Je moet het maar durven, na het enorme succes van The Rest is History: nog een podcast lanceren waarin twee mannen wat voor zich uitpraten over een historisch fenomeen. Toch werkt het goed: Thomas van Luyn die in Geschiedenis Inside Gijs van Engelen leegschudt over historische figuren als Elvis Presley, Abraham Lincoln en Coco Chanel. Het uitgangspunt: helden blijken schurken, barbaren blijken heiligen. Fans van de podcast noemen graag de afrekening met prins Bernhard en met de Soldaat van Oranje: de reactionaire coup-pleger Erik Hazelhoff Roelfzema. Zelf vind ik de afleveringen over Spinoza en Sinterklaas nog beter geslaagd. Je leert ondermeer hoe de goedheiligman de calvinisten wist te overleven, hoe zijn botten in Bari belandden, hij een stoomboot kreeg en waarom de Amerikaanse kerstman een Hollandse afkomst heeft – al komt zijn kostuum gewoon van de tekentafel van Coco-Cola.
Terwijl in Den Haag de toon richting Israël kritischer wordt als het om de verwoesting in Gaza gaat, blijft een scherpe veroordeling van de Israëlische aanvallen op Iran uit. Demissionair premier Dick Schoof sprak vorige week vrijdag over „alarmerende aanvallen”, zonder Israël expliciet te noemen. Later zeiden Schoof en minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) te „betreuren” dat Israël zich „genoodzaakt” voelde om de nucleaire installaties van Iran te bestoken.
Een dubbelzinnige formulering. De noodzaak van een aanval betreuren klinkt misschien een beetje kritisch, maar er spreekt vooral ook begrip uit voor de veiligheidszorgen van de Israëlische regering van premier Benjamin Netanyahu, die stelde dat het nucleaire programma van Iran voor Israël een „existentiële bedreiging” vormt. En dat terwijl juridische experts de afgelopen dagen benadrukten dat Israël volgens het internationaal recht deze aanvallen niet zomaar mag uitvoeren.
Dat de Nederlandse regering de situatie rond Iran anders weegt dan de oorlog in Gaza is niet verrassend. In de hele westerse wereld wordt het nucleaire programma van Iran al jaren als bedreigend gezien. Zo hielp de Nederlandse AIVD Israël en de Verenigde Staten in 2007 bij de sabotage van het nucleaire complex in Natanz. Het Iraanse regime geldt daarnaast voor veel westerse landen als vijandig, vanwege de zware repressie tegen de eigen burgers en de steun voor terroristische groeperingen als Hamas, Hezbollah en de Houthi’s.
Lees ook
‘De Israëlische aanval op Iran valt niet onder het recht op zelfverdediging’
Contrast
Het begrip voor Israël rond Iran contrasteert met het kritischer geluid dat het demissionaire kabinet de afgelopen tijd rond Gaza liet horen. Dat gebeurde onder grote maatschappelijke druk: afgelopen zondag demonstreerden volgens Oxfam Novib nog 150.000 mensen in Den Haag tegen het Nederlandse Israël-beleid. Minister Veldkamp drong in Brussel eerder aan op een EU-onderzoek naar mogelijke schending van de voorwaarden die in het Associatieverdrag met Israël staan, een verdrag dat vrijhandel garandeert en politiek en economisch van groot belang is voor Israël. De uitkomst van dat onderzoek wordt volgende week verwacht, waarna in EU-verband mogelijk extra stappen tegen de Israëlische regering worden besproken.
De vraag is in hoeverre de oorlog met Iran de animo om Israël harder aan te pakken zal veranderen. In veel andere Europese landen klonk afgelopen week ook begrip voor de Israëlische bombardementen. EU-commissievoorzitter Ursula von der Leyen en de Britse premier Keir Starmer benadrukten het recht van Israël op zelfverdediging en de Duitse bondskanselier Friedrich Merz sprak zijn volledige solidariteit uit met Israël en beschuldigde het Iraanse regime van het aanwakkeren van regionaal terrorisme.
