De witte rozen, de kleurige boeketjes en het bosje lavendel die zijn achtergelaten voor het Capital Jewish Museum, ter nagedachtenis van het jonge stel dat hier eind mei werd doodgeschoten, zijn verwelkt en verdroogd in de brandende zon van Washington. David Wasserman (70) – korte broek, blauwe pet, ronde bril – staat stil bij het geïmproviseerde monumentje voor Sarah Milgrim en Yaron Lischinsky en maakt er een tiental foto’s van. „Ik probeer niet bang te zijn na wat er hier en in Colorado gebeurd is. Maar toen ik hier naartoe liep, had ik toch een knoop in mijn maag.”
Wasserman komt uit San Francisco en bezoekt kort na de aanslag samen met zijn partner de Pride-festiviteiten die op dat moment in de hoofdstad plaatsvinden. „Jood en homo, het voelt op dit moment dubbel kwetsbaar”, zegt hij, voordat hij bij de zijdeur van het museum door een beveiliger gecontroleerd wordt. De voordeur is voorlopig dicht. Het personeel is nog „overstuur”, zegt een medewerkster.
Het museum gewijd aan Joden in Washington, dat twee jaar geleden openging, toont op dit moment de expositie LGBTJews in the Federal City. Op de avond dat twee jonge medewerkers van de Israëlische ambassade werden vermoord, door een man die „free, free Palestine” riep, vond hier een netwerkbijeenkomst plaats voor jonge diplomaten over bruggen bouwen in het Midden-Oosten.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133617303-6962cf.jpg|https://images.nrc.nl/nkoz8RKPdndxge_WIQTwr2LnxXU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133617303-6962cf.jpg|https://images.nrc.nl/WF4s-esRaA2vMtEYPnC5uGAcw8Y=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133617303-6962cf.jpg)
David Wasserman (rechts) naast zijn partner Neil Hart. „Trump misbruikt retoriek tegen antisemitisme om zijn culturele agenda aan universiteiten op te dringen”, meent Wasserman. Foto Emilie van Outeren
In april werd de ambtswoning van de Democratische gouverneur van Pennsylvania, Josh Shapiro, in brand gestoken en vernield. Vijftien mensen, onder wie een vrouw die de Holocaust overleefde, raakten begin juni gewond in Boulder, Colorado, toen een Egyptische man hen aanviel met onder meer een geïmproviseerde vlammenwerper. De slachtoffers namen deel aan een kleine mars van overwegend Joodse mensen die pleitten voor de vrijlating van door Hamas gegijzelde Israëliërs. Zij zijn kritisch over de manier waarop de regering-Netanyahu de oorlog in Gaza voert. Ook in Pennsylvania en Colorado beriepen de daders zich op die oorlog.
‘Meer mainstream geworden’
Antisemitisch geweld is in de VS terug van nooit weggeweest. Het is van gezicht veranderd. En het wordt volgens veel Amerikanen van Joodse afkomst onvoldoende veroordeeld en bestreden.
„De laatste twee daders voldoen niet aan het typische profiel van een man die eenzaam in zijn kelder voor complottheorieën is gevallen”, zoals de rechtse extremist die in 2018 elf mensen doodschoot in een synagoge in Pittsburgh, zegt Ron Halber, de leider van een lokale Joodse lobby-organisatie. „Ik gruwel ervan het te zeggen, maar radicalisering is meer mainstream geworden. Het meeste antisemitisme op dit moment wordt niet langer gevoed door oude stereotyperingen over Joden, maar vooral door haat tegen Israël.”
Volgens Halber was die verschuiving al zichtbaar voor de Israëlische vergelding van de aanslagen van 7 oktober 2023 en de voortdurende vernietiging van Gaza. Wel is sindsdien het aantal gerapporteerde antisemitische incidenten verveelvoudigd. Ook islamofobie bereikte een nieuwe piek en vlak na de Hamas-aanslagen werd in Chicago een zesjarig jongetje van Palestijnse afkomst vermoord.
Een gevoel van veiligheid is verdwenen. „Het is jachtseizoen op Joden”, zegt Halber. „Deels gelegitimeerd door de vreselijke term antizionisme: tegen de ideologie die stelt dat de Joodse gemeenschap het recht heeft op een eigen staat. Alsof het dan niet meer over mensen gaat.”
Joden in Washington en de randsteden in Maryland en Virginia vormen de op twee na grootste Joodse gemeenschap in de VS. Weinig inwoners hier zijn als zodanig herkenbaar, in tegenstelling tot New York en Los Angeles, waar een flink aantal ultra-orthodoxe joden woont. Maar ze voelen zich kwetsbaar op plekken waar ze samenkomen, in synagogen, Joodse scholen, buurtcentra, koosjere restaurants.
Waar zijn al die mensen nu Joodse Amerikanen bescherming nodig hebben?
