Arnhem wil veertig tot zestig Arnhemse gezinnen in één klap uit de schulden helpen. De gemeente begint dinsdag een „experiment” waarbij de totale schuld van een aantal bewoners van Immerloo II, een van de armste buurten van het land, wordt opgekocht. „Tegenover die afkoop staat geen tegenprestatie”, aldus wethouder Bestaanszekerheid Mark Lauriks (PvdA).
Hij noemt het experiment daarom „uniek in Nederland”. Eerdere, soortgelijke initiatieven richtten zich alleen op jongeren. Ook zaten er voorwaarden aan de afkoop.
Rechtstreeks particuliere schulden opkopen met overheidsgeld mag niet. Daarom richtte de gemeente een fonds op waarin drie lokale stichtingen samen 700.000 euro stortten. „Daarmee verwachten we tot zestig gezinnen te kunnen helpen”, zegt Lauriks. Een precies aantal kan de wethouder niet noemen, omdat de gemiddelde schuld in Immerloo II nog niet bekend is bij de gemeente.
Arnhem begon vorige week met het benaderen van potentiële deelnemers aan het experiment. Ook maakte de gemeente afspraken met grote schuldeisers als zorgverzekeraars en energiemaatschappijen, en vond hen bereid delen van eventuele schulden kwijt te schelden. Alleen Arnhemmers uit Immerloo II mogen meedoen. „We beginnen met de armste buurt”, zegt Lauriks. In 2022 leefde 34 procent van de huishoudens daar onder of rond het sociaal minimum, de netto arbeidsparticipatie (het percentage van de beroepsbevolking dat een betaalde baan heeft) was 41 procent. Het gemiddelde jaarinkomen per inwoner was 13.600 euro.
De gemeente geeft verder de voorkeur aan gezinnen. „Schulden en geldproblemen hebben binnen een gezin effect op het welzijn en schoolprestaties van kinderen, en werken zo dus negatief door”, zegt Lauriks. Ook moeten deelnemers aan het experiment meer dan één schuldeiser hebben. „Mensen die aankloppen bij mogelijke deelnemers zien veel wantrouwen richting de overheid en veel ongeopende enveloppen”, zegt Lauriks.
Overleven
De wethouder noemt het experiment een „aanklacht tegen het systeem”. „Ik vind het heel vreemd hoe we in Nederland omgaan met schulden”, zegt hij. „In Nederland kost de schuldhulpverlening ons 17 miljard euro per jaar, terwijl de opgetelde schuld jaarlijks 3 miljard euro is.” In buurten als Immerloo II ziet de wethouder dat de schuldhulpverlening bovendien niet werkt. Vorig jaar werd het schuldhulptraject – een landelijk traject waarbij mensen met schulden aflossen wat ze kunnen – verkort naar achttien maanden, dat is volgens Lauriks nog te lang. „Het is voor mensen in de schulden niet aanlokkelijk om na anderhalf jaar pas een uitweg te hebben. En ja, de rationele keuze is om die anderhalf jaar aan te gaan, zodat je niet nog dieper in de problemen raakt. Maar die keuze kunnen mensen die diep in de schulden zitten vaak niet maken. Zij zijn vooral bezig met overleven.”
Dat ziet ook onderzoeker Rosanne Oomkens, verbonden aan de Hogeschool Utrecht en gespecialiseerd in schulden. „Op het moment dat je schulden hebt, zeker als het meerdere bedragen zijn bij verschillende schuldeisers, wordt het lastig de situatie te overzien en goede keuzes maken. Mensen treffen vaak betalingsregelingen die ze niet kunnen nakomen.” Hoewel de omvang van de schuldenproblematiek al jaren constant is, ziet Oomkens een afname van het aantal aanmeldingen bij schuldhulpverlening. „Dat komt onder meer door schaamte, wantrouwen richting de overheid en moeite met de voorwaarden van een schuldhulptraject.”
Toch is Oomkens kritisch op het Arnhemse experiment. „Het klinkt natuurlijk heel sympathiek, en voor individuele gezinnen zal het echt verlichting brengen, maar het is geen duurzame oplossing voor mensen die structureel te weinig geld hebben en daarom in de schulden raken.” Want wat gebeurt er, nadat de schuld is afgekocht? „Hoe zorgt Arnhem dat men niet wéér in de schulden raakt?”
Een laag inkomen is een van de grote veroorzakers van schulden in Immerloo II, erkent wethouder Lauriks. „Mensen met lage inkomens hebben vaak geen buffer. Maar het minimumloon en de bijstand verhogen kunnen wij niet, dat moet in Den Haag gebeuren. Door de enorme zorgen die mensen hebben door hun schuld, zien we dat ze niet met andere dingen als het zoeken van een baan of het regelen van maatschappelijke zorg aan de slag kunnen. We willen de factor ‘schuld’ daarom wegnemen, om te kijken waar dit toe leidt.” De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen zal twee jaar lang onderzoek doen naar de gezinnen die meedoen aan het experiment. Ook biedt de gemeente de gezinnen een – niet verplichte – coach aan die hen helpt met zaken als het aanvragen van inkomensregelingen, budgettering of solliciteren.
Lees ook
Jong, schuldenaar en vastgelopen in systemen
Oomkens ziet ook een ethisch bezwaar. „Ik ben benieuwd welke gezinnen de gemeente uiteindelijk uitkiest en welke niet”, zegt Oomkens. „Ik zou die keus in ieder geval niet willen maken. Dit experiment doet ook wat met mensen die een gewone schuldregeling van anderhalf jaar hebben. Die denken misschien: goh, dit zou ik ook wel willen. Er zit ongelijkwaardigheid in.”
Lauriks begrijpt die bezwaren. „Het liefst help ik iedereen, maar als we dit niet doen, raken er geen veertig tot zestig gezinnen uit de problemen. En dat is het doel van dit experiment, kijken of dit mensen helpt. Want in het huidige systeem lukt het in ieder geval niet.”