N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Finale Mannen Bondscoach Jeroen Delmee maakt gedurfde keuzes en wint met Oranje het EK. De 21-jarige Duco Telgenkamp wordt topscorer.
De negentiende EK-finale in de hockeygeschiedenis bij de mannen, tussen Nederland en Engeland, was er een om niet te vergeten. Noodweer boven het stadion in Mönchengladbach zorgt halverwege voor een onderbreking van ruim drie kwartier. De extra lange rust is slechts de opmaat voor de bizarre ontknoping van een wedstrijd waarin Oranje halverwege het vierde kwart bij een voorsprong van 2-1 soeverein spelend de Europese titel in zicht krijgt. Helemaal als de bondscoach van Engeland, Paul Revington, zijn keeper naar de kant haalt in een poging met elf veldspelers nog iets te forceren.
Revington lijkt zijn hand overspeeld te hebben als Derck de Vilder, de maker van de 1-0, alleen op het lege Engelse doel afgaat voor zijn tweede treffer van de middag en de beslissende 3-1. De pass op De Vilder is echter net iets te zacht en omdat de middenvelder van Oranje vervolgens ook nog treuzelt in de cirkel, kan een Engelse verdediger met een sliding redding brengen.
Bewondering en hilariteit strijden om voorrang bij de toeschouwers, die nog niet weten wat ze in de laatste vijf minuten van de finale te zien zullen krijgen. De Engelsman Phil Roper tikt namelijk de 2-2 achter keeper Maurits Visser, maar Nederland vecht de gelijkmaker aan. De bal zou eerst gevaarlijk hoog op het lichaam van een Oranje-verdediger zijn gekomen. Minutenlang beraad tussen de videoscheidsrechter en de arbiter op het veld resulteert in een strafbal voor Engeland, vanwege een eerdere overtreding van Lars Balk. Een voor velen onbegrijpelijke beslissing.
Nick Bandurak gaat achter de bal staan, maar zijn push wordt gestopt door Visser. Die zou echter met twee voeten voor de doellijn hebben gestaan, waarop Bandurak een herkansing krijgt. Ook die pusht hij niet langs Visser, waarna Engeland nog één keer de videoscheidsrechter om hulp vraagt. Tevergeefs. Nederland komt niet meer in de problemen en pakt de Europese titel plus een ticket voor de Olympische Spelen van Parijs.
Snikken in de dug-out
Terwijl de Oranje-internationals feestvieren, zit bondscoach Jeroen Delmée in zijn eentje te snikken in de dug-out. Na de prijsuitreiking wil hij best vertellen waarom dat was, maar eerst legt hij desgevraagd uit waarom Engeland nou precies een strafbal had gekregen. „De bal kwam hoog op de heup van Justen Blok, dus daarna kan er niet worden gescoord. Daarvoor maakt Lars een overtreding en dat is de reden dat hij een strafbal gaf. Maar waarom die strafbal overgenomen moest worden, begrijp ik dan weer niet.”
Delmée wil er verder niet veel meer over zeggen, want hij is vooral heel trots. „Deze jongens zijn twee jaar geleden begonnen, op weg naar Parijs, maar daar moet je dan eerst maar zien te komen.”
Met twee eindzeges in de Pro League, een derde plaats op het WK en een Europese titel kunnen de eerste jaren van Jeroen Delmée als bondscoach van de Nederlandse hockeyers gerust een succes worden genoemd. De voormalige international nam na de Olympische Spelen van Tokio, waar Oranje op een zesde plaats eindigde, de plaats in van Max Caldas. De geboren Argentijn werd met Nederland drie keer Europees kampioen en verloor in 2018 een WK-finale. Maar in de zeven jaar dat hij aan het roer stond, raakte Oranje steeds iets verder achterop bij de wereldtop en bleef vernieuwing van de selectie uit.
Delmée begint in de herfst van 2021 met veel nieuwe gezichten aan een nieuw tijdperk en weet dan niet wat hij kan verwachten, zegt hij destijds tegen NRC. „Het zijn allemaal jongens die goed kunnen hockeyen, maar we moeten eerst gaan aanhaken qua power en tempo. Ze moeten de beste willen zijn, dat gevoel moet sterker gaan leven. Denken dat het goed genoeg is, accepteer ik niet.”
Twee jaar later raakt Delmée na de EK-finale niet uitgepraat over zijn jongens. „Ze vreten hockey, ze vreten de lifestyle. Het is een ander Oranje. Dit maakt voor mij sport zo mooi, daarom ben ik coach. Je begint met niks en je wilt er iets van maken. Vanaf het moment dat we begonnen zijn met elkaar, steken we er als staf alles in, de jongens steken er alles in. Dan is het mooi dat hard werken beloond wordt.”
Gedurfde keuzes
Maar het zijn ook de gedurfde keuzes van Delmée die worden beloond. Het beste voorbeeld daarvan is Duco Telgenkamp. De 21-jarige aanvaller speelt pas één seizoen in de hoofdklasse, bij Kampong, maar Delmée ziet zijn potentie als goalgetter en selecteert hem in juni voor de Pro League. Telgenkamp scoort bij zijn debuut tegen India twee keer en speelt zich in de EK-selectie. In de halve finale tegen België en in de finale tegen Engeland maakt hij het winnende doelpunt, en met zes goals eindigt hij als topscorer van het EK.
Na elf interlands staat de teller voor Telgenkamp op elf goals, maar hij maakt vooral indruk door de manier waarop hij zich presenteert: met een aan arrogantie grenzende zelfverzekerdheid. „Ik weet dat als ik aansta, dan kan het gebeuren”, zegt hij als hij net zijn topscorerstrofee heeft opgehaald, plus de prijs voor grootste talent van het EK. „Ik ben gevaarlijk in de cirkel en bereid me goed voor op mijn tegenstanders. Dat doe ik individueel.”
De vraag is of Telgenkamp met zijn nieuwe status kan omgaan, maar daar maakt hij zich zelf geen zorgen om. „Ik ben geobsedeerd om de beste versie van mezelf te creëren. Dat is een heel mooi traject. Als je als mens blijft ontwikkelen en groeien, dan voel je je productief en lekker. Daar haal ik mijn plezier uit en vind ik het mooiste wat er is. Dit is pas het begin.”