Sociologen worstelen met de wending naar psychologie

Lees-, kijk- en luistertips van onze redacteuren bij het nieuws. Deze week: tobberige sociologen in een leerzame bundel


Foto Getty Images

In grote steden in Amerika schijnen stelletjes bij hun eerste afspraak tegenwoordig vooral elkaars mentale nieren te proeven. Termen als attachment style en trauma bond beheersen het kennismakingsgesprek, volgens The New York Times.

Het zou een mooi onderwerp zijn voor sociologisch onderzoek: hoe wijdverbreid is deze trend? In welk sociaal segment doet die zich het sterkst gelden? Of zou het kwetsend zijn om voor zulk onderzoek juist een socioloog te vragen? Het verschijnsel illustreert immers nog eens hoezeer denken en – vooral – praten in psychologische termen het heeft gewonnen van de sociologie. Een culturele ontwikkeling die herhaaldelijk wordt gesignaleerd in De raadselen van de maatschappij. 100 jaar sociologie in Nederland.

Die sociologie staat onder druk van „de romantische wending die zich in het hedendaagse Westen voltrekt”, aldus Dick Houtman in zijn bijdrage aan de bundel. Zijn collega Abram de Swaan maakt gewag van een sterke „mentaliteitsverandering” van een sociale naar een psychische oriëntatie – al ziet hij in het groeiende engagement rond klimaat en ongelijkheid hoopvolle tekenen van een ommekeer.

De reflectie op het ooit toonaangevende vak is dan ook bij vlagen tobberig in de leerzame bundel, verschenen bij het honderdjarige jubileum van de benoeming van Willem Bonger (1876-1940) tot hoogleraar in de sociologie en criminologie aan de Universiteit van Amsterdam. Het vak, grootgemaakt door Durkheim en Weber, had een moeilijk begin in de polder, aldus De Swaan. In de naoorlogse decennia beleefde het gouden tijden, toen ‘relevantie’ en ‘de samenleving’ elkaar vrijwel dagelijks ontmoetten. Ook na de ontnuchterende crisis van de jaren tachtig bleven sociologen prominent aanwezig in de wetenschap, kranten en het openbare debat. Pas in de nieuwe eeuw, met een maatschappelijke kentering naar persoonlijke wellness en identiteit, moesten ze het veld laten aan andere disciplines.

Disciplinaire cohesie

In Raadselen van de maatschappij klinkt dan ook de roep om een „sterkere stem” in het publieke forum en meer disciplinaire cohesie. Aan het vak is de afgelopen decennia geknabbeld door politicologie, gender studies, homostudies, Black studies. Dat kun je rijkdom noemen maar De Swaan „zou veel liever zien dat het vak wel verenigd was rond een centraal paradigma”.

Uiteraard bevat een boek over sociologie ook kwantitatief onderzoek: de bundel heeft cijfers over aantallen afgestudeerden en hun beroepskeuze (veel ‘gewone’ afgestudeerden werken in de wereld van beleid, opvallend vaak bij lagere overheden).

Lang niet alles is in mineur. Het leeuwendeel van de bundel bestaat uit korte bijdragen over maatschappelijke „transformaties” en „kwesties”. Ook is er een galerij van sociologische publieksboeken, van De rassen der menschheid (1938) tot de biografie Juliana van Jolande Withuis. Dat laatste boek is uit 2016 – hoog tijd voor een nieuwe sociologische publiekswinnaar.