‘De plasticsoep is een goede manier om meer over de oceaan te leren’

Erik van Sebille: „Als je me vraagt of een wetenschapper activistisch mág zijn dan zeg ik ja.”

Foto Lars van den Brink

Interview

Erik van Sebille | oceanograaf Erik van Sebille ligt meer wakker van het klimaatprobleem dan van de plasticsoep. „Ik wil weten hoe de oceaan werkt.”

‘Prof strike for climate’ staat in dikke, onregelmatige zwarte letters op een wit bord. Het bord leunt tegen het spreekgestoelte in de aula van de Universiteit Utrecht. Achter het spreekgestoelte staat Erik van Sebille zijn oratie te houden. „Later liep ik de zaal in, heel onconventioneel voor een oratie”, zegt Van Sebille eind mei, een week na zijn toespraak. „Ik dacht: de pedel trekt me wel terug, maar dat gebeurde niet.”

Zijn hoogleraarschap lijkt in meer opzichten onconventioneel. Oceanography and public engagement, heet de leerstoel. Van Sebille leidt zowel een groep met oceanografen die onderzoek doen aan oceaanstromingen en de verspreiding van plastic in de oceaan, als een groep met onder meer sociologen en communicatiewetenschappers die kijken naar de relatie tussen (klimaat)wetenschappers en de samenleving. „Het zijn twee aparte leeropdrachten die samenkomen in één hoogleraarschap”, zegt Van Sebille. De combinatie is zo gek niet, vindt hij. „De oceaan is een heel goed beginpunt om een gesprek over het klimaat te hebben.”

Hoe begon voor u het gesprek met de samenleving over oceanografie?

„Ik ben oceanograaf geworden omdat ik als student mee mocht op een expeditie op volle zee. Dat voelde heel stoer, Indiana Jones-achtig, en tijdens het werken met de oceanografen daar werd me pas echt duidelijk hoe weinig we eigenlijk weten van de oceaan. Ik ben daarna hier in Utrecht gaan promoveren op oceaanstromingen, ik moest berekenen hoe water van de Indische naar de Noord-Atlantische oceaan stroomt. Maar ik besefte dat er waarschijnlijk maar twee mensen echt geïnteresseerd waren in wat ik aan het doen was: ikzelf en mijn promotor. Ik ben toen praatjes gaan houden op scholen over klimaatverandering en het belang van de oceaan. Ik wilde mezelf verbreden en had behoefte om het grotere plaatje te zien.”

Ik merkte dat de samenleving graag wil weten hoe het zit met dat plastic, dat heb ik met beide handen aangegrepen

Later deed u onderzoek naar plasticsoep in de oceaan, en nu leidt u een project dat stukken oceaanplastic wil herleiden naar vervuilers. Wordt uw onderzoek steeds geëngageerder?

„Het plasticsoeponderzoek is min of meer toevallig op mijn pad gekomen. Eigenlijk wilde ik weten hoe snel water van Zuid-Afrika naar Groenland stroomt. Oceanografen gebruiken voor zulk onderzoek drijvende boeien ter grootte van een volleybal, voorzien van gps en allerlei andere sensoren. Maar de boeien die begonnen bij Zuid-Afrika kwamen helemaal niet aan in Groenland, ze verzamelden zich steeds in het midden van de zuidelijke Atlantische Oceaan. Het onderzoek lukte dus maar niet. Nou, zei mijn professor toen, waarom onderzoek je dát dan niet? Waarom blijven die boeien daar hangen?

„De plekken waar zulke boeien samenkomen zijn ook de plekken waar plasticsoep ontstaat. Maar waarom die plekken er zijn was onduidelijk, we wisten nog niet hoe die stromingen werken. Door het onderzoek naar oceaanstromingen aan plastic te verbinden, werd het echt een verhaal om te vertellen. Ik merkte dat de samenleving graag wil weten hoe het zit met dat plastic, dat heb ik met beide handen aangegrepen. Collega’s vroegen me op conferenties wel waarom ik me nou met dat plastic bezighield, klimaat is toch belangrijker. Maar plastic is een goede manier om meer over de oceaan te leren.”

