Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) oordeelt dat landen de verplichting hebben om het klimaat te beschermen en schade te voorkomen. Nemen staten onvoldoende maatregelen, dan schenden zij mogelijk het internationaal recht. Dat heeft Yuji Iwasawa, de voorzitter van het Hof, woensdag in Den Haag gezegd bij de klimaatzaak die werd aangespannen door eilandstaat Vanuatu.
„Een schoon, gezond en duurzaam milieu is een mensenrecht”, zegt het Hof. Het noemt klimaatverandering een „dringende en existentiële” bedreiging voor de mensheid. „Het nalaten van een staat om passende maatregelen te nemen om het klimaatsysteem te beschermen […] kan een internationaal onrechtmatige daad vormen.”
De uitspraak is niet bindend. Het gaat om een zogeheten advisory opinion. Dat is een advies dat dient als raadgever voor onder meer internationaal recht en wereldwijd klimaatbeleid. Verwacht wordt dat het advies een grote precedentwerking heeft en zwaar zal doorwegen bij andere klimaatzaken wereldwijd.
Toekomstige generaties
In de uitzonderlijk grote zaak die Vanuatu aanspande, getuigden eind vorig jaar 98 landen en 12 internationale organisaties. Centraal stond de vraag welke verplichtingen staten volgens het internationaal recht hebben om het klimaatsysteem en het milieu te beschermen ten behoeve van andere staten en toekomstige generaties. In het verlengde daarvan ging het om de vraag welke juridische consequenties die eventuele verplichtingen opleveren voor landen die veel schade hebben veroorzaakt.
De rechtszaak gaat in grote mate over klimaatrechtvaardigheid. Een klein land als Vanuatu heeft relatief weinig bijgedragen aan klimaatverandering, maar zucht door de laaggelegen ligging wel onder de consequenties. Bovendien heeft het zelf weinig mogelijkheden om klimaatverandering tegen te gaan.
De rechtszaak, die voortkwam uit een campagne van rechtenstudenten van de University of the South Pacific op het eiland Fiji, kreeg steun van 1.500 organisaties waaronder veel mondiale en lokale milieuorganisaties. De resolutie van Vanuatu om naar het Internationaal Gerechtshof te stappen werd in de Algemene Vergadering van de VN door 132 landen aangenomen.
Lees ook
Internationaal Gerechtshof velt oordeel: zijn staten verantwoordelijk voor de schade die ze aanrichten door klimaatverandering?
„Ik wil een fatbike.” Al maanden hamert onze puberdochter bij ons op de noodzaak om haar stomme fiets in te ruilen voor een fatbike. Na weer een heftige discussie vraag ik me hardop af waarom ze dat ding niet gewoon een kinderbrommer noemen. Dat dekt veel beter de lading en klinkt een stuk minder cool. Ik zie haar gezicht betrekken.
Sindsdien noemen we thuis de fatbike steevast kinderbrommer en het lijkt te werken: de interesse van onze dochter om er zelf een te hebben is flink afgenomen. Ze heeft het er nauwelijks nog over.
Nadeel van deze aanpak: nu heeft ze haar zinnen op een scooter gezet.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Het aantal huishoudens in Nederland dat met energiearmoede leeft is vorig jaar flink opgelopen. In 2024 leefden zo’n 510.000 huishoudens (6,1 procent van alle huishoudens) met energiearmoede, 180.000 meer dan het jaar ervoor.
Vanwaar deze stijging? In 2022 en 2023, tijdens de energiecrisis, kregen veel huishoudens hulp van de overheid bij het betalen van hun energierekening, een energietoeslag en een prijsplafond. Die financiële steun viel weg na 2023, terwijl de energieprijzen nog steeds hoger zijn dan voor de energiecrisis.
Deze conclusies trekken onderzoekers van TNO in een donderdag gepubliceerde studie, gebaseerd op CBS-cijfers. TNO en het CBS houden de ontwikkeling in energiearmoede sinds 2019 bij. Het resultaat van 2024 is een voorlopige schatting, omdat nog niet alle cijfers over dat jaar binnen zijn.
Armoedecriterium
Wanneer is er volgens TNO en het CBS sprake van energie armoede? Als huishoudens een laag inkomen hebben in combinatie met woningen met een lage energetische kwaliteit. De onderzoekers noemen een inkomen laag als het huishouden maximaal 130 procent verdient van de ‘lage-inkomensgrens’, ofwel een besteedbaar inkomen tot 20.875 euro in 2024 voor een eenpersoonshuishouden. Met een lage energetische kwaliteit bedoelen ze een woning die bijvoorbeeld slecht is geïsoleerd. Woningen met een energielabel D of lager vallen in die categorie.
