Angstvisioen Afrikaanse migranten van Omtzigt klopt niet, zeggen twee migratiedeskundigen

Dalende geboortecijfers in Nederland en Europa zorgen voor meer arbeidsmigranten van buiten de EU – lees Afrika, waar nog wel veel kinderen worden geboren. Met die bezorgde boodschap haalde NSC-leider Pieter Omtzigt deze week het nieuws. Migratie is, met onderwijs en huisvesting, een van de dossiers waarop de regering de controle heeft verloren door doorgeschoten marktdenken en het „ondoordacht aangaan van internationale verdragen”, betoogde hij maandag in zijn HJ Schoo-lezing. Tijd om „de regie weer te nemen”, zei hij met een rechtstreekse verwijzing naar de Brexit-leus „Take back control”.

„Omtzigts analyse dat Europa als arbeidsreservoir beperkt is, klopt op zichzelf”, zegt Hein de Haas, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam en auteur van het boek Hoe migratie echt werkt. „Dus zal het aandeel migranten van buiten de EU toenemen, maar je kunt het niet een-op-een aan bevolkingsgroei relateren. En het is ook niet iets wat ons overkomt, want migratie is – los van periodieke crises wanneer het om vluchtelingenmigratie gaat – vooral conjunctuurgevoelig. Zolang er werk is zullen ze naar Europa komen, als er een recessie is komen ze niet.”

Door het geboortecijfer en migratie zo nauw te verbinden „lopen er wel dingen door elkaar”, zegt ook Harry van Dalen, hoogleraar economie en onderzoeker bij het NIDI, het nationale instituut voor demografie. „Om op peil te blijven moeten vrouwen in westerse economieën gemiddeld 2,1 kind krijgen. Vrijwel alle Europese landen zitten daar nu onder en ook elders in de wereld stagneert het, in sommige landen zoals Zuid-Korea zelfs superhard. Sommige Afrikaanse landen hebben nog een hoog geboortecijfer, maar ook daar daalt het kindertal fors. Voor Nederland is het nu 1,4 en op den duur krimp je dan. Maar dat geldt alleen binnen een gesloten economie en dat is Nederland juist niet. Netto groeit de bevolking door migratie.”

‘Een zeer vage uitspraak’

In zijn lezing benadrukte Omtzigt het grote aantal kinderen dat wordt geboren in Ethiopië, de Democratische Republiek Congo en Nigeria, in dat laatste land zelfs tweemaal het totale aantal kinderen van de EU-landen. Hij voegde eraan toe: „Ik laat u raden wat dat over twintig, dertig jaar betekent.”

„Een zeer vage uitspraak”, zegt Van Dalen. „Ik moest letterlijk raden wat hij bedoelde. Behalve een soort angstvisioen op basis van louter aantallen. Veruit de meeste migranten blijven binnen het Afrikaanse continent.”

Volgens De Haas is het „onherroepelijk” dat een „succesvolle, open economie als de Nederlandse”, die ook nog eens vergrijst, altijd arbeidstekort zal hebben. „Maar het is te makkelijk om te zeggen dat de Afrikaanse bevolking groeit en dat Afrikanen dus massaal naar Europa zullen komen. Ethiopiërs emigreren allang, maar naar de Golflanden die ze geen strobreed in de weg leggen. Waarom zouden ze naar Europa gaan? Europa moet niet denken dat het het centrum van de wereld is.”

Concurrentie om migranten

Volgens De Haas zou je de vraag eerder moeten omdraaien. Niet: hoe houden we migranten tegen, maar hoe krijgen we ze in de toekomst überhaupt? Want wereldwijd stijgt de concurrentie. Met Saoedi-Arabië en andere Golflanden, bijvoorbeeld. En ook binnen de EU; Polen is door zijn welvaart ook een immigratieland geworden, Turkije en Marokko zijn nu ook ‘bestemmingslanden’, net als Rusland voor migranten uit Centraal-Azië.

In zijn lezing herhaalt Omtzigt eerdere voorstellen om arbeidsmigratie te beteugelen, zoals strenger optreden tegen malafide uitzendbureaus, werkgevers verplichten voor huisvesting te zorgen en registratie van arbeidsmigranten. De Staatscommissie Demografische Ontwikkeling 2050 pleitte er in maart ook voor. „Het is logisch dat je bovenop misbruik zit”, zegt Van Dalen, een van de secretarissen van die commissie. „Maar de grote vraag is: welke richting wil je aan je economie wil geven?”

Is dat, kort gezegd, een economie waarin werk wordt uitbesteed aan goedkope migranten in de landbouw, de bouw, distributie en de vleesverwerkende industrie, of eerder een hoogwaardige kenniseconomie, waar overigens nog steeds vraag is naar arbeidsmigranten? Omtzigt gaat er niet op in. Maar zolang je daar niets over zegt „verwordt migratiebeleid tot micromanagement of gok je dat Brussel je een gunstige regeling geeft”, denkt Van Dalen.

Het aanpakken van misstanden is goed, maar het is een illusie dat je daarmee „migratie kunt afknijpen”, zegt De Haas. „Als je grip wilt krijgen op de arbeidsmarkt moet je reguleren, zeg ik als wetenschapper. Maar dat gaat recht in tegen de economische liberaliseringsagenda sinds de kabinetten-Lubbers, en die nu VVD-beleid is. Je zag het recent: de ‘expatbelasting’ is alweer het raam uit gegooid. En gaan we echt invallen doen in restaurantkeukens en privéhuizen om op zwartwerkers te controleren?”

Singapore heeft er een hek omheen gezet, maar is dat een vrij land?

Harry van Dalen
onderzoeker

Omtzigt herhaalt de Brexit-slogan en zegt ook dat sinds Brexit daar het omgekeerde is gebeurd: inderdaad minder migranten uit Europa, maar door liberaal visumbeleid juist meer uit India, Nigeria en China, zij het vooral gevluchte Hongkong-Chinezen. Kun je bij migratie wel echt de regie terugpakken? Van Dalen: „Het is heel moeilijk en als je hoge verwachtingen wekt kun je alleen maar teleurgesteld worden. Singapore heeft er een hek omheen gezet, maar is dat een vrij land? Kijk dus maar uit wat je wenst. Je kunt beter proberen de druk te verlichten door uitbuiting en huisvestingsproblemen op te lossen. En de vraag beantwoorden: wat voor economie willen we? En daaraan werken. Hein de Haas heeft wel eens cynisch gezegd: als je geen migratie wilt, moet je je economie naar de knoppen helpen. Maar wie heb je daarmee?”


Lees ook

Coalitie oneens over inperken arbeidsmigratie, blijkt bij debat

VVD-Tweede Kamerlid Thierry Aartsen overhandigt het visiedocument op arbeidsmigratie aan  minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, NSC), voorafgaand aan een debat over arbeidsmigratie in de Tweede Kamer.