De oceaan heeft in het hart van veel mensen een bijzondere plek veroverd

Weten we echt nog zo weinig over de oceaan?

„Ja, het is heel erg. Onze kaarten van het oppervlak de oceaanbodem zijn twintig keer slechter dan onze kaarten van het oppervlak van Mars. Dat komt doordat het zo moeilijk is metingen te doen in de oceaan. Het drukverschil tussen het aardoppervlak en de ruimte is 1 bar, het drukverschil tussen het aardoppervlak en de diepzee is 400 bar. Daar komt bij dat de oceaan zo zout is. Alle apparatuur is binnen een mum van tijd stuk.

„In de atlas zie je bij kaarten van de oceaan duidelijke pijlen die oceaanstromingen aanduiden. In werkelijkheid is de oceaan een kolkende massa water, met hogedrukgebieden, lagedrukgebieden en oceanische stromen. Chaos. Toen we eens tijdens een expeditie aan beide kanten van het schip tegelijkertijd een boei in het water gooiden, lagen die boeien een maand later 200 kilometer uit elkaar. Dat is ook de reden waarom er zo weinig brokstukken teruggevonden zijn van de MH370, het vliegtuig dat in 2014 neerstortte in de Golf van Thailand.”

In uw oratie zei u dat u meer wakker ligt van het klimaatprobleem dan van het plasticprobleem. Gaat u de bakens verzetten in de richting van het klimaat?

„Ik vind het moeilijk voor mezelf goed te praten dat ik zo bezig ben met plastic in plaats van met het klimaat. De samenleving ziet er aan het einde van deze eeuw heel anders uit en dat komt door opwarming van de aarde, niet door plastic. Maar ik ben ook een natuurkundenerd, wat me drijft is dat ik wil weten hoe de oceaan werkt, daarom blijf ik dat plasticonderzoek doen. Ik hoop dat door aandacht te geven aan het plastic het bewustzijn groeit dat mensen impact hebben op álle delen van de aarde. In de diepste delen van de Marianentrog, waar nog nooit een mens is geweest, wordt nog plastic gevonden.

„Ik denk dat wetenschapscommunicatie – en klimaatcommunicatie – heel goed kan plaatsvinden door het over de oceaan te hebben, dat is wel een reden om juist daar ook onderzoek naar te willen doen. De oceaan heeft in het hart van veel mensen een bijzondere plek veroverd, mensen gaan graag op vakantie naar zee, hebben er een romantisch idee bij. De oceaan is van niemand, daarom kun je er goed over praten, zonder vingerwijzen maar juist vanuit het gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid.”

Wij zijn de experts, het is onze plicht om de rol van waarschuwer in te nemen

Hoe activistisch kan een hoogleraar zijn, en hoe activistisch wilt u zelf zijn?

„Als je me vraagt of een wetenschapper activistisch mág zijn dan zeg ik ja. Wij als wetenschappers worden voor een groot deel door de samenleving betaald, en ik vind dat de samenleving dan mag verwachten dat wij aangeven wat een betere optie is. Sommigen zeggen dat de wetenschap alleen een menukaart mag opstellen, dat de samenleving dan zelf een keuze mag maken. Dat is de opstelling die het IPCC bijvoorbeeld lang heeft gehanteerd. Maar ik denk: wij zijn de experts, het is onze plicht om de rol van waarschuwer in te nemen.

„Een andere vraag is of het ook effectief is. Raakt het vertrouwen van de samenleving in de wetenschap beschadigd op het moment dat wetenschappers zich activistisch opstellen? Tot welk punt zijn wetenschappers geloofwaardig? Tot nu toe wijst het onderzoek erop dat het wel effectief is, tenzij er te ver buiten de expertise stelling wordt genomen. Dat wil ik verder onderzoeken. Ik houd niet van mensenmassa’s dus ik ga niet demonstreren op de A12, maar op mijn eigen manier hoop ik hiermee bij te dragen aan dat allergrootste doel: onder de anderhalve graad blijven.”