Bij de verkoop van woningen wordt te weinig rekening gehouden met potentiële waterschade door overstromingen of funderingsproblemen door droogte. Huizen worden door deze klimaatrisico’s mogelijk te duur verkocht en huizenkopers kunnen financiële problemen krijgen als zij de reparatiekosten niet kunnen betalen. Daarvoor waarschuwt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dinsdag in haar jaarlijkse beschouwing van haar toezicht op de financiële markten.
De toezichthouder ziet klimaatschade door overstromingen en verdroging als een groeiend risico voor de woningmarkt, zegt voorzitter Laura van Geest. „We zien dat het maatschappelijk bewustzijn hierover achterloopt. Wij vinden dat zorgelijk, omdat dit grote risico’s voor consumenten kan vormen.”
Als bij verdroging het grondwaterpeil zakt, komt er zuurstof bij de fundering. Sommige woningen – met name die op houten palen zijn gebouwd, wat bijvoorbeeld in Rotterdam en Amsterdam veel het geval is – kunnen daardoor gaan verzakken. De herstelkosten hiervan bedragen volgens de AFM gemiddeld 50.000 euro, en kunnen oplopen tot 100.000 euro. Verzekeraars vergoeden funderingsschade niet. Ook schade door overstromingen van de zogeheten ‘primaire waterkeringen’, zoals de Noordzee, de Waddenzee en de grote rivieren, is op dit moment niet verzekerd.
AFM-voorzitter Van Geest brengt de overstromingen in Limburg van de zomer van 2021 in herinnering. De schade door deze overstromingen wordt op 1,8 miljard euro geschat. Voor gedupeerden die aan de rivier de Maas wonen, was de schade niet verzekerd. De Rijksoverheid sprong bij, onder meer met een bijdrage uit het Nationaal Rampenfonds en via de Wet tegemoetkoming schade bij rampen. Verzekeraars zijn wel in gesprek met de overheid om dit soort schades verzekerbaar te maken.
Watersnood of verdroging
De AFM pleit ervoor dat klimaatrisico’s meer worden meegewogen in de vraagprijs van een woning. Bij aankoop van een woning moet het risico worden ‘ingeprijsd’. Zo komen kopers niet voor verrassingen te staan. Wie een hypotheek afsluit, kan tot de volledige waarde van de nieuwe woning lenen. Als er door watersnood of verdroging vervolgens schade ontstaat, kan de woning in waarde dalen. „Dan staat je nieuwe huis dus niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk onder water. Daar willen we als toezichthouder voor waarschuwen”, aldus Van Geest. Specifieke delen van Nederland die gevaar lopen, noemt de AFM niet, maar te denken valt aan kustgebieden en andere gebieden die onder het NAP leggen en daardoor kwetsbaar zijn voor overstromingsgevaar.
Bij het vaststellen van klimaatrisico’s zou een speciaal klimaatlabel kunnen helpen, zoals er nu ook al energielabels bestaan. Met zo’n label kunnen de risico’s voor specifieke woningen in kaart worden gebracht, zodat aspirant-kopers weten waar ze aan toe zijn voor ze een bod doen. Bestaande data over overstromings- en verzakkingsrisico’s moeten voor zo’n label worden gebundeld en openbaar gemaakt. Het initiatief voor zo’n label moet volgens de AFM bij de overheid liggen, die dit samen met financiële instellingen en makelaars moet oppakken.
Voor huidige woningeigenaren zou het ‘inprijzen’ van klimaatrisico nadelig kunnen zijn; de waarde van hun woning kan er immers flink door dalen. Ook hier ziet de toezichthouder een rol voor de overheid. Die kan beleid maken om woningeigenaren in sommige gebieden te helpen met het financieren van funderingsherstel. Zo is er al een Fonds Duurzaam Funderingsherstel, waar een aantal gemeenten bij is aangesloten. Landelijk bestaat zo’n fonds nog niet.