N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Honkbal De selectie van bondscoach Hensley Meulens voor de World Baseball Classic, het WK honkbal, is pas net compleet. „Meteen zo goed spelen is uniek.”
De afgelopen maanden leek de baan van Hensley Meulens meer op die van een logistiek manager dan van een honkbalcoach. Als bondscoach van het Koninkrijksteam – met spelers uit Nederland, de ABC-eilanden en Sint-Maarten, aangevuld met buitenlandse spelers met Nederlandse ouders – overziet hij een selectie die overal over de wereld honkbalt.
Het samenbrengen van zijn spelers voor het begin van de World Baseball Classic (WBC), het WK voor honkballers dat deze woensdagochtend in Taiwan begint met de wedstrijd Nederland-Cuba, is een logistieke operatie geweest. Er waren de spelers uit Nederland, die uitkomen voor teams als HCAW, Neptunus en Amsterdam. Er waren honkballers uit het Caribisch gebied, die trainden op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Diverse spelers kwamen deze winter uit in competities in Venezuela, de Dominicaanse Republiek, Puerto Rico of Nicaragua. En er waren grote sterren als Xander Bogaerts, die deze winter een contract van 280 miljoen dollar (262 miljoen euro) tekende bij San Diego Padres en een deel van de voorbereiding van zijn nieuwe ploeg meedraaide.
Een groot deel van het team kwam in februari bijeen op het trainingskamp in Scottsdale in de Amerikaanse staat Arizona, op het complex van de Colorado Rockies waar Meulens hitting coach is als hij de nationale selectie niet traint. Maar pas afgelopen zaterdag, toen de ploeg aankwam in speellocatie Taiwan, was de selectie voor het eerst compleet. Meulens is daar inmiddels wel aan gewend; zo ging het de vorige keren dat hij het Koninkrijksteam op de WBC coachte ook – en met succes. „De laatste twee keer hebben we de halve finale gehaald. Dat we zo bij elkaar komen en meteen zo goed spelen, is uniek. En we verwachten deze keer niet anders.”
Lijstjes met spelers
Het samenstellen van de selectie is de omvangrijkste taak van Meulens, die zelf op de Spelen van 2000 in Sydney voor Nederland debuteerde. Dat toernooi was het eerste waaraan profspelers mee mochten doen – daarvoor was honkbal voorbehouden aan amateurs. Voor Nederland leidde dat meteen tot een goed resultaat: dankzij de inbreng van negen profspelers, onder wie Meulens, versloegen ze dat toernooi Cuba, tot dan toe ongeslagen in de olympische honkbalgeschiedenis.
In de jaren erna weigerde de grootste honkbalcompetitie van de wereld, de Amerikaanse MLB, spelers beschikbaar te stellen voor de Spelen en het WK omdat die in de zomer samenvielen met het professionele honkbalseizoen. Zo bleven honkbalfans lang verstoken van interlands met de allerbeste spelers. Tot 2006. Toen werd de World Baseball Classic opgericht, een toernooi dat eens in de vier jaar in het voorjaar plaatsvindt, als de honkbalcompetities nog niet zijn begonnen en de duurbetaalde profs dus mee kunnen doen.
Net als tijdens de vorige twee edities in 2013 en 2017 is Meulens de bondscoach, en de afgelopen jaren is hij druk bezig geweest zijn selectie te versterken, vertelt hij een paar weken voor de WBC tijdens een kort bezoek aan Nederland. „Ik heb iedereen in het voorjaar van vorig jaar benaderd, want we willen zo goed mogelijk voorbereid zijn.”
Dankzij de ruime selectieregels heeft Meulens veel te kiezen gehad. „We zijn misschien het enige land in de wereld dat van vijf verschillende plekken spelers kan kiezen.” Die keuzemogelijkheden werden uitgebreid met de optie buitenlandse spelers met Nederlandse roots op te roepen. Zo spelen de broers Josh en Richie Palacios, geboren in de New Yorkse wijk Brooklyn, in het oranje omdat hun moeder en oma van Curaçao komen.
Meulens wist ook een oude bekende van het Koninkrijksteam te strikken: pitcher Pedro Strop. Die gooide in 2013 namens zijn geboorteland de Dominicaanse Republiek tégen Nederland in de halve finale van de WBC. Meulens wilde Strop, wiens vader van Curaçao komt, destijds selecteren, maar de Dominicanen waren hem voor. „Op het laatste moment hebben ze hem op de lijst gezet, en omdat hij daar geboren is, ging dat voor.” Nu is Strop 37, relatief oud, en hebben de Dominicanen hem niet opgeroepen. En in tegenstelling tot het voetbal mag switchen in honkbal wel. Meulens: „Hij heeft veel ervaring en gooit nog heel hard, dus het is een arm die we nodig hebben.” Vanwege privéredenen ontbreekt Strop nu nog in de selectie, maar als het Koninkrijksteam de finaleronde haalt, is de werper erbij.
Meulens krijgt niet altijd zijn zin. Zo wilde hij twee jonge talenten meenemen die in de Verenigde Staten op universiteitsniveau uitkomen: pitcher Chris Stuart en Jurrangelo Cijntje, een werper die met beide armen slagmensen uit kan gooien. Meulens: „Dat was heel gaaf geweest, maar hun coaches gaven geen toestemming omdat hun seizoen al begon in februari.” Ook toppitcher Kenley Jansen is er niet bij. Hij tekende deze winter voor ruim 30 miljoen euro een nieuw contract bij de Boston Red Sox, die hem uit voorzorg niet naar de WBC willen laten gaan.
Reisvergoeding
In Meulens’ uiteindelijke selectie van dertig spelers zijn de verschillen groot: de een (Bogaerts) verdient de komende jaren meer dan 23 miljoen euro per jaar, terwijl sommigen van de negen spelers uit de Nederlandse Hoofdklasse het met niet meer dan een reisvergoeding moeten doen.
Toch heeft Meulens geen moeite om van zijn selectie een team te maken, zegt hij. „Nooit. Het spel op het veld is niet anders of je nu tien miljoen of nul centen verdient. Iedereen moet uiteindelijk zijn taak doen. Ik weet niet hoe ik het uit moet leggen, maar op het moment dat iedereen aankomt in Taiwan, dan is het: poef! Het ontploft, iedereen praat met elkaar, dan wordt het een team.”
De voertaal in de selectie is Engels, om het voor iedereen begrijpelijk te houden. Niet alleen voor de buitenlandse spelers, maar ook voor coaches als Bert Blyleven, die geboren werd in Zeist, verhuisde naar Noord-Amerika en als pitcher in de jaren zeventig en tachtig zoveel furore maakte dat hij werd opgenomen in de prestigieuze Hall of Fame. Hij is de pitching coach van het Koninkrijksteam, maar spreekt maar mondjesmaat Nederlands, zegt Meulens met een grijns. „Hij kent alleen de vieze woorden.”
De hele selectie zit in een groepsapp, vertelt Meulens, waarin de spelers continu met elkaar aan het chatten zijn. Of daar al stiekem over het kampioenschap gesproken wordt? Meulens: „Het is nooit stiekem. We zijn de vorige keer heel dichtbij gekomen en hadden die halve finale tegen Puerto Rico in 2017 moeten winnen. We komen er openlijk voor uit dat we dit keer het toernooi willen winnen.”