Vanwege de situatie in Gaza leeft in EU-verband discussie over sancties. Eerder deze maand plaatsten het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Noorwegen de Israëlische ministers Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir op de sanctielijst vanwege hun rol in het geweld tegen Palestijnen. Een aantal partijen in de Tweede Kamer wil dat Nederland hier in EU-verband ook werk van maakt. Volt-leider Laurens Dassen diende hier eerder samen met GroenLinks-PvdA, D66 en SP een motie voor in. Het demissionaire kabinet-Schoof liet woensdag in een brief aan de Kamer weten zich aan te sluiten bij een Zweeds initiatief om binnen de EU sancties tegen de twee Israëlische ministers te overwegen.
Tien jaar geleden lag er nog een akkoord. Nu dreigen we af te glijden naar een wereld waar zulke afspraken geen betekenis meer hebben
Sancties
Deze motie dateert van vóór de Israëlische aanval op Iran, maar volgens Dassen maakt die aanval de oproep alleen maar urgenter: „Ik ben sowieso voor sancties tegen Israël – politiek, economisch en een wapenembargo – vanwege wat er gebeurt in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Maar met deze escalatie in Iran erbij, is dat des te noodzakelijker.”
Ook Kati Piri (GroenLinks-PvdA) vindt niet dat de dreiging van Iran tot Nederlands begrip voor de Israëlische acties moet leiden. Piri waarschuwt voor een wereld „waarin macht het wint van recht, en elk land denkt: ik bombardeer gewoon een ander”. Zulke aanvallen zijn volgens haar een directe schending van het internationaal recht. Ze wijst erop dat Nederland altijd hecht aan VN-regels, maar dat die nu lijken te eroderen: „Tien jaar geleden lag er nog een akkoord [met Iran]met steun van de VS, Rusland, China en Iran. Nu dreigen we af te glijden naar een wereld waar zulke afspraken geen betekenis meer hebben.”
Bij rechtsere fracties klinken andere geluiden. Regeringspartij VVD, de laatste weken iets kritischer over het geweld in Gaza, schaarde zich vol achter Israël als het om Iran gaat. VVD-leider Dilan Yesilgöz sprak van „een begrijpelijke actie van Israël, gericht op het kernwapenprogramma”, fractiegenoot Eric van der Burg noemde het Iraanse regime „zeer gevaarlijk, met kernwapens al helemaal.”
Ook NSC-Kamerlid Isa Kahraman noemde de Israëlische aanvallen „een noodzakelijke stap”. Hij verwijst daarbij naar het laatste rapport van het Internationaal Atoomagentschap, dat vorige week werd gepubliceerd. „Dit is het meest vergaande rapport van de afgelopen twintig jaar, Iran houdt zich niet aan de afspraken.” Kahraman heeft wel een kritische noot, nu de Verenigde Staten onder leiding van president Donald Trump zich mogelijk ook in de oorlog willen mengen. „Het is een verschrikkelijk regime, maar wij moeten oppassen dat we niet overal regime change proberen af te dwingen. Dat moet de wil van het volk zijn – ik hoop dat we die les inmiddels geleerd hebben.”
Lees ook
Angstige Iraanse burgers voelen zich in de steek gelaten. ‘Terwijl Israël woonwijken bombardeert, is het regime druk met propaganda’
Vertrouwdheid, dat moeten de twaalf winkels uitstralen die Blokker woensdag heropende. De schappen zijn als vanouds gevuld met de huishoudproducten waar de keten tot het faillissement afgelopen november om bekendstond: koekenpannen, stofzuigers, dweilemmers, mokken en boodschappentrolleys. „Welkom bij jouw Blokker”, staat op de beveiligingspoortjes bij de ingang. „Leuk dat je er bent!”, valt op de muur achter de kassa te lezen.
Volgens medewerker Kayleigh van Galen (25) stond de eerste klant om half 8 al voor de deur bij het heropende filiaal aan de Rozengracht in Amsterdam. „Terwijl we pas om tien uur opengingen.” Van gigantische drukte is vlak na lunchtijd geen sprake, maar regelmatig stappen er mensen naar binnen. Op zo’n zonnige dag ondervinden winkels altijd concurrentie van de terrassen, zegt Van Galen.
Een woordvoerder van het hoofdkantoor wil geen exacte bedragen noemen, maar zegt in de namiddag wel dat de omzetcijfers „veel hoger dan verwacht” zijn.
