N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Profiel
Poëzie Als de nieuwe Dichter des Vaderlands zal Babs Gons gedichten schrijven bij landelijke (nieuws)gebeurtenissen. Het selectiecomité noemt Gons „een dichter die bevlogen en betrokken woorden weet te geven aan wat er leeft in deze tijd”.
Dichteres Babs Gons is vanaf september 2023 twee jaar lang Dichter des Vaderlands. Zij volgt in die functie Lieke Marsman op, wier termijn in januari eindigde. Dat maakte de Stichting Dichter des Vaderlands, die Gons benoemt op voordracht van een comité van dichters en poëziekenners, deze vrijdag bekend. Als Dichter des Vaderlands zal Gons optreden als ambassadeur voor de poëzie, onder meer door gedichten te schrijven bij landelijke (nieuws)gebeurtenissen, die gepubliceerd worden door NRC.
Een ambassadeur voor de poëzie is Gons (1971) overigens al lang en breed: haar dichterschap ontwikkelde zich op het podium, als performer van spoken word, waarmee ze geliefd, veelgevraagd en ook gelauwerd werd. Daarmee is ze de eerste Dichter des Vaderlands die zich in de eerste plaats in gesproken poëzie uitte – al maakt ze tegenwoordig vooral geschreven gedichten en landde poëzie ook eerder succesvol op papier, in haar debuutbundel Doe het toch maar (2021).
In de jaren negentig kwam Gons in New York in aanraking met spokenword-dichters, waarna ze zich ervoor inspande om die dichtvorm ook in Nederland meer aandacht te laten krijgen. Ze zette maandelijkse podiumavonden op in Amsterdam, was medeoprichter van een talentontwikkeling- en productiehuis voor podiumpoëzie, stelde de bloemlezing Hardop (2018) samen, met werk van 19 spokenword-dichters.
Lees ook dit interview met Babs Gons: ‘Zie je die groeven niet, ik ben er trots op’
Taal als een herberg
Het selectiecomité voor de Dichter des Vaderlands noemt Gons „een dichter die bevlogen en betrokken woorden weet te geven aan wat er leeft in deze tijd, in een samenleving die zij vol overtuiging bij de poëzie betrekt”. Inclusiviteit is een van de kernwaarden van haar teksten: ze zoekt ‘een taal als een herberg’, schreef ze in het voorwoord van Doe het toch maar. Haar poëtische teksten fungeren als een omhelzing: ‘Ik wil een taal waarin/ ‘gewoon’ en ‘anders’/ hun langste tijd hebben gehad/ een zachte dood sterven/ en niemand ooit meer/ onzichtbaar kunnen maken.’
Dat betekent niet dat ze louter pijnvrij schrijft: ‘polyglot’, haar Boekenweekgedicht uit 2021, gaat over de taal van uitsluiting, ‘De taal van opgeheven hoofd en rechte rug/ en net doen alsof/ niemand je kan raken/ de taal van wie denkt ze wel niet dat ze is/ wie denk ik wel niet dat ik ben.’ Ze schrijft vaak vanuit verontwaardiging, zei Gons eens in een interview met Trouw, „over hoe mensen behandeld, weggezet en geframed worden, hoe ze moeten dealen met vooroordelen en stereotypen”. De titel van haar gedicht ‘Zou je woensdag zwart willen zijn?’ spreekt daarin al boekdelen.
De zeggingskracht en maatschappelijke inzetbaarheid van haar gedichten onderstreept Gons zelf ook, bijvoorbeeld door gedichten te hernemen. Bij de landelijke ophef over seksistische excessen bij het Amsterdams studentencorps in de zomer van 2022, herschreef Gons haar gedicht ‘Moeders’, over gewelddadige mannen. Ze voorzag het voor Instagram van een nieuw begin, gevoed door de actualiteit: ‘Bij elke hoer die wordt geroepen denk ik aan moeders/ bij elke sperma-emmer die geschreeuwd wordt denk ik aan moeders.’ De conclusie was identiek aan die van een eerdere versie: ‘Ik denk aan moeders die zonen baren/ die zonen mooie levens wensen/ en alle liefde van de wereld gunnen.’ Het gedicht werd vele tientallen keren gedeeld.