Advocaat van ‘Thijs H.’ ziet kans op herziening na gewonnen tuchtzaak

De psychiater en psycholoog die geen aanwijzingen zagen voor een langdurige psychose van Thijs Hermans (‘Thijs H.’) toen hij in 2019 drie wandelaars in Den Haag en Brunssum uit het niets doodstak, zijn ook in hoger beroep door het Centraal Medisch Tuchtcollege berispt. Het deskundigenrapport dat zij schreven over Hermans (op eigen verzoek met volledige naam) „schiet tekort”, oordeelt de hoogste tuchtrechter in Den Haag, en dat valt ze allebei „ernstig” te verwijten. Het centraal tuchtcollege bevestigt hiermee deze woensdag de eerdere uitspraak van het regionaal tuchtcollege.

Het rapport speelde een belangrijke rol bij de uiteindelijke veroordeling van Thijs Hermans door het gerechtshof in Den Bosch in 2022 tot 22 jaar cel plus tbs. Vorig jaar bevestigde de Hoge Raad die straf. Twee eerdere deskundigenrapporten die tijdens de strafzaak waren gemaakt, waarvan een door het Pieter Baan Centrum, concludeerden juist dat Hermans vanwege zijn psychose volledig ontoerekeningsvatbaar was. Die rapporten gaven het advies om Hermans alleen de maatregel tbs op te leggen, zonder celstraf.

Dit kan het juridisch vereiste nieuwe feit zijn, het ‘novum’, dat nodig is voor een herzieningsverzoek bij de Hoge Raad

Bénédicte Ficq
advocaat van Thijs Hermans

„De argumentatie voor en tegen de aanwezigheid van een psychotisch toestandbeeld had uitgebreider en nauwgezet moeten worden behandeld en zo inzichtelijk worden gemaakt”, motiveert de hoogste tuchtrechter. „Ook de overwegingen tot de vraag of er sprake is geweest van middelengebruik zijn niet inzichtelijk en consistent. […] De onderbouwing van de bevindingen is hierdoor niet adequaat.”

Drie jaar na de veroordeling van Thijs Hermans ligt er met het wegvallen van het berispte rapport alsnog een kans op een heropening van de strafzaak, zegt advocaat Bénédicte Ficq: „Dit kan het juridisch vereiste nieuwe feit zijn, het ‘novum’, dat nodig is voor een herzieningsverzoek bij de Hoge Raad.”

Fouten tijdens behandeling

Naast de vandaag afgesloten tuchtzaak loopt er ook nog een civiele rechtszaak. Daarin stelt Hermans de Limburgse ggz-instelling Mondriaan verantwoordelijk voor fouten die zijn gemaakt tijdens zijn behandeling voorafgaande aan de moorden. Hermans kwam bij Mondriaan terecht na een suïcidepoging. Mondriaan stelde de diagnose ADHD en schreef Hermans het medicijn dexamfetamine voor. Tal van signalen dat die medicatie averechts werkte, leidden niet tot ingrijpen door de ggz-instelling en diens behandelaars. Volgens Hermans, gesteund door de twee eerder genoemde deskundigenrapporten, is hij verkeerd gediagnostiseerd en heeft de dexamfetamine zijn psychose verergerd of zelfs veroorzaakt. Advocaat Ficq: „Nu door de definitieve tuchtuitspraak van vandaag het derde rapport de prullenbak in kan, blijven alleen die eerste twee rapporten over.”

In die civiele zaak heeft de rechtbank in Maastricht inmiddels opdracht gegeven om een nieuwe deskundige onderzoek te laten doen naar de relatie tussen de vermeende misdiagnose, de medicatie, de psychose van Hermans en de moorden. Wanneer die zaak tot een eind komt is nog onduidelijk. Een deskundige die eerst bereid leek het onderzoek uit te voeren, is toch niet beschikbaar. Hermans en Mondriaan moeten nu op zoek naar een deskundige waar beide partijen en ook de rechtbank mee instemt.


Lees ook

Uitzonderlijke inmenging van OM in nasleep van zaak ‘Thijs H.’

Exterieur van de rechtbank in Maastricht.