Cynthia Hendriks (72) heeft op de eerste dag gelijk een strijkplank met vrolijke opdruk van het huismerk gekocht. „Ik was hier vaste klant, de winkel is dicht bij mijn huis.” Ze is blij dat Blokker terug is. „Hier haal ik vazen en serviesgoed, plastic opbergboxen. Allemaal dingen die ik toch eerst wil zien voor ik ze koop.”
Meer online kopen
Sinds Blokker eind vorig jaar zijn deuren sloot, zijn consumenten meer huishoudelijke artikelen online gaan kopen. Dat signaleert brancheorganisatie Thuiswinkel.org in haar kwartaalonderzoek over de onlinewinkelmarkt. In de eerste drie maanden van dit jaar werd voor 620 miljoen euro aan spullen in de huishoudcategorie besteld, 46 procent meer dan een jaar eerder. Webwinkels weten nu 36 procent van de huishoudmarkt te bedienen, dat was een jaar eerder nog 24 procent.
Online spullen kopen piekte tijdens de coronapandemie begin 2021 en liep daarna iets terug. Afgelopen kwartaal was voor het eerst weer sprake van groei, waarbij de categorie huishoudproducten de voornaamste drijver was.
Hendriks moet daar niets van weten. „Online bestellen doe ik alleen maar als ik het niet kan tillen”, zegt ze, voor ze haar nieuwe strijkplank van de grond oppikt om ermee naar huis te lopen. Het heropende Blokker heeft nog geen webwinkel. Die moet er op termijn wel komen.
Personeel terug
Vertrouwd is ook het personeel, zegt Van Galen. Ze werkte bijna tien jaar lang bij Blokker. Na het faillissement ging ze aan de slag bij bouwmarktketen Gamma. Daar had ze het naar haar zin, maar al na een paar maanden benaderde Blokker haar om terug te komen. „Ik moest er een halve dag over nadenken, maar ging het heel snel alweer voor me zien.” Binnenkort heropent ze ‘haar’ winkel in Lelystad, waar ze eerder ook al leiding aan gaf.
Tot het faillissement vorig jaar had Blokker bijna 400 winkels. Die komen niet allemaal terug: het bedrijf wil de komende periode nog zo’n dertig vestigingen openen. Daarnaast zijn er 39 franchisewinkels van zelfstandige ondernemers, die niet bij het faillissement betrokken waren. Gesprekken tussen de franchisers en het nieuwe Blokker lopen nog. Voorlopig opereren ze los van elkaar, maar wel met dezelfde winkelnaam.
Blokker NEW
In de heropende winkels zijn veel stellingkasten en toonbanken hergebruikt. Kleine aanpassingen zijn wel gedaan. Daarin valt de hand van Roland Palmer te herkennen, de telg van de Blokker-familie die na het faillissement voor 1 miljoen euro de merkrechten opkocht. Tussen 2011 en 2015 leidde hij het winkelconcern ook al. Bij zijn aantreden toen waren de winkels zwaar verouderd – in veel filialen lag al decennialang hetzelfde bruine tapijt op de vloer. Onder zijn bewind kwam er in 2014 een „nieuwe Blokker”: weg met het tapijt, schappen werden verlaagd om klanten meer overzicht te geven en muren van onafgewerkte baksteen moesten de winkels ‘huiselijker’ maken.
Lees ook
Oud-topman Roland Palmer werd ontslagen, maar krijgt nu Blokker in handen. Wie is hij?
Het was een moeizame en dure operatie, waarbij Palmer werd tegengewerkt door zijn oom en mede-bestuurder Ab Blokker. Uiteindelijk was Palmer gedwongen te vertrekken. Daarna kwamen buitenstaanders aan het roer. Zij voerden een nog veel ingrijpender verbouwing uit, waarbij winkels een totaal andere uitstraling kregen onder de naam „nieuwste Blokker”. Filmster Sarah Jessica Parker werd als boegbeeld aangetrokken, klassieke Blokkerspullen werden vervangen door hippe designproducten. Te hip, zouden retailexperts later oordelen: de traditionele doelgroep raakte erdoor vervreemd, terwijl nieuwe klanten er niet in groten getale door aangetrokken werden.
‘Het ouderwetse gevoel’
Onder de tweede keer Palmer – het bedrijf heet inmiddels Blokker NEW – keert de keten deels terug naar zijn plannen uit 2014. Het moderne logo dat na zijn eerdere vertrek werd ingevoerd – kleine letters met een oranje punt achter de naam – heeft weer plaats moeten maken voor de klassieke versie van zeven oranje blokjes met de naam in hoofdletters. Dat moet voor herkenbaarheid, nostalgie en „het ouderwetse gevoel” zorgen.