„Ik kijk altijd over mijn schouder. Ik ga niet meer naar grote evenementen. Ik draag zelfs het armbandje met sterren niet meer dat ik vaak om had”, zegt Jacqueline (55). De makelaar, die uit angst niet met haar achternaam in de krant wil, toont haar linkerpols wanneer ze de grote synagoge in Rockville, Maryland, uitloopt. De orthodoxe B’nai Israel congregatie heeft hier, even ten noorden van Washington, een complex met een gebedshuis, privéschool, kinderopvang, bejaardentehuis, buurtcentrum met zwembad en sportschool. Er staan twee politieauto’s op het parkeerterrein, maar het is gemakkelijk toegankelijk.
Jacqueline is enorm geschrokken van de recente aanslagen. En van de reactie in de Amerikaanse samenleving. Of eigenlijk, het gebrek daaraan. „Ik voel zoveel haat en zo weinig steun. Wij stonden allemaal te demonstreren voor Black Lives Matter. We gingen allemaal de straat op voor vrouwenrechten. Waar zijn al die mensen nu Joodse Amerikanen bescherming nodig hebben?”
Opgeschroefde beveiliging
Bij het Edlavitch, een groot Joods gemeenschapshuis in de hoofdstad, zegt directeur Jennifer Zwilling iets vergelijkbaars. Zij heeft zich altijd ingezet voor sociale rechtvaardigheid en diversiteit. En juist nu er een president aan de macht is die daar lak aan heeft, voelt Zwilling zich ook minder welkom bij links Amerika. „Ik snap de solidariteit met de Palestijnen die omkomen in Gaza, maar waar is de solidariteit met ons: Amerikaanse Joden die wat de Israëlische regering doet categorisch afkeuren, maar nu kwetsbaar zijn in dit land?”
Het recente geweld maakt haar schichtig. Zo kijkt de vrouw met donkere krullen ook om zich heen in de caféruimte van haar historische pand. Opeens moet ze veiligheidsmaatregelen nemen bij haar instituut. Een metaaldetector, een sluis met twee elektronische deuren bij de ingang. Mensen moeten zich nu voor elk evenement van Edlavitch een etmaal van tevoren inschrijven, zodat gecontroleerd kan worden wie zij zijn. Het adres van de diplomatenbijeenkomst was geheim totdat mensen zich aanmeldden via de website. Zo wist de schutter dat hij bij het Joodse museum Joden kon doodschieten.
Net als anderen in de Joodse gemeenschap die wel eens in Europa zijn geweest heeft Zwilling ervaren dat synagogen daar nauwelijks toegankelijk zijn vanwege alle veiligheidsmaatregelen. „Ik wil niet dat we hier ook zulke bunkers moeten creëren”, zegt ze.
Collectief gevoel van onveiligheid
Dat de slachtoffers, Milgrim en Lischinsky, christenen waren en medewerkers van de ambassade, in dienst van de Israëlische regering, heeft hun dood voor veel mensen gerechtvaardigd, zegt Gil Preuss, die een lokale, Joodse, filantropische club leidt. „Ik hoor veel zorgen van mensen over hun persoonlijke veiligheid, maar vooral over de collectieve veiligheid. Joden zijn in de geschiedenis altijd doelwit geweest, maar dit keer worden we aangevallen vanwege een oorlog die wordt uitgevoerd door een buitenlandse regering. Als Amerikaanse Joden worden we verantwoordelijk gehouden voor wat Israël doet. Wij zijn geen burgers van Israël, wij stemmen daar niet, we steunen de regering niet en hebben er geen invloed op.” Andere bevolkingsgroepen worden niet zo behandeld. „Ik zie geen Amerikaan van Russische afkomst die doelwit van geweld is vanwege de oorlog in Oekraïne.”
Volgens Preuss zijn Joden in de VS voor steeds meer landgenoten guilty by association. „Dit is niet uniek: zie de moslims na ‘9/11’, Aziaten tijdens corona. Meer mensen zijn hier slachtoffer van. Maar het overkomt ons op een moment dat er meer animo bestaat voor fysiek geweld in dit gepolariseerde land.”
Trump doet niets voor Joden in zijn eigen land
Met de rest van Washington stemde een ruime meerderheid van de Joden hier in november op de Democraat Kamala Harris, niet op de Republikein Donald Trump. Ze kijken met gemengde gevoelens naar hoe de huidige president vermeend antisemitisme aanpakt, vooral op universiteitscampussen. „Ik zou dolgraag willen dat de regering beleid maakt om jongeren beter te onderwijzen over de Holocaust en waar antisemitisme toe kan leiden”, zegt Preuss. Anders vreest hij, vanwege de afstand tot de Tweede Wereldoorlog en de nabijheid van de Gaza-oorlog, „een generationele verschuiving waarin antizionisme en antisemitisme acceptabel worden”.
Lees ook
Antisemitisme is een begrip waarover al twee eeuwen geruzied wordt
David Wasserman, bij het Joods museum, is kritischer over Trump. „Hij misbruikt retoriek tegen antisemitisme om zijn culturele agenda aan universiteiten op te dringen, maar hij doet niets voor Joden in zijn eigen land. Na de aanslag in Boulder had hij het er alleen maar over dat de dader illegaal in het land is, niet over wat hij denkt te doen tegen antisemitisch geweld.” Er komt tegenwoordig meer en ander anti-Joods geweld van links, „maar dat betekent niet dat wij ook maar enigszins veilig zijn bij rechts”.
