Onderwijsinspectie is kritisch over de kwaliteit van lesgeven op basisscholen

Leskwaliteit De Onderwijsinspectie vindt dat leerkrachten op basisscholen vaak niet genoeg uitleggen. Ook vertellen ze te weinig waarom iets geleerd moet worden. De sfeer in de klas is wel goed.

De Onderwijsinspectie volgde honderden lessen op basisscholen om de kwaliteit van het lesgeven te beoordelen.
De Onderwijsinspectie volgde honderden lessen op basisscholen om de kwaliteit van het lesgeven te beoordelen.

Foto Simon Lenskens

Leerlingen en leraren zijn positiever over de manier waarop zij les krijgen en geven dan onderwijsinspecteurs. Dit blijkt uit een grote meting van de Onderwijsinspectie, op 198 basisscholen in het land.

Leerlingen vinden dat de juf of meester goed uitleg geeft als ze iets niet begrijpen. Inspecteurs zijn daar juist kritisch over – volgens hen gebeurt dat tijdens veruit de meeste lessen te weinig.

Inspecteurs observeerden zo’n 750 lessen – drie tot vijf per school. Ze vroegen de leraar en leerlingen achteraf dezelfde les te beoordelen op dezelfde 25 kenmerken van ‘effectief lesgeven’ als waar de inspecteur naar keek.

Klassenmanagement

Leerlingen, leraren en inspecteurs zijn positief over het ‘lesklimaat’ (veilige sfeer, hoge verwachtingen) en het ‘klassenmanagement’ (dat leerlingen luisteren, geconcentreerd werken en hun tijd goed besteden).

De inspectie is vooral kritisch over de manier waarop de leraar instructie geeft, hoe hij of zij de lesstof afstemt op de verschillen tussen leerlingen en hen stimuleert zelfstandig te leren. In 70 procent van de lessen legde de leerkracht de kinderen niet uit waaróm ze iets specifieks leren. Een meerderheid van de leraren vroeg niet aan de leerlingen na te denken over wat ze nog niet begrijpen of beter kunnen leren. Ook bieden ze zelden moeilijkere stof aan als een leerling sneller is dan de anderen. De leerlingen krijgen sowieso zelden vragen waarover ze moeten nadenken.

Leraren met meer ervaring geven effectiever les dan onervaren leraren, zo bleek, en in de bovenbouw wordt gemiddeld beter lesgegeven dan in onderbouw van de basisschool.

Het ‘lesklimaat’ is bijna overal wel goed. De overgrote meerderheid van de leraren zorgt voor een veilige sfeer, uit hoge verwachtingen van de leerlingen, bepaalt zélf wat er gebeurt in de klas. en laat dat dus niet bepalen door de kinderen.


Wat ziet de onderwijsinspectie als goed lesgeven? NRC keek mee op zo’n school, de Bloeiende Perelaar in Zuidoostbeemsterde