Alleen ’s nachts draaien op Saba nog de dieselgeneratoren

Reportage

Zonne-energie op Saba In 2050 moet de energie-voorziening van Nederland duurzaam en CO2-neutraal zijn. Het Caribische Saba is over twee jaar al zover.

Het vliegveld op Saba met daarnaast het park met zonnepanelen .
Het vliegveld op Saba met daarnaast het park met zonnepanelen .

Foto Remko de Waal/ ANP

Aankomen op Saba was altijd al spectaculair, op de kortste commerciële landingsbaan ter wereld, eindigend in de zee. Maar nu zie je, vanuit de lucht, nóg iets op het vulkanische eiland: een enorm veld vol zonnepanelen tegen een rotsige helling bij het vliegveld.

In 2050 moet de Nederlandse energievoorziening bijna helemaal duurzaam en CO2-neutraal zijn. Oók in drie bijzondere gemeenten in het Caribische deel van het koninkrijk. Het kleine Saba, met zijn 1.900 inwoners, is al bijna zover.

„We voorzien inmiddels in 63 procent van onze eigen electriciteitsbehoefte”, zegt Mark Zagers, de directeur van de Saba Electric Company, een nutsbedrijf waarvan het openbaar lichaam – vergelijkbaar met een gemeente – de enige aandeelhouder is. „Alleen ’s nachts draaien de dieselgeneratoren nog, zestien uur per dag hebben we zonne-energie. In 2025 zullen we op 90 procent duurzame energie zitten.”

Saba: 1.900 inwoners


5.600 panelen

Met de bouw van het zonnepark werd in 2018 begonnen. Het is volledig gesubsidieerd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, en de European Development Fund. De ceo van de Saba Electric Company, David Leonce, vertelt dat er inmiddels iets meer dan 5.600 panelen staan, en nog extra op het dak van de energiecentrale, van de watertoren, één bedrijf en drie particuliere woningen.

„Het ingewikkeldste was om de panelen hier te krijgen”, vertelt hij. Materieel moest per schip komen, en de enige haven ligt aan de andere kant van het eiland. En er is maar één weg op Saba, van veertien kilometer met stijgingen en dalingen van tot 35 procent, en scherpe bochten.

Die weg wordt wel ‘the road that could not be build’ genoemd. Volgens Nederland – sinds 1816 hoort het eiland definitief bij het koninkrijk – kon het niet, een weg aanleggen op Saba. Maar de Sabanen dachten van wel, en begonnen in 1938 zelf met de bouw. Ze zijn trots op die weg en op die mentaliteit dat als er wordt gezegd dat iets niet kan, zij het tegendeel kunnen bewijzen.

Zoals de aanleg van de zonnepanelen. Want behalve de logistieke uitdagingen, ligt Saba ook nog eens in orkaangebied. Door klimaatverandering is de verwachting dat de Bovenwindse Eilanden (naast Saba ook Sint Maarten en Sint Eustatius) vaker en door krachtigere orkanen getroffen zullen worden.


Lees ook een reportage over klimaatverandering op de Bovenwindse Eilanden

Leonce vertelt dat het zonnepanelenveld ‘orkaanproof’ is aangelegd, na een eerste mislukking. De panelen die als eerste werden gelegd, moesten worden afgebroken toen de fundering niet bleek opgewassen tegen hevige wind. „De palen zijn nu tweeënhalve meter de grond in geslagen”, zegt Zagers. Hij wijst naar boven, waar op de bergrug een aantal huizen staat. Wit, met rode daken en groene luiken, zoals alle huizen op Saba. „Daar woon ik. Mijn buurman wilde weten of als er een orkaan is, de panelen niet de lucht in vliegen tegen de huizen aan. Ik zei hem: ‘dan heb ik hetzelfde probleem’.”

Hij stelde zijn buurman gerust: „Ze weerstaan een orkaan categorie 4 op de schaal van Saffir-Simpson.” Dan worden er windsnelheden van 210 tot 249 kilometer per uur gemeten. Orkaan Irma, die in het naburige Sint Maarten negen op de tien huizen verwoestte, maar op Saba weinig schade veroorzaakte, had categorie 5.


Lees ook over de wederopbouw van Sint Maarten

Rotsige helling

Kritiek kwam er van sommige eilandbewoners op de esthetiek. Zagers vraagt retorisch: „Vind je niet dat het past in een omgeving van rotsen?” Hij zegt: „Dit stuk land kon niet ontwikkeld worden voor iets anders, en heeft ook niet de meest pittoreske uitzichten. Alleen vanuit de lucht en vanaf het vliegveld zie je de zonnepanelen liggen.”

Wat hielp, was het besef dat de duurzame energie Saba zelfvoorzienend maakt. Vrijwel alles moet immers geïmporteerd, en vaak ook via overslag in Sint Maarten, dat een diepere haven heeft.

Zo ook de diesel waarmee het eiland draaiende gehouden werd. „We waren volledig afhankelijk van de veranderlijke prijs van brandstof en van de scheepvaart”, zegt Zagers. „Het putte ons uit: tussen 2020 en 2022 was er een prijsstijging van 225 procent. Op het hoogtepunt kostte een liter diesel 1,54 dollar.”

Het was lastig uit te leggen dat hoewel de zonnepanelen nu het grootste deel van de energie opwekken, de prijs ervan wordt bepaald door de toezichthouder. Dus dat de energiekosten niet heel laag zijn. „Dankzij de zonnepanelen zijn ze in elk geval niet nog verder omhooggeschoten”, zegt Leonce. Nu betalen de Sabanen 185 dollar per maand, dat had volgens hem meer dan 220 dollar kunnen zijn.

Zonnepark op Saba.


Foto Remko de Waal/ ANP

De laatste loodjes om van 90 procent duurzame energie naar 100 procent te komen, zullen het moeilijkst zijn, denken Leonce en Zagers. „Nu gaat energiezuinigheid een rol spelen. Het verminderen van fossiele energie is één”, zegt Leonce. Zagers: „We hopen dat mensen hun wasmachine overdag gaan aanzetten, als er een energieoverschot is en niet ’s nachts als de generatoren aanmoeten.”


Lees ook over het recente bezoek van koning, koningin en kroonprinses aan het Caribisch deel van Nederland