Onze twee oudste zonen krijgen een maximale aanvullende beurs – het voordeel van het bescheiden gezamenlijk inkomen van hun ouders. Uit een gesprek met hun vrienden vang ik terloops op hoe deze toelage heet onder studenten: „Ja joh, ik ga wel rondkomen, want ik krijg naast die basisbeurs ook nog de ‘zielige ouders’-toeslag.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Het strafrechtelijk onderzoek naar de rol van de weduwe van Frank Oranje bij de miljoenenfraude door de oud-notaris verkeert in de afrondende fase. Naar verwachting overhandigt de Fiscale Inlichten- en Opsporingsdienst (FIOD) binnen enkele weken het eind-proces-verbaal aan het Openbaar Ministerie. Dat bevestigt een woordvoerder van het Functioneel Parket van het OM desgevraagd. Daarna zal een vervolgbeslissing worden genomen.
In 2021 kwam bij landsadvocaat Pels Rijcken de grootste fraude uit de geschiedenis van het Nederlandse advocatuur en notariaat naar buiten. De bestuursvoorzitter van het prestigieuze Haagse kantoor, notaris Frank Oranje, stal over een periode van zo’n twintig jaar ongeveer 11 miljoen euro van cliënten. Nadat hij tegen de lamp liep, pleegde hij zelfmoord.
Lees ook
Lees ook: Het levenslange dubbelspel van top-notaris Frank Oranje
Pels Rijcken is sinds 1969 landsadvocaat en treedt jaarlijks in honderden zaken op als advocaat en juridisch adviseur van de Rijksoverheid. Het kantoor werd door de fraude aan het wankelen gebracht en verloor na druk uit de Tweede Kamer bijna het recht om als landsadvocaat op te treden. Uit onderzoeken van toezichthouders bleek dat Oranje alleen handelde, maar dat hij zo lang onopgemerkt zijn gang kon gaan, was omdat de interne controles en bedrijfscultuur bij Pels Rijcken niet op orde waren. Naar aanleiding van de onderzoeken hief Pels Rijcken de volledige notaristak op. Tevens vergoedde het de door Oranje veroorzaakte miljoenenschade.
Huisadres
Onder leiding van het Functioneel Parket van het OM voert de FIOD al jarenlang onderzoek uit naar de miljoenenfraude onder de codenaam ‘Schaap’. De FIOD kwam Frank Oranje in 2019 op het spoor. Vorig jaar bleek uit een conclusie van een advocaat-generaal bij de Hoge Raad dat Oranjes weduwe al in de zomer van 2020 eveneens als verdachte is aangemerkt en nog voor de suïcide van haar man over de fraude werd verhoord.
In 2022 bleek bovendien dat het Bureau Financieel Toezicht, de toezichthouder op het notariaat dat de fraude maandenlang onderzocht, aangifte tegen de weduwe had gedaan omdat haar strafrechtelijke verwijten te maken zouden zijn. In haar spaarzame verklaringen over de fraude heeft de vrouw altijd ontkend weet te hebben gehad van de fraude. Zo stelde zij tegen de NTR, dat de vierdelige docuserie De Zaak Schaap maakte, door de „financiële malversaties” van haar echtgenoot „volledig overrompeld” te zijn.
Lees ook
Lees ook: Notarissen Pels Rijcken leggen ambt neer na megafraude Frank Oranje
Noch het Bureau Financieel Toezicht, noch het Functioneel Parket willen toelichten waarvan aangifte is gedaan en waarvan de weduwe verdacht wordt. NRC onthulde na eigen onderzoek in 2021 dat Oranje fraudeerde door van een grote hoeveelheid rechtspersonen en bankrekeningen gebruik te maken die ook op zijn huisadres geregistreerd stonden. Tegen die achtergrond ligt het in de lijn der verwachting dat de verdenkingen tegen de weduwe samenhangen met witwassen. Dit delict kent verschillende varianten waaronder schuldwitwassen. Daarbij hoeft de verdachte geen directe kennis van het misdrijf te hebben, maar een vermoeden dat het geld een mogelijke criminele herkomst heeft.
