen. Maar dat betekent tegelijk dat de bank geen leningen kan verstrekken, en ontbreekt het haar aan smeerolie voor de economie. Een bank gebruikt immers een deel van het spaargeld om kredieten te verlenen.

Bovendien: als ze geen geld verdient met uitlenen, kan ze evenmin spaarrente uitkeren, krijgen aandeelhouders geen dividend en mist de bank inkomsten om bijvoorbeeld IT en personeel te betalen.

Voor bankiers is het de kunst de juiste balans te vinden. Zo dienen ze niet te weinig kapitaal en liquide middelen te hebben, waardoor een bank meteen in de problemen komt als het economisch even tegenzit. Te veel kapitaal en contanten zijn evenmin gewenst, want dan kan de bank te weinig verdienen. Evenwicht vinden is de crux van risicomanagement.

Banken zijn daarin niet volledig vrij: de toezichthouder kijkt nadrukkelijk mee. De grote centrale toezichthouders maken sinds de jaren tachtig in grote lijnen wereldwijde afspraken over kapitaalregels binnen het zogenoemde Basel-comité. Die regels worden dan per regio verder ingevuld. Per 2025 gaan voor Europese banken de allernieuwste regels in: een pakket genaamd Basel IV.

3 Wat veroorzaakt nu de achterstanden in risicomanagement?

Belangrijkste reden: risicomanagement is veel ingewikkelder geworden na de kredietcrisis. Bij het bankroet van de Amerikaanse bank Lehman Brothers in 2008 bleken allerlei risico’s onderschat, zoals de besmettelijkheid van zo’n faillissement voor het gehele financiële systeem. Om te voorkomen dat een dergelijke bankencrisis nogmaals plaatsvindt, zijn de eisen aan banken veel strenger geworden.

Zo moeten banken beter naar de toekomst kijken: welke lening kan later problemen opleveren? Daarvoor moeten ze al sinds de jaren negentig voorspellende modellen maken, maar aanvankelijk keken toezichthouders amper mee. Dat leidde er in de aanloop naar de kredietcrisis toe dat kapitaal- en liquiditeitsrisico’s van banken ernstig werden onderschat, en daardoor hadden ze te weinig geld opzijgezet om klappen op te vangen.

Sinds die crisis moeten modellen aan meer eisen voldoen en zijn de controles veel strenger. De Europese Centrale Bank keek daarom bij tweehonderd banken dagen-, soms wekenlang, op de werkvloer mee met de modelbouwers en de mensen die de modellen controleren. Banken moeten verder stressscenario’s uitwerken – bijvoorbeeld voor een plotselinge rentestijging of -daling – en de toezichthouder controleert die ook. Vanaf januari begint de tweejaarlijkse ECB-stresstest weer.

4Aan hogere toezichtseisen moet je toch gewoon voldoen? Waarom dan die problemen?

De regels onder Basel IV zijn opnieuw strenger: banken krijgen minder vrijheid in hun risicomodellen. Dus zijn ze al een tijdje bezig hun risicomodellen aan te passen. Het helpt daarbij niet dat de precieze teksten van de nieuwe regels pas afgelopen zomer zijn gepubliceerd.

Ander probleem: goed risicomanagement vergt veel klantkennis. En zoals al bij de antiwitwasproblematiek is gebleken, weten banken niet altijd genoeg van hun klanten. „Als je bijvoorbeeld bepaalde gegevens over het onderpand van een cliënt niet hebt, gaat de toezichthouder ervan uit dat er geen onderpand is”, vertelt president-commissaris Tom de Swaan van ABN Amro in het jaarverslag over 2023. Als gevolg moet de bank extra kapitaal aanhouden „wat de kredietverleningscapaciteit van de bank beperkt”.

Sinds de kredietcrisis van 2008 zijn de eisen aan banken veel strenger geworden

Dat ABN Amro zijn klantdossiers niet altijd op orde heeft, wortelt voor een deel in het verleden. Sommige gegevens komen uit het oude Fortis, andere van ABN Amro van voor de kredietcrisis en de nationalisatie. En de bank is hierin niet de enige. Veel Europese branchegenoten zijn het resultaat van fusies en hebben soortgelijke ‘legacy-issues’, zoals dat in de sector heet.

Een tweede nalatenschap vormen de oude, inflexibele IT-systemen die banken met zich meeslepen. Wil de toezichthouder extra informatie over bijvoorbeeld onderpand, dan is er soms niet eens een veld om dat op te vragen.

