Aleppo viel nagenoeg zonder gevecht in noodtempo in handen van het islamistische Hayat Tahrir al-Sham. De regeringstroepen van Bashar al-Assad trokken zich terug. Om zich te hergroeperen en een tegenaanval te plannen, stelt het regime. En, waarschijnlijk, om zijn bondgenoten ayatollah Ali Khamenei en president Vladimir Poetin te bellen. Wat kan hij verwachten van Rusland en Iran?
Dankzij de steun van Rusland en Iran wist het regime van Assad de jarenlange burgeroorlog te overleven. Met als hoogtepunt de herovering van het oosten van Aleppo in 2016. Dat offensief ging gepaard met een maand lang massale Russische en Syrische bombardementen op de stad.
Acht jaar later staat president Assad er heel anders voor. Rusland reageert afgemeten op het recente terreinverlies van het regime. De woordvoerder van president Poetin stelde weliswaar de opmars van de rebellen te zien als „inbreuk op de soevereiniteit van Syrië” en sprak steun uit voor de „grondwettelijke machthebbers”, doelend op Bashar al-Assad.
Maar Rusland vecht zijn belangrijkste oorlog op dit moment in Oekraïne. En daar gaan de voorraden en wapens heen, niet naar elders. Zo steunde de Armeense enclave Nagorno-Karabach voor zijn veiligheid jarenlang op de aanwezigheid van Russische troepen. Maar bij de Azerbeidzjaanse herovering in 2023 bleef een Russische militaire reactie uit.
Russische belangen
Rusland heeft in Syrië wel wat te verdedigen. Bijvoorbeeld de marinebasis in Tartus. Het is de enige Russische marinebasis aan de Middellandse Zee. Toch is de kans dat Rusland veel extra mankracht en munitie naar Syrië gaat sturen klein. Moskou heeft zijn granaten en troepen nodig in Oekraïne, waar dagelijks honderden militairen sterven en gewond raken. In 2022 zou Rusland al troepen, raket- en luchtafweersystemen en ander zwaar materieel uit Syrië hebben weggehaald om in te zetten in Oekraïne.
We zijn waarschijnlijk getuige van de beperkingen van het Russische leger
Bij de opmars rond Aleppo zouden al Russische posities verloren zijn gegaan. Moskou stationeert alleen zijn „meest nutteloze” militairen nog in Syrië, klaagden Russische ultranationalisten dit weekend, nadat luitenant-generaal Sergej Kisel – bevelvoerder van de Russen in Syrië – uit zijn post ontheven werd. „Die bleek eerder al incompetent in [Oekraïne]”, schrijft de Russische ultranationalist Rybar.
Ook zouden veel gevechtsvliegtuigen zijn weggehaald van de luchtmachtbasis in Hmeinim, in de regio Latakia, en blijven daar vooral oudere modellen staan. „Rusland is geen toeschouwer, maar we zijn waarschijnlijk getuige van de beperkingen van het Russische leger”, zei Omer Ozkizilcik, senior fellow bij de Atlantic Council tegen nieuwssite Middle East Eye. Samen met de Syrische luchtmacht heeft Rusland wel luchtaanvallen uitgevoerd op Aleppo, afgelopen weekend.
Lees ook
Syriërs verbaasd en opgelucht over plotselinge opmars van rebellen: ‘Het voelt alsof Aleppo bevrijd is’
In plaats van volop de tanden laten zien, doet Moskou hoofdzakelijk een beroep op „het Astana format” – de vredesgesprekken van Rusland, Iran en Turkije, die sinds 2017 gevoerd worden. Het laatste overleg over Syrië was drie weken terug. Daar werd de „onwrikbare toewijding” aan de soevereiniteit van Syrië onderstreept. Het Kremlin lijkt vooral te willen handelen in groepsverband.
‘As van Verzet’
Dit is tekenend voor de veranderde verhoudingen in de ‘driehoek’ Rusland-Iran-Syrië. Rusland vervulde historisch de dominante rol, het was hoofdleverancier van wapens aan Iran. Maar de economische sancties en de voortslepende oorlog tegen Oekraïne hebben ervoor gezorgd dat Moskou moest aankloppen bij Teheran voor onder meer raketten en kamikazedrones.
Iran heeft zich de afgelopen jaren een steunpilaar van het regime in Damascus getoond. Assad staat daardoor diep in het krijt bij Teheran. Niet alleen moreel, maar ook financieel, voor zo’n 30 tot 50 miljard dollar.
Hoewel de Libanese gewapende beweging Hezbollah in opdracht van Iran in 2011 ten strijde trok voor Assad, heeft Syrië zich het afgelopen jaar niet erg nuttig gemaakt voor de „As van Verzet”. Teheran wint weliswaar olie in Syrië, en kon via Syrisch grondgebied wapens leveren aan Hezbollah voor de oorlog met Israël. Maar de schaarse raketaanvallen vanaf Syrisch grondgebied op Israël kwamen niet van het Syrische leger.
De vraag is of Iran opnieuw alles uit de kast trekt om Assad te steunen, wiens leger alleen niet in staat is zijn regime te verdedigen.
Zowel Iran als Rusland staat bekend om hun ‘strategisch geduld’ en zullen hun opties zorgvuldig afwegen. Of Assad die tijd ook heeft, valt te betwijfelen. De rebellen hebben de weg ingeslagen richting Homs.