Naast de weduwe van Oranje zijn ook twee rechtspersonen – bv’s van Oranje – verdachte.
Een woordvoerder van het Functioneel Parket stelt dat zodra de FIOD het eind-proces-verbaal oplevert, het beoordeeld zal worden door de twee officieren van justitie die het strafrechtelijk onderzoek leiden. Zij nemen vervolgens de beslissing of de zaak voor de rechter komt, het OM een strafbeschikking (boete of taakstraf) oplegt, schikt met de verdachte of dat de zaak wordt geseponeerd. Naast de weduwe van Oranje zijn ook twee rechtspersonen – bv’s van Oranje – verdachte.
„Een groot deel” van het door Oranje gestolen geld is volgens de woordvoerder getraceerd. Op verzoek van een notaris die veel hinder ondervond van de codenaam van het strafrechtelijk onderzoek is die gewijzigd naar Oveja: Spaans voor schaap.
Ben je niet te pro-Koerdisch aan het worden? Meer een activist dan een journalist? Die vragen kreeg correspondent Fréderike Geerdink van een Turkse vriend en collega nadat ze in 2012 haar standplaats Istanbul had verruild voor Diyarbakir, een overwegend Koerdische stad in Zuidoost-Turkije. Ze schrok van zijn confronterende vragen. Was ze inderdaad een activist aan het worden? En was dat dan erg? Ze had geleerd dat ze als journalist altijd objectief moest zijn. En sinds haar verhuizing naar Diyarbakir voelde ze zich juist meer journalist dan ooit.
De vragen van haar vriend zette Geerdink aan het denken, vertelt ze in een café in Utrecht, waar ze sinds haar terugkeer uit Turkije woont. „Is wat ik doe dan geen journalistiek? Ik deed juist dingen die erg journalistiek waren, zoals onderzoek doen naar Turkse bombardementen op Koerdische dorpen. Ik dacht: als activist doe je andere dingen: met spandoeken lopen en slogans roepen. Ik zoek de waarheid. Als mijn vriend dat pro-Koerdisch vindt, kan ik daar niets aan doen.”
De verhuizing naar Diyarbakir was een keerpunt in Geerdinks carrière, zo blijkt uit haar nieuwe boek Alle Journalistiek is Activisme. Daarin betoogt ze dat (goede) journalisten net als activisten sociale verandering nastreven. En dat objectiviteit in de praktijk vaak neerkomt op de dominante (witte) blik, die weinig oog heeft voor het perspectief van minderheidsgroepen. Dit inzicht herleidt ze tot haar verblijf in Diyarbakir. Want door de ogen van de onderdrukte Koerdische minderheid zag Turkije er heel anders uit.
„Als ik ’s avonds in een klein Koerdisch dorp met een familie zonnebloempitten at en thee dronk”, vertelt ze, „dan keken we vaak naar de Turkse televisie terwijl de kinderen huiswerk maakten: de Turkse taal, Turkse geschiedenis, alles Turks. Die dorpelingen kenden de macht die hen onderdrukte als geen ander. Ik realiseerde me dat mijn eigen positie ten opzichte van de macht van groot belang was. Want als journalist dien je de macht te controleren. En wat leerde ik toch veel van de mensen die de macht niet hadden.”
Koerdisch perspectief
In Diyarbakir begon Geerdink zich toe te leggen op de decennialange strijd van de Koerden, een etnische groep die in delen van Turkije, Irak, Iran en Syrië woont, voor politieke en culturele rechten. Maar als westerse journalist die verslag deed van die strijd vanuit Koerdisch perspectief kwam ze in het vizier van de Turkse staat. Die klaagde haar begin 2015 aan omdat ze „propaganda voor een terroristische organisatie” (dat wil zeggen de Koerdische PKK) zou maken. Enkele maanden later werd ze het land uitgezet.
