Burgemeester Dijksma zette eigenhandig demonstranten uit de raadszaal: ‘Er was volstrekte intolerantie’

Het is donderdagavond rond half elf als motie 417 aan bod komt in de Utrechtse gemeenteraad. In die motie roepen GroenLinks, PvdA en lokale partij EenUtrecht onder meer op tot een boycotbeleid tegen Israël vanwege de genocide in Gaza. „U kunt nu stemmen”, zegt burgemeester Sharon Dijksma (PvdA). M417 wordt weggestemd: 21 vóór, 22 tegen.

Dan ontstaat er tumult. Pro-Palestijnse demonstranten, die de raadszaal zijn binnengedrongen, roepen: „Free free, Palestine!”. Dijksma besluit de vergadering even te schorsen. Tijdens de schorsing wordt de sfeer grimmiger. Een deel van de demonstranten begint steeds harder te schreeuwen en weigert te vertrekken. „Jullie hebben bloed aan jullie handen!”, roept een van hen. „Jullie zijn allemaal medeplichtig! Fuck jullie allemaal!”, schreeuwt een ander.

„Ik ben zelf wel wat gewend, maar ik ben wel bezorgd over deze ontwikkeling. We mogen het niet normaal gaan vinden”

Dijksma waarschuwt de demonstranten dat ze risico lopen op ingrijpen van de politie en op hoge straffen als ze de raadszaal niet verlaten. Op het ‘uiteenjagen’ (artikel 124 van het Wetboek van Strafrecht vermeldt) van een raadsvergadering met geweld of dreiging staat een celstraf van maximaal negen jaar.

Maar ze luisteren niet. Dan besluit de burgemeester om ze zélf naar buiten te begeleiden, met een paar beveiligers en de griffier.

Dat lukt, maar eenmaal buiten verhindert een aantal betogers Dijksma terug naar binnen te gaan. Het wordt onveilig voor de burgemeester. „Buiten gingen sommigen me persoonlijk beledigen en werden agressief”, vertelt Dijksma aan de telefoon. Dus stapt ze in de auto bij een beveiliger die haar naar de achteringang van het stadhuis rijdt. Daar legt ze de raadsleden rustig uit wat er is gebeurd en gaat weer over tot de orde van de dag: motie 496, over een onderzoek naar de Utrechtse wijk Overvecht.

Waarom besloot u om zélf in te grijpen?

„Ik merkte dat deze manier van protesteren zeer intimiderend was voor mijn raadsleden. Daarom besloot ik de vergadering stil te leggen. Vervolgens zag ik dat het voor de beveiligers lastig was om de betogers weg te krijgen, dus besloot ik zelf te gaan helpen met de griffier. Enerzijds omdat het democratische proces moest doorgaan. Anderzijds omdat ik wilde voorkomen dat de politie de demonstranten weg zou moeten halen. Dat zou er minder zachtzinnig aan toe zijn gegaan én ik had het idee dat de indringers zich niet realiseerden dat er een forse straf staat op het verstoren van een raadsvergadering.”

Vond u het niet lastig dat ze buiten zo agressief tegen u deden terwijl u hen voor hun eigen bestwil naar buiten had geleid?

„Ja, natuurlijk is dat lastig. Maar het is sowieso heel bijzonder dat je wordt uitgescholden als iemand die bloed aan zijn handen heeft en medeverantwoordelijk is voor de genocide in Gaza, terwijl je een raad voorzit die als een van de eerste in Nederland heeft gezorgd dat de gemeente in haar communicatie het woord ‘genocide’ gebruikt voor wat er in Gaza gebeurt [afgelopen mei nam de raad een motie aan van die strekking]. En ik heb me er in de media ook tegen uitgesproken. Dat mensen zichzelf dan toch nog zo tegenover je plaatsen, vind ik heel verbazingwekkend.”

Burgemeesters krijgen steeds vaker te maken met dit soort situaties. Wat is volgens u de beste manier om ermee om te gaan?

„Ik denk dat we over het algemeen altijd de balans proberen te vinden tussen empathisch leiderschap en duidelijke grenzen stellen. Ik heb er achteraf nog over na zitten denken en ik denk dat wat ik gisteren deed op dat moment de enige juiste route was. Ik wilde niet dat de politie moest ingrijpen en tegelijkertijd wilde ik de mensen tot inkeer laten komen. Dat bleek gisteren grotendeels onmogelijk, want er was geen redelijkheid meer; er was volstrekte intolerantie.”

Hoe gaat het nu met u?

„Met mij gaat het goed. Ik vind het voor mijn raadsleden het ergst. Ik heb er een aantal op de lijn gehad en ze waren onder de indruk, voelden zich onveilig. Ik ben zelf wel wat gewend, maar ik ben wel bezorgd over deze ontwikkeling. We mogen het niet normaal gaan vinden. Als je zo intolerant bent dat je je mening via intimidatie en agressie probeert door te duwen, dan ben je wat mij betreft gewoon af en is het gesprek klaar. Mensen moeten ook genormeerd worden. Ik kon nauwelijks spreken; er werd alleen maar naar me geschreeuwd. Gelukkig waren er binnen de groep demonstranten wel ook mensen die de meest agressieven probeerden te kalmeren.”


Lees ook

Raadsvergadering Utrecht verstoord door pro-Palestijnse demonstranten

Burgemeester van Utrecht Sharon Dijksma.