Tussen 2019 en 2023 nam het aandeel energiearme huishoudens gestaag af, van respectievelijk 8,6 procent naar 4 procent. Dat komt doordat de kwaliteit van de huizen sterk verbetert. In 2019 had nog ongeveer de helft van de huizen een laag energetische kwaliteit, in 2024 was dat min of meer een derde. Tegelijkertijd zijn de afgelopen jaren de inkomens gestegen.
Opvallend: nadat de gasmarkt op zijn kop kwam te staan toen Rusland Oekraïne binnenviel en Nederland in een energiecrisis raakte werd de energiearmoede in eerste instantie niet ernstiger. Hoewel de energieprijzen tijdens de energiecrisis de pan uit rezen, steeg de rekening die consumenten onder de streep moesten betalen gemiddeld genomen niet.
‘Onderconsumptie’
Hoe kan dat? Mensen schrokken van de hoge prijzen en gingen daarom zuiniger om met energie. En de overheid sprong bij. Er kwam een toeslag van 1.300 euro per jaar en een prijsplafond – een maximum prijs voor de eerste 1.200 kuub aardgas en de eerste 2.900 kWh.
Als de financiële steun er niet zou zijn geweest, dan was de energiearmoede in 2022 en 2023 wel dramatisch gestegen. Dan zou het percentage energiearme huishoudens in 2022 boven de 6 procent liggen en in 2023 op bijna 9 procent, berekenden de onderzoekers.
Het positieve effect van de financiële steun is ook goed te zien in 2024, het jaar waarin die steun wegviel. Hoewel niet meer zo extreem als vlak na de Russische inval, waren de energieprijzen nog steeds hoger dan voor de energiecrisis. Hoge energieprijzen en wegvallende steun vormen het recept voor meer energiearmoede. Daarom zijn ze bij het CBS en TNO ook niet verbaasd over de verslechterde situatie in 2024, over het flink gegroeide aantal energiearme huishoudens.
Ook steeg het aantal huishoudens dat tijdens de energiecrisis door de hoge rekeningen noodgedwongen ‘onderconsumeert’ – minder energie gebruikt dan wordt verwacht op basis van het type woning. Binnen de energiearme groep wordt het aandeel huishoudens met onderconsumptie in 2021 geschat op 24 procent. In 2024 is dat 49 procent. Een ruime verdubbeling.
Intenser
Gemiddeld betaalden huishoudens in 2024 zo’n 171 euro per maand voor hun energie. Wie alleen naar de rekeningen van energiearme huishoudens kijkt, komt uit op een gemiddelde van 184 euro. Die bedragen zijn de afgelopen jaren harder gestegen dan de inkomsten. Daarmee neemt dus het deel van de inkomsten dat huishoudens uitgeven aan energie toe. In 2024 gaven energiearme huishoudens gemiddeld bijna 12 procent uit aan energie. Dat is een stijging van 4,5 procentpunt ten opzichten van 2023. Oftewel, niet alleen het aantal huishoudens in energiearmoede nam toe, de energiearmoede zelf werd ook intenser. Ter vergelijking: alle huishoudens samen bekeken, wel en niet energiearm, gaven in 2024 gemiddeld vijf procent van hun inkomsten uit aan energie.
Wat kan het nieuwe kabinet straks doen om de situatie te verbeteren, naast financiële steun? Het verduurzamen van de woningen helpt, zegt een van de onderzoekers tijdens een persconferentie over de cijfers, maar niet ieder huishouden kan dat. 896.000 huishoudens kunnen niet verduurzamen omdat ze of een huurwoning hebben waarbij dat niet mag of ze hebben de financiële middelen niet. Daarnaast zien de onderzoekers dat soms verduurzamen alleen de energierekening niet genoeg verlaagt om uit de energiearmoede te komen. Inkomensbeleid is volgens hen ook nodig.
‘Iedereen, laat je horen voor Gaza. Gebruik die pannen en pollepels!” Een grote menigte mensen – de een volledig gekleed in rood, de ander heeft een keffiyeh om of houdt een Palestijnse vlag in de hand – begint een enorm kabaal te maken. De paar honderd demonstranten slaan met houten pollepels tegen pannen aan die ze hebben meegenomen. Eva Kieboom (46), die hier op het Centraal Station in Utrecht aan de rand van de groep is gaan staan, is zichtbaar onder de indruk van de massa: „Die wanhoop die je soms voelt als je de beelden in Gaza ziet, de machteloosheid, verdwijnt nu als sneeuw voor de zon.”
Het bord, zoals je kan zien, is leeg. Zonder eten. Zoals de Gazanen geen voedsel hebben en verhongeren
Kieboom en haar vriendin Clarissa Mattos (56) hebben geen pannen of pollepels bij zich. Zij houden een leeg wit bord met een bloemetjesmotief vast. „Omdat het zes uur ’s avonds is: etenstijd voor iedereen ter wereld toch? Alleen is het bord, zoals je kan zien, leeg. Zonder eten. Zoals de Gazanen geen voedsel hebben en verhongeren.”