In Nederland is Geerdink blijven schrijven over de Koerdische kwestie. Ze publiceerde diverse boeken over het onderwerp, waaronder De jongens zijn dood: een journalistieke reis naar de kern van de Koerdische kwestie in Turkije en Dit vuur dooft nooit: Een jaar bij de PKK. Als freelancer schrijft ze ook geregeld voor De Groene Amsterdammer, zoals toen de PKK zichzelf ophief (volgens Geerdink absoluut geen overgave). Daarnaast schrijft ze nog een nieuwsbrief met nieuws „uit alle vier delen van Koerdistan”.
Foto Mona van den Berg
Hoewel Geerdink zichzelf presenteert als een onafhankelijke Koerden-expert, is haar imago als activist haar in Nederland blijven achtervolgen. Toen de PKK zich onlangs ophief, publiceerde het Algemeen Dagblad een verhaal over de geschiedenis van de groep in Nederland. Dat stuk bestond uit tien punten, en één ervan ging over Geerdink. „Er stond dat ik Turkije was uitgezet omdat ik propaganda had gemaakt voor de PKK en was opgepakt terwijl ik aan het demonstreren was. Maar dat is allebei niet waar.”
Geerdink vindt het vervelend dat ze niet afkomt van haar imago als activist. Want daardoor wordt ze door collega’s minder serieus genomen. Zo vond een NRC-redacteur Geerdinks boek over haar verblijf bij de PKK onbevredigend. In zijn recensie vroeg hij zich af of het boek geschreven was door een onafhankelijke journalist of door de bewonderende kameraad? Maar volgens Geerdink was dat een logisch gevolg van haar verblijf in de bergen van Noord-Irak, waar de PKK haar hoofdkwartier heeft. „Het was alsof ik een jaar lang op een andere planeet was geweest”, zegt ze. „Dat laat ik in het boek ook zien. Bovendien staat er ook fundamentele kritiek op de PKK in het boek. Maar dat liet de recensie onvermeld.”
Waarom is dat imago zo hardnekkig?
„Ik merk dat collega’s wantrouwend zijn als je het perspectief kiest van mensen zonder macht. Dat zien ze al snel als activisme. Want veel Nederlandse media kiezen het dominante perspectief, dat is hun default setting. Neem de berichtgeving over Kick Out Zwarte Piet of Gaza. Doordat veel nieuwsredacties overwegend wit zijn, heeft het lang geduurd voordat ze inzagen dat Zwarte Piet racisme is en dat er in Gaza sprake is van genocide.”
Journalistiek is een kwestie van perspectief, zegt u. Maar hoe kom je van dat inzicht tot de conclusie dat alle journalistiek activisme is?
„Net als activisme dient de journalistiek het publieke belang. Niet het belang van de politieke machthebbers of corporaties of wat dan ook. In het publieke belang zoeken journalisten naar de waarheid, controleren ze de macht, en vragen ze aandacht voor misstanden – klimaatverandering, racisme, noem maar op. Dat doe je om iets te veranderen. En dat is een vorm van activisme, alleen niet met spandoeken en slogans.”
Maar de taak van journalisten is toch om mensen te informeren, niet om de wereld te verbeteren?
„De waarheid moet altijd leidend zijn in de journalistiek. En het kan ontzettend ingewikkeld zijn om die te achterhalen – net als het ontwarren van een kluwen kerstlichtjes. Daarom is de Code van Bordeaux zo handig, waarin regels voor de werkwijze van journalisten zijn vastgelegd. Zoals het recht op wederhoor als iemand ergens van wordt beticht. Maar dat is iets anders dan verschillende meningen in een stuk zetten en de lezer laten uitzoeken wat waar is.”
Zit een activistische houding de zoektocht naar de waarheid niet in de weg? Raak je niet verblind als je de kant van de machtelozen kiest?
