Altaarsteen uit Stonehenge kwam per boot uit Schotland, 750 km verderop

De centrale ‘altaarsteen’ van Stonehenge, waar midzomer bij zonsopgang zo mooi het zonlicht op valt, komt helemaal uit Schotland, 750 kilometer naar het noorden van het Zuid-Engelse Salisbury Plain, waar de grote prehistorische steencirkel ligt.

De geologische toewijzing van de steen aan het zogenoemde old red sandstone (oude rode zandsteen) uit Noordoost-Schotland is een nieuwe aanwijzing voor de grote onderlinge contacten tussen ver van elkaar gelegen gebieden in de late steentijd. De steen is waarschijnlijk op een boot of een vlot naar het zuiden vervoerd, geen geringe opgave in de ruwe wateren van de Noordzee, zo schrijft een team van Britse en Australische geologen en archeologen deze week in Nature.

De altaarsteen ligt plat, onder twee grotere zogeheten sarsen-stenen.
Foto Nick Pearce, Aberystwyth University

De gebroken steen van vier bij één bij een halve meter wordt altaarsteen genoemd omdat hij al sinds mensenheugenis plat op de grond ligt – er zijn zelfs andere stenen half overheen gevallen – maar waarschijnlijk stond hij van oorsprong overeind, toen dat deel van Stonehenge gebouwd werd rond 2500 v.Chr.

Het was al bekend dat de kleinere ‘blauwe stenen’ uit de binnenste ringen van Stonehenge uit de Preseli-heuvels in Wales kwamen, 250 km verderop. Een paar jaar geleden werd ook bekend dat een aantal van die stenen al eerder deel uitmaakten van een steencirkel in diezelfde regio in Wales. De grotere zogeheten sarsen-stenen komen van dichterbij, slechts 25 km van Stonehenge. De altaarsteen is ook een blauwe steen, zij het iets groter dan de andere. Altijd was de overtuiging dat die ook wel uit Wales zou komen, maar heel sterk was die overtuiging niet door allerlei geologische verschillen met stenen uit dat gebied. Op basis van precieze kenmerken en dateringen van de steen en de ingevangen resten van oudere steensoorten (detrital grains) in de steen hebben geologen vastgesteld dat hij vrijwel zeker afkomstig moet zijn uit het Grampian Terrane in Noordoost-Schotland.

Een steen van zes ton

Dat is ver weg. Verplaatsing door gletsjerijs wordt door de geologen uitgesloten, het moet door mensen gedaan zijn. Maar hoe? Transport over land, door het dichtbeboste Brittannië van de steentijd, met ook de veel dwarsliggende oost-westrivieren, lijkt de onderzoekers onwaarschijnlijk.

Overzee dus, denken ze. Veel details van die mogelijke reis met een zes ton zware steen geven ze niet, zuidwaarts over de Noordzee en dan stroomopwaarts de Theems op tot in de buurt van het huidige Swindon, 40 km ten noorden van Stonehenge? Ze wijzen er wel op dat er op dat moment, 2500 v.Chr., al duizenden jaren scheepvaart rond de Britse eilanden bestaat, al is weinig bekend over de precieze boottypen. Huidenboten (currachs en coracles) en uitgeholde boomstammen liggen voor de hand, maar die hebben niet genoeg draagkracht voor zes ton altaarsteen. De oudst bekende boten van houten planken zijn uit ongeveer 1500 v.Chr, ruim tien meter lang, gevonden bij onder meer Southampton en in de monding van de Humber.

Uit de Grote Oceaan is bekend dat tussen de Polynesische eilanden in de prehistorie stenen van vele tonnen werden vervoerd op ingenieuze vlotten met zijliggers tegen het omslaan. Een sinecure kan het nooit zijn geweest. In het jaar 2000 werd een archeologisch experiment gedaan met vervoer van een blauwe steen uit Pembroke in Wales. De bedoeling was om via de Milford Haven Waterway en het Kanaal van Bristol oostwaarts te varen. Maar na amper vijf kilometer varen glipte de steen al uit de touwen tussen twee boten en verdween in de diepte. Zoals de archeoloog Mike Parker Pearson schreef in zijn boek Stonehenge, a new understanding (2013): „Uiteindelijk hebben 80 blauwe stenen het ooit gehaald tot Stonehenge, maar hoeveel zijn dan niet onderweg verloren gegaan? Zou de bodem van Milford Haven er dan niet vol mee moeten liggen?”


Lees ook

17 minuten lang schijnt de zon diep de grafheuvel in

17 minuten lang schijnt de zon diep de grafheuvel in