Bij de demonstratie sloegen mensen op zelf meegebrachte potten en pannen.
Foto Simon Lenskens
Het protest op het centraal treinstation in Utrecht is onderdeel van een reeks die tegelijkertijd plaatsvond op donderdagavond. Op 29 verschillende treinstations in Nederland waren demonstraties tegen het geweld en de hongersnood in Gaza. Burgers en organisaties als The Rights Forum en Artsen voor Gaza riepen op om „de genocide in Gaza te stoppen” en „humanitaire hulp het gebied binnen te laten”.
Noodklok
De actie komt aan het einde van een week waarin meer dan honderd hulporganisaties, waaronder Save the Children, Amnesty International en Oxfam Novib de noodklok luidden over de steeds schrijnender wordende situatie in de Gazastrook. In een gezamenlijke brief, die woensdag werd gepubliceerd, riepen de organisaties regeringen op om in actie te komen: „Terwijl de Israëlische regering de bevolking van Gaza uithongert, sluiten hulpverleners zich nu aan bij dezelfde voedselrijen en riskeren ze neergeschoten te worden, enkel en alleen om hun gezin te kunnen voeden.”
Volgens het Wereldvoedselprogramma hebben „ruim 90.000 vrouwen en kinderen dringend behandeling nodig” en heeft een op de drie dagenlang niets te eten. Tegelijkertijd hoeft Israël nauwelijks te vrezen voor sancties of maatregelen vanuit Nederland of de Europese Unie, zo lijkt het. Een kritische brief is het enige waartoe 20 van de 27 EU-lidstaten bereid waren.
Eerder deze week schreven meer dan honderd hulporganisaties een gezamenlijke brief, waarin ze regeringen opriepen om in actie te komen tegen het Israëlische geweld in de Gazastrook.
Foto’s Simon Lenskens
Dit leidt tot een groeiend gevoel van machteloosheid onder de Utrechtse demonstranten. Moedeloosheid zelfs. De 48-jarige Clarine Corstens heeft via sociale media beelden gezien van de hongersnood. Zij noemt het „walgelijk” en „moeilijk te verkroppen”. Terwijl op de achtergrond leuzen als „free, free Palestine” en „from the river to the sea, Palestine will be free” zo hard klinken dat Corstens enkele zinnen opnieuw moet beginnen, vraagt zij zich af of demissionair minister-president Dick Schoof wel toegang heeft tot die filmpjes: „Ik betwijfel het echt, want het kan anders niet dat je Israël zijn gang laat gaan. Ze zitten in Den Haag niets te doen. Doe iets!”
65.000 namen
De demonstratie op het centraal station is niet de enige actie in Utrecht. Op twee andere plekken in de stad, bij het stadhuis en op het Moskeeplein, lezen vrijwilligers al sinds woensdagochtend één voor één de namen voor van 65.000 Palestijnse doden en van de Israëlische slachtoffers van de Hamas-aanslag op 7 oktober. 24 uur per dag, vijf dagen lang. De actie is georganiseerd door Getuigen voor Gaza Utrecht.
Voor de deur van het stadhuis klinkt, op wat verkeer in de verte na, doodse stilte, met als enige uitzondering de stem van de voorlezer: „ … Ahmed Al Nadar, 9 jaar … Siraj Al Sabafir, 9 jaar … Baha Rajad Sakir, 5 jaar …”
Bij het Moskeeplein in Utrecht lazen vrijwilligers namen van slachtoffers voor.
Bij de Stadhuisbrug in Utrecht worden gedurende enkele dagen 24 uur lang namen voorgelezen van slachtoffers uit Gaza en Israël.
Foto’s Simon Lenskens
Voor voorlezer Marianne Houkamp (69) is het een morele plicht om hier achter het houten katheder te staan. Voor haar zijn onder anderen haar kleinkinderen een inspiratiebron. „Je ziet beelden van uitgemergelde kinderen die op het randje van de dood balanceren. Een moeder kan alleen nog met haar hand wat vies water over het gezichtje wrijven van haar kind om het enigszins schoon te houden.” Terwijl de tranen in haar ogen springen, zegt ze: „Dan denk je al snel: het hadden net zo goed mijn kinderen of kleinkinderen kunnen zijn.”
Nadat Frank Weijers (67) zijn eerste bladzijde heeft voorgelezen, stapt hij weg van het katheder en verzucht: „Ik voel echt een soort gewicht, een druk op mijn borst als ik die namen noem. Echt verschrikkelijk wat daar gebeurt. Het geeft echt een gigantisch gevoel van machteloosheid, dat je niets kan doen terwijl daar een genocide wordt gepleegd.”
Lees ook
Wat kunnen EU-lidstaten zelf doen tegen Israël nu Europese sancties uitblijven?