Zulke erfenissen opruimen vergt investeringen, (schaarse) mankracht en kordate besluitvorming. Volgens Roland Boekhout, bestuursvoorzitter van de Volksbank, heeft het zijn bedrijf daaraan de afgelopen jaren ontbroken. „Wij hebben te veel dingen te lang laten liggen.” Boekhout wijt dat mede aan de complexe organisatie van de Volksbank; een van de redenen dat die vorige week aankondigde voor één merk te kiezen en de andere vier te schrappen.

5Hoe zit het eigenlijk met andere risico’s dan financiële?

Dát is nog een reden waarom banken zo druk bezig blijven met hun risicomanagement: ze moeten ook met nieuwe gevaren rekening houden. Operationele risico’s bijvoorbeeld, vanwege het toenemend aantal hacks en cyberaanvallen. Heeft de bank zich daar voldoende tegen beschermd? En als een aanval lukt, kan de bank dan snel genoeg weer de (digitale) deuren openen? Toezichthouder DNB kondigde deze maand nog aan hier extra op te gaan letten.

En dan zijn er de klimaatrisico’s. Waren die een paar jaar geleden nog amper onderwerp van gesprek op de risicoafdelingen, inmiddels is doorgedrongen dat de opwarming van de aarde consequenties kan hebben voor de bankbalans. Een voorbeeld: als een huis verzakt door droogte of overstromingen, is dat huis minder waard of zelfs onverkoopbaar. Maar als dat pand de zekerheid is voor een hypotheeklening, kan die verzakking directe consequenties hebben voor de betrokken bank. Die moet extra kapitaal aanhouden of op termijn een lening afschrijven.

Nog een voorbeeld: agrariërs krijgen door opwarming, droogte en afnemende biodiversiteit meer moeite een boterham te verdienen. En dan wordt het ook moeilijk hun leningen af te betalen.

Als gevolg hiervan zoeken de makers van de risicomodellen bij banken manieren om rekening te houden met klimaat en milieu. Wat gebeurt er met de leningenportefeuille als de aarde meer dan 1,5 graad opwarmt? De grote, nog nauwelijks beantwoorde vraag daarbij: hoe vang je zoiets in een rekenmodel? Hoe kwantificeer je in financiële zin de teruggang van de bijenstand? Toezichthouders verwachten dat banken hier nu goed over nadenken – en die hebben daar tijd en gekwalificeerd personeel voor nodig.

6Zijn Europese banken door de achterstanden in risicomanagement minder veilig?

Ondanks de geconstateerde tekortkomingen in het risicomanagement, zeggen toezichthouders tevreden te zijn over de stabiliteit van de bankensector. „Nederlandse financiële instellingen beschikken over solide financiële posities”, schreef DNB in haar meest recente halfjaarlijkse publicatie Overzicht Financiële Stabiliteit. En ECB-bestuurder Anneli Tuominen, vorige week: „De banksector blijft veerkrachtig, zoals blijkt uit zijn vermogen om grote en plotselinge externe schokken van de afgelopen jaren te weerstaan.”

Tuominen refereert hiermee aan de val van de Amerikaanse Silicon Valley Bank, voorjaar 2023. Die bank had het risicomanagement duidelijk niet op orde: geld dat ze in bewaring had van klanten, vooral techbedrijven, was belegd in staatsleningen die minder waard werden door de oplopende rente. Doordat die beleggingen mogelijk met verlies verkocht moesten worden omdat plots wankelende techbedrijven hun geld nodig hadden, kwam hun bank in de problemen.

Anders dan tijdens de kredietcrisis van 2008 sloeg die stress niet over naar het Europese continent. Eugenie Krijnsen, als partner bij accountant PwC adviseur van zowel banken als toezichthouders in Europa: „Hier was weinig stress, ook niet echt onder kleine banken.”


Lees ook

Twee weken onrust in de financiële sector: wat valt er van deze bankenstress te leren?

De City, het financiele district van Londen, bij Canary Wharf aan de Theems.

Camiel van Steekelenburg, bij accountant KPMG hoofd van de afdeling die banken adviseert, beaamt dat ze veilig zijn: „De Nederlandse banken hebben sterke kapitaal- en liquiditeitsposities, ze staan er goed voor.”

Toch vindt hij de aandacht van de toezichthouders voor het risicomanagement van banken terecht. Dat zit hem voornamelijk in het op orde krijgen van data, systemen en processen, zegt hij. „Het kan en moet nog beter.”