„Nee dat denk ik niet. Want het is geen kwestie van partij kiezen. Het gaat erom dat je eerlijk bent en goed luistert naar mensen zonder macht. In het boek geef ik het voorbeeld van een fietsend kind dat wordt aangereden door een automobilist op een gevaarlijk kruispunt. In zo’n situatie schrijf je niet op dat een ‘onvoorzichtig kind’ is aangereden. Dat is misschien wel waar, maar het zou een beetje cru zijn. Dus het is een kwestie van perspectief. Ik gebruik bewust een kind als voorbeeld, want dat is het ultieme symbool van onschuld en kwetsbaarheid. Als het zou gaan over kwetsbare groepen in Nederland, zoals zwarte mensen of moslims, dan zou het gaan wringen. Dat is een pijnlijke en veelzeggende constatering.”
Hebben Nederlandse media te weinig oog voor het perspectief van minderheden?
„Dat denk ik wel. Neem alle verhalen van de afgelopen jaren over een islamitische school in Amsterdam, waar volgens de Onderwijsinspectie sprake was van wanbeheer. Veel berichtgeving werd gekleurd door vooroordelen over moslims en aangewakkerd door islamofobe politici. Uiteindelijk bleek er niets van waar ze zijn. Toch zijn veel journalisten erin meegegaan omdat ze blind het oordeel van de Onderwijsinspectie vertrouwden. Terwijl ze ook hadden kunnen denken: wat is dat eigenlijk voor een instantie? Maken er ook moslims deel vanuit? Als ze beter hadden geluisterd naar het schoolbestuur en de ouders, dan hadden ze een heel ander beeld van de situatie gekregen.”
Hoe zit het eigenlijk met uw eigen vooroordelen? Als witte journalist heeft u ook een bevoorrechte positie.
„Absoluut, dat vind ik ook heel confronterend. En ik moest dus helemaal naar Koerdistan voordat ik dat inzag. Ik wilde destijds graag als correspondent aan de slag omdat ik dacht dat er in Nederland niet veel belangrijke verhalen te vertellen waren. Nu besef ik hoe verblind ik was door mijn witheid. Want als je Nederland bekijkt door de ogen van minderheden liggen de verhalen voor het oprapen.”
Worden die verhalen niet verteld door de media. Of doen die ook dingen goed?
„Ik wil niet de hele Nederlandse journalistiek bij het grofvuil zetten. Want ik zie ook veel goede journalistiek op basis van eigen onderzoek, zoals van NRC, de Volkskrant, De Groene Amsterdammer en Investico. Wel zijn veel redacties nog erg wit. Ze zouden veel meer geworteld moeten zijn in die minderheidsgroepen die geen institutionele macht hebben.
Want journalisten uit gemarginaliseerde groepen hebben vaak een veel scherpere blik op de macht. En witte journalisten zouden zich wat meer bewust mogen zijn van hun eigen machtspositie als onderdeel van de gevestigde orde. Dat zou veel betere journalistiek opleveren.”
Een grote vrachtwagen rijdt rakelings langs. Kijk, zegt Richard Markesteijn (70), dat gaat de hele dag en nacht door. Piep, piep, piep, boink! Ze komen voor het distributiepunt. Verderop ligt een militair oefenterrein. Als ze oefenen hoor je knallen. Bang! Bang! En zie je die slagschaduw van de windmolens? Dat stopt ook niet. Hoor je ze? Zwoef, zwoef! Als het waait is dat nog veel luider.
Vijf gebruinde mannen staan voor een hek op bedrijventerrein Dordtse Kil IV aan de rand van Dordrecht, naast het riviertje De Kil. Daar moet een asielzoekerscentrum komen met 580 bedden. De fundering van de drie woongebouwen ligt er al. Asielzoekers stop je toch niet op een industrieterrein, vinden ze. Mensen uit oorlogsgebied huisvesten naast een militair oefenterrein is ook al een slecht idee. En er is hier helemaal niets voor ze te doen. Niets. Het is vijf kwartier lopen naar winkelcentrum Sterrenburg.
Over hún dijk. De mannen wonen aan de rustige, smalle Wieldrechtse Zeedijk, hun huizen liggen in de diepte, verscholen in groene tuinen. De dijk komt uit op het industrieterrein, het toekomstige centrum dus. En dat is de voor hen persoonlijke kant van protest: ze vinden 