Rond de Middellandse Zee groeien niet voor niets veel rode bloemen: er leven kevers die die kleur kunnen zien

Insecten die rood kunnen zien zijn zeldzaam. Geel, groen, blauw, ultraviolet: daarmee hebben ze over het algemeen geen enkel probleem. Maar de kleur rood? Die wordt uitsluitend waargenomen door dagvlinders en sommige libellen – én enkele specialistische keversoorten.

Biologen van de Rijksuniversiteit Groningen ontdekten samen met Duitse en Sloveense collega’s uit Würzburg dat twee keversoorten rond de Middellandse Zee zelfs een duidelijke voorkeur voor rood hebben. In het Journal of Experimental Biology beschrijven de onderzoekers hoe die voorkeur mogelijk heeft geleid tot de aanwezigheid van veel ronde, rode bloemen in de regio, waaronder de klaproos.

De Glaphyridae vormen een omvangrijke keverfamilie en worden wel omschreven als ‘hommelscarabeeën’. De pakweg tachtig soorten hebben veelal glanzende schilden in metallictinten en zijn soms zo behaard dat ze wel iets weg hebben van hommels of bijen. Alle soorten hebben met elkaar gemeen dat ze gek op stuifmeel zijn.

Om dat stuifmeel te verzamelen, heeft elke soort zo z’n eigen bloemvoorkeuren. Kevers van het geslacht Pygopleurus leven in het Middellandse Zeegebied en vliegen vooral op bloemen van het ‘klaproosgilde’: bloemen met een rode kleur en een ronde vorm. Naast de klaproos zijn dat bijvoorbeeld de rode boterbloem, de rode wilde tulp en de rode anemoon.

Diverse experimenten

Maar betekent dat dat de kevers ook daadwerkelijk de kleur rood herkennen? Om die vraag te beantwoorden onderwierpen de biologen twee soorten aan diverse experimenten. Ze verzamelden individuen van Pygopleurus chrysonotus en Pygopleurus syriacus in verschillende landen rond de Middellandse Zee en testten allereerst de fotoreceptoren in de keverogen – specifieke lichtgevoelige cellen die licht omzetten in elektrische signalen. Daaruit bleek dat de kevers inderdaad gevoelig zijn voor de kleur rood.

Vervolgens werden de kevers onderworpen aan diverse gedragsexperimenten, gebaseerd op onderzoek van de Oostenrijkse bioloog Karl von Frisch. Die toonde ruim een eeuw geleden aan dat insecten geenszins kleurenblind zijn. Hij voerde in 1914 gedragsexperimenten uit met honingbijen: zo toonde hij aan dat de bijen het verschil kunnen herkennen tussen een schijf die links geel en rechts blauw van kleur is en een schijf waarbij de kleurenhelften juist verwisseld zijn.

In navolging van Von Frisch lieten de biologen kevers onderscheid maken tussen rode en grijze ronde nepbloemen. Daaruit bleek dat ze niet alleen verschil kunnen zien tussen beide kleuren, maar ook een duidelijke voorkeur hebben: in vrijwel alle gevallen vlogen de kevers rechtstreeks naar de rode bloem. „We wilden zo testen of de bloemen alleen worden herkend omdat rood een donkere kleur is. Dat blijkt niet het geval, want ze onderscheidden rood van donkergrijs”, zegt Casper van der Kooi, bioloog aan de Rijksuniversiteit Groningen en een van de auteurs van het artikel.

Uit eerder onderzoek is bekend dat bloemen hun kleur vaak afstemmen op het waarnemingsvermogen van bestuivers en niet andersom. Daarom lijkt het erop dat de Pygopleurus-kevers hebben gezorgd voor het bestaan van relatief veel rode, ronde bloemen in het Middellandse Zeegebied, aldus de auteurs.


Lees ook

Lees ook: Welke kleuren ziet een kever? Waarom glimt een boterbloem? ‘We tasten volledig in het duister’

Casper van der Kooi in de kas van de universiteit: „Insecten zien veel minder scherp dan wij.”