Apparatuur om een patiënt op afstand in de gaten te houden, kan ook te vaak piepen

Gezondheidszorg Een patiënt op afstand in de gaten houden, kan goedkoper zijn. Maar dan moet de apparatuur niet onnodig vaak alarm slaan.

Monitoring van patiënten op afstand kan de druk op de zorg verlichten.
Monitoring van patiënten op afstand kan de druk op de zorg verlichten. Foto Hans van Rhoon/ANP

Patiënten wier vitale waarden – hartritme, ademfrequentie, bloeddruk, temperatuur en zuurstofsaturatie – op afstand worden gemonitord, lijken regelmatig zieker te worden zonder dat dat echt zo is. Dit komt doordat de tientallen waarden die per uur worden gemeten, op afstand, vaak heel even de ‘alarmscore’ overschrijden. Dan klinkt er prompt een piep bij de verpleegkundige. Dat betekent niet minder maar meer werk voor de verpleegkundige, die elke keer moet controleren hoe het echt met de patiënt gaat.

Dit blijkt uit een vergelijkende studie, voor promotieonderzoek, met 430 ernstige covidpatiënten die opgenomen waren in het ziekenhuis (niet op de intensive care) en 60 ernstige covidpatiënten die thuis ziek waren en een zuurstoffles gebruikten. Beide groepen werden op afstand gemonitord voor het onderzoek – ook de patiënten ín het ziekenhuis.

Promovenda Harriët van Goor, anesthesioloog in opleiding in het UMC Utrecht: „De apparatuur om alles te meten, werkt. Maar wij wilden weten of de verpleegkundige of arts de gemeten waarden op afstand ook goed kan duiden. Dat bleek niet zo te zijn. Als een patiënt naar de douche loopt, thuis, dan gaat zijn hartslag bijvoorbeeld omhoog. Dat is niet erg – maar op de monitor van de verpleegkundige gaat er dan een piep. Zij weet op afstand niet wat de oorzaak is.”

Dag-en-nachtritmes

Een van de aannames bij continue monitoring is dat het ervoor zorgt dat artsen en verpleegkundigen mínder vaak naar de patiënt toe gaan, omdat ze de patiënt ook op afstand in de gaten kunnen houden, zegt promotor Karin Kaasjager, hoogleraar acute interne geneeskunde in het UMC Utrecht. „Ons onderzoek laat zien dat dit niet het geval is; zorgverleners gaan voor en na de invoering van continue monitoring even vaak naar de patiënt.” Deze studie, zegt Kaasjager, illustreert dat aannames die gedaan worden over nieuwe technieken goed moeten worden onderzocht.

Uit de studie blijkt bijvoorbeeld ook dat er een dag-en-nachtritme bestaat in het hartritme, de ademhalingsfrequentie en huidtemperatuur van covidpatiënten. „Deze natuurlijke fluctuatie kan makkelijk worden aangezien voor achteruitgang. Er moet daarom rekening mee gehouden worden in de beoordeling van continue monitoringsdata.”

Minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid, D66) en de zorgverzekeraars beschouwen monitoring op afstand als de toekomst van de zorg. Er zijn nu al te weinig verpleegkundigen en de verwachting is dat het personeelstekort in de komende jaren verder zal oplopen. Tegelijk zal door de vergrijzing ook het aantal patiënten verder toenemen. Als mensen thuis kunnen herstellen, verlicht dat de druk op de zorg, is de gedachte. Daarnaast is het, mits mogelijk, doorgaans prettiger voor patiënten om thuis ziek te zijn dan in een ziekenhuisbed. Draadloze continue monitoring van vitale waarden zou dan een uitkomst kunnen zijn. Nu al meten sommige mensen thuis steeds hun waarden met een smartwatch.

Het gevaar is dat er zo veel piepjes afgaan, dat de verpleegkundige niet gaat kijken als er écht iets is

De onderzoekers keken naar de verwerking van de data. Continue monitoring genereert grote hoeveelheden data. Kaasjager: „Artsen en verpleegkundigen op de afdeling hebben op dit moment niet de kennis, kunde of hulpmiddelen om deze data op een uniforme manier te interpreteren. Naast scholing zou een aangepaste alarmscore kunnen helpen bij de interpretatie van de continue data.”

Het gevaar van ‘piep-moeheid’ ligt op de loer, zegt Harriët van Goor. „Het moet niet zo zijn, dat er zo veel overbodige piepjes af gaan, dat de verpleegkundige op het moment dat er écht iets aan de hand is, niet meer naar de patiënt toe gaat.” De kunst is om de monitoring zo in te richten dat de verpleegkundige of huisarts verslechtering van een patiënt niet over het hoofd ziet maar ook niet te vaak erheen moet.

Volgens Kaasjager is onderzoek nodig om te zien welke patiënten echt baat zouden hebben bij monitoring. En welke training en inzichten het personeel in het ziekenhuis moet hebben om er gebruik van te maken. „Ook om uiteindelijk te zien of het kosteneffectief is, de werkdruk erdoor vermindert en het behulpzaam is om personeelstekorten in de zorg te verminderen.”