‘Nou graag of niet’, zei John Berends toen hij zich in 1984 bij het CDA meldde

Profiel

Provincie De Gelderse commissaris van de koning John Berends viel al vroeg in zijn carrière op als ambitieuze politicus met lef. Nu hangt zijn lot aan een zijden draad na meldingen over ongewenst gedrag.

De Gelderse commissaris van de Koning John Berends staat de pers te woord na een ingelaste vergadering met de fractievoorzitters van de Provinciale Staten van Gelderland, op 18 september, na berichtgeving over meldingen over sociale onveiligheid op de werkvloer.
De Gelderse commissaris van de Koning John Berends staat de pers te woord na een ingelaste vergadering met de fractievoorzitters van de Provinciale Staten van Gelderland, op 18 september, na berichtgeving over meldingen over sociale onveiligheid op de werkvloer. Foto MARCEL KRIJGSMAN/ANP

John Berends is bijna afgestudeerd in 1984 als hij zich in zijn geboorteplaats Zwolle meldt bij de fractievoorzitter van het plaatselijke CDA. Hij wil de politiek in. Maar zo makkelijk gaat dat niet. Berends moet zich eerst melden bij het Zwolse bestuur van het CDA voor hij mogelijkerwijs in aanmerking komt. „Nou, graag of niet”, zegt Berends tegen de verbouwereerde leider van de christendemocraten. Daarop mag hij meteen blijven.

Berends, sinds 2019 commissaris van de koning in Gelderland, diepte de anekdote tot voor kort graag op bij mensen die naar het begin van zijn politieke carrière vroegen. Een fraaie loopbaan waarin donderdagavond mogelijk een onderbreking komt. Dan besluiten de fractievoorzitters in de Provinciale Staten of ze onderzoek laten doen naar klachten over de opstelling van Berends tegen ambtenaren, waarover De Gelderlander onlangs berichtte.

Lees ookDe uitgesproken commissaris van de koning wordt beticht van het creëren van een angstcultuur

Op de achtergrond blijkt de onvrede onder delen van de ambtenarij op het provinciehuis al langer te spelen. In november 2022 en mei van dit jaar deed de provincie een zogenaamd werkbelevingsonderzoek. Daaruit kwam een hoge werkdruk naar voren en klachten van medewerkers over ongewenst gedrag op sommige plekken in de organisatie, bevestigt een woordvoerder. Naar aanleiding van dat onderzoek in mei stelde de directie van de ambtelijke organisatie een verdiepingsonderzoek in naar ervaren sociale onveiligheid. Dat externe onderzoek loopt maar de Statenleden werden daarover niet ingelicht, net als over de uitkomst van de twee werkbelevingsonderzoeken. Volgens de woordvoerder omdat het „standaard personeelsbeleid” betreft.

Door de publicatie in De Gelderlander kwamen de klachten naar buiten én spitsten deze zich toe op Berends. „Ik ben wel iemand die in dit geval ambtelijke collega’s stevig aanspreekt op de geboden kwaliteit”, zei Berends (67) in een reactie tegen de NOS. „Dat kan wel eens stevig overkomen.” De CDA’er wil daar nu verder niets aan toevoegen.

Uit katholiek ondernemersgezin

Johannes Cornelius Gerardus Maria Berends groeit op in een katholiek ondernemersgezin in Zwolle. Zijn vader heeft een schildersbedrijf. De essentie van zijn opvoeding: hard werken, je talenten ontplooien, verantwoordelijkheid nemen en weten wat er onder de mensen speelt. „Je moet weten wat een biertje kost”, is in die tijd een gevleugelde uitspraak in huize Berends.

Als scholier werkt hij onder meer bij modeketen C&A, waar hij aan het verkopen van kostuums de meeste lol beleeft. Na de mavo en de havo aan het Thomas a Kempis Lyceum in de Hanzestad volgt Berends meerdere opleidingen. Naast zijn raadslidmaatschap werkt hij bij het landelijk selectie- en opleidingsinstituut van de politie. In 1998 wordt hij wethouder in Zwolle en krijgt zijn politieke carrière vaart. Na een jaar of zes volgt er telkens een nieuwe stap. Berends is ambitieus, spreekt vlot, houdt van de camera en toont lef.

Zo ziet hij in 2014 als burgemeester van Apeldoorn, in tegenstelling tot verschillende van zijn ambtgenoten, geen principiële bezwaren om de moordenaar van Pim Fortuyn te huisvesten in zijn gemeente. „Ik vind dat ieder vrij mens het recht heeft zich te vestigen waar hij wil”, zegt hij in een interview met NRC in die dagen.

De omgang met z’n paard

Alle mogelijke risico’s van zijn besluit heeft Berends door zijn hoofd laten gaan tijdens een ritje op zijn paard. Een methode die hij in zijn bestuurlijke carrière vaker hanteert. Hij ziet in de omgang met zijn paard zelfs een duidelijke parallel met de politiek, vertelt hij tijdens een tocht waarvan Omroep Gelderland in 2019 verslag doet. „Ik zeg wel eens: je moet zacht in de hand zijn maar tegelijkertijd wel resoluut en duidelijk. En dat geldt ook in de politiek”, zegt Berends. „Het is niet altijd even prettig om heel duidelijk te zijn maar je moet het wel zijn.”

Precies die opstelling is nu het onderwerp van gesprek op het provinciehuis in Arnhem, waar de fractievoorzitters zich donderdagavond verzamelen. Over het functioneren van Berends willen de meesten niets zeggen. Jaarlijks hebben ze in gezamenlijkheid een evaluatiegesprek met Berends. Zo ook in het najaar van 2022. „Maar wat daar is gewisseld, is vertrouwelijk”, zegt Stan Hellegers (D66). „En dat is alles wat ik nu wil en kan zeggen.”

Het toont de precaire positie waarin Berends is beland. Vrijwel niemand die NRC sprak wil publiekelijk iets over hem zeggen. Alleen burgemeester en partijgenoot Harry de Vries (Montferland) wil dat wel. „Mijn ervaringen zijn zonder uitzondering goed”, mailt De Vries. „Altijd bereikbaar voor burgemeesters, goed in de omgang.”

Kort voor zijn aantreden als commissaris zei Berends al de beperkte houdbaarheid van bestuurders te kennen, althans in theorie. In gesprek met een lokale omroep vertelde hij eind 2018 met een deskundige op het gebied van carrièreontwikkeling te hebben gesproken over de bestuurlijke cyclus van zes, zeven jaar. „Dan kennen ze je en gaat men zich heel erg richten naar wat jij van belang acht omdat jij dat waarschijnlijk prettig vindt”, zei Berends. „Soms kun je ook blind worden voor jezelf daarin. Dan is het goed om weer een andere uitdaging te zoeken.”

In het gesprek benadrukte hij het belang van zelfreflectie. „Ik probeer toch altijd te kijken: hoe loopt het? Hoe gaat het? Ik vraag veel feedback en zelfevaluatie.” Om te besluiten: „Dat klinkt allemaal mooi maar het is van essentieel belang. Anders ben je niet scherp genoeg meer.”