De wanden die tijdens de vorige opfrisbeurt grijs waren geschilderd, hebben een behangetje met baksteenlook gekregen. „Dat geeft meer sfeer”, zegt Van Galen. „We willen dat klanten zich weer bij ons thuis voelen.” Gangpaden zijn breder geworden, wat de winkel toegankelijker moet maken voor zowel bezoekers met een kinderwagen als met een rollator.
Sommige zaken zijn geschrapt. „We hebben geen DHL-punten meer. Eerst was je vooral afhaalpunt en probeerde je daarnaast klanten te helpen, nu ligt de focus weer op onze eigen klanten.”
Sommige mensen kunnen het, sommige vogelsoorten ook. Maar nooit eerder was er een ongewervelde ontdekt die lange afstanden kan navigeren op de sterren. De Australische bogong-mot brengt daar verandering in: die gebruikt een ‘sterrenkompas’ om zo’n duizend kilometer te vliegen naar een plek waar hij nooit eerder is geweest. Dat schrijft een internationaal biologenteam in Nature. Daarmee zijn de prestaties van de nachtvlinder imposanter dan die van de mestkever, die zich óók op de Melkweg kan oriënteren maar dan alleen voor korte afstanden.
Dat motten gek zijn op licht is geen verrassing: iedereen kent het dramatische lot van nachtvlinders die in een kaarsvlam vliegen. Uit ander onderzoek is al langer bekend dat motten de maan kunnen gebruiken om zich te oriënteren. Volgens sommige theorieën zouden motten kaarslicht voor de maan aanzien en daardoor hun ondergang tegemoet vliegen.
Het huidige onderzoeksteam wilde weten of motten ook het licht van verre sterren kunnen onderscheiden. Die zijn in tegenstelling tot de maan immers de hele maand te zien: veel makkelijker bij het navigeren tijdens een lange tocht. De biologen ontdekten eerder al dat de centimetersgrote bogong-motten (Agrotis infusa) zich ook kunnen oriënteren met behulp van het aardmagnetisch veld. Dat, in combinatie met visuele clues zoals maanlicht of sterrenlicht, zou ze kunnen helpen bij hun epische queeste.
Enkele maanden in zomerrust
De insecten verpoppen zich tot volwassen nachtvlinder in de Australische lente en moeten dan vóór de verzengende zomerhitte aanbreekt een koele schuilplek zoeken. Die vinden ze in hoge grotten in het uiterste zuidoosten van Australië, nabij de kust. Daar gaan ze enkele maanden in zomerrust, de zogeheten ‘estivatie’. Maar voor het zover is moeten ze die plek wel kunnen vinden, terwijl ze er nooit eerder geweest zijn (en er ook nooit meer zullen terugkeren: in de Australische herfst keren ze terug naar hun geboortegrond om daar te paren en te sterven).
De biologen vingen de motten met behulp van een speciale lichtval. Daarna werden de insecten in een vliegsimulator geplaatst, die naar behoeven kon worden aangepast. Zo kon er een nachtelijke hemel met sterren en zonder maan worden getoond, en kon ook het effect van het aardmagnetisch veld tijdelijk teniet worden gedaan. Uit die onderzoeken bleek dat de motten inderdaad kunnen navigeren op de sterren en daarbij zelfs kunnen corrigeren voor seizoensgebonden veranderingen. De biologen ontdekten in het mottenbrein ook enkele visuele neuronen die direct betrokken zijn bij de oriëntatie op het sterrenkompas.
Dat de bogong-mot ook echt individuele sterren kan zien met z’n kleine samengestelde insectenogen lijkt overigens onwaarschijnlijk. Vermoedelijk is het vooral de Melkweg die helpt bij het navigeren. Van mestkevers is ook bekend dat ze hun poepballetjes in een rechte lijn kunnen voortduwen door zich te oriënteren op de heldere baan van het sterrenstelsel. Maar, concluderen de biologen, dat doen de kevers hooguit voor een paar minuten, en niet in één specifieke richting – de enorme afstand die de nachtvlinders moeten afleggen, vele nachten achter elkaar, is veel indrukwekkender.