Veel woningzoekenden zijn er woensdagmiddag niet op de grote ‘woontop’ van minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting (BBB). In de volle zaal in een congrescentrum in Nieuwegein zit „een doorsnede van bestuurlijk Nederland”, zegt de minister zelf. Ongeveer 85 procent heeft een koopwoning, 9 procent huurt en 6 procent van de aanwezigen zoekt een woning, blijkt uit een onlinestemming onder het publiek.
Maar de paar woningzoekenden die zijn uitgenodigd, zitten op de eerste rij, naast minister Keijzer en PVV-minister Fleur Agema (Welzijn), die zich in het kabinet ook met ouderenwoningen bezighoudt. Terwijl Keijzer blijft benadrukken dat het vandaag echt om hén gaat, „de woningzoekenden” in Nederland. „Applaus voor de woningzoekenden”, roept de dagvoorzitter een paar keer, als ze op het podium komen om hun verhaal te doen.
Er is een aardrijkskundelerares van eind twintig die na een relatiebreuk weer bij haar moeder op zolder woont, en dat gaat niet altijd goed. Een man die een paar maanden dakloos was, woont nu in een anti-kraakwoning – maar voor hoe lang? Een mevrouw van 76 jaar huurt wel een appartement bij een corporatie, maar zonder lift. Ze is slecht ter been en komt niet in aanmerking voor een ouderenwoning, omdat ze geen eengezinswoning achterlaat.
Niet alle neuzen één kant op
Het tekort van ruim 400.000 woningen is een „absolute topprioriteit” van het kabinet, zegt premier Dick Schoof, die aan het eind van de middag opduikt. Deze eerste woontop is bedoeld om de bouwproductie te versnellen naar 100.000 woningen per jaar. „Alle neuzen staan dezelfde kant op”, zegt Keijzer tegen de zaal met bestuurders, bouwers, ontwikkelaars en woningcorporaties. In werkelijkheid is er maandenlang en tot het laatst toe hard onderhandeld over de afspraken die daar worden gemaakt.
De neus van de Woonbond bijvoorbeeld, staat een andere kant op. Deze belangenorganisatie voor huurders en woningzoekenden haakte in november af bij de onderhandelingen. De Woonbond was tegen de maximale huurverhoging van 4,5 procent volgend jaar.
Dus worden tijdens de woontop feestelijk handtekeningen onder prestatie-afspraken gezet, maar zonder de Woonbond die er eerder wel bij was. Daar heeft verder niemand in Nieuwegein het over. De woorden „vertrouwen” en „samenwerking” klinken in ieder programma-onderdeel.
Onnodige regels schrappen
Het meeste nieuws is deze week al uitgelekt, onder meer via deze krant. Er zijn afspraken gemaakt om enkele tienduizenden woningen door het land versneld te bouwen. Overheid en markt gaan nauwer samenwerken, op basis van dezelfde cijfers en gegevens, en elkaar openheid van zaken geven over hun financiën. De overheid gaat onnodige regels schrappen en bouwlocaties aanwijzen, de bouw gaat beter plannen en meer industrieel en standaard werken.
Het ontbreekt aan fiscale hervormingen voor de woningmarkt, om buitenlandse investeerders naar Nederland te halen
Ook is er nog van alles niet uitonderhandeld of uitgewerkt. Daarom noemt het kabinet de woontop vooral geen „eindstation”, maar een „startpunt”. Belangrijk is dat er de komende vijf jaar geld lijkt te zijn om genoeg betaalbare woningen te bouwen, tweederde van de nieuwbouw, heeft Keijzer laten uitrekenen. „Op voorwaarde dat gemeenten 50 procent cofinancieren”, aldus een persbericht. Alleen zijn gemeenten het daar niet mee eens. Hoe dit wordt opgelost, moet volgend jaar blijken bij de behandeling van de Voorjaarsnota.
Het ontbreekt verder nog aan fiscale hervormingen voor de woningmarkt, om buitenlandse investeerders naar Nederland te halen. Waar nieuwe grootschalige woningbouwlocaties gaan komen, moet in de loop van volgend jaar duidelijk worden. Of er genoeg geld is om voldoende middenhuur-woningen op te leveren, is ook nog een vraag.
Met open boeken werken
Gaat de woontop helpen om genoeg woningen te bouwen? Emiritus hoogleraar woningmarkt Johan Conijn ziet in een aantal zaken „een voor dit kabinet kenmerkend doorschuifbeleid”. Toch is hij over het akkoord redelijk positief, vooral over het schrappen van regels en belemmeringen, en over de regie die het Rijk wil hernemen over ruimtelijke ordening. „Gebiedsontwikkeling wordt kansrijker, omdat het Rijk marktpartijen zekerheid biedt en zorgt voor grotere financiële mogelijkheden.”
Friso de Zeeuw, emiritus hoogleraar gebiedsontwikkeling, is verrast over de uitkomst van de eerste woontop. „Ik verwachtte een soort evangelisatiebijeenkomst met een slotdocument van dezelfde strekking. Maar er is hier wel wat gebeurd. Als overheid en markt echt met open boeken gaan werken, is er straks beter inzicht in de planning en realisatie. Zoals het aantal vergunningen, en het aantal woningen dat in aanbouw is.”
Taco Hoek, directeur van het Economisch Instituut voor de Bouw, is kritisch: „Ik heb veel van die woontoppen of coalitievormingen gezien. Het idee dat je met al die koepelorganisaties een deal kunt sluiten, is heel kwetsbaar. Want al die marktpartijen en ook de corporaties hebben uiteindelijk geen doorzettingsmacht. De woningbouw zal toch moeten komen van de duizenden, individuele bouw-, ontwikkelings- en installatiebedrijven. En die handelen op basis van het bedrijfsbelang waar rendement moet kunnen worden gemaakt.”
Juist bij een grootschalige aanpak voor snellere productie blijft het belangrijk om divers te blijven bouwen, waarschuwt hoogleraar woningbouw Dick van Gameren van de TU Delft: „De afgelopen jaren is er vrij eenzijdig gebouwd, door een grote invloed van projectontwikkelaars: appartementen met een, twee of drie slaapkamers, de standaard gezinswoning. Willen we zo weer weilanden volbouwen, zoals met de Vinex-wijken? Nee toch? Woningen voor verschillende doelgroepen — van jong tot oud, en woningen die je kunt transformeren, groter en kleiner kunt maken — kunnen veel langer meegaan.”
Lees ook
Met ‘doorbraak-aanpak’ hoopt minister Mona Keijzer de gemiddelde woningbouwtijd terug te brengen van 10 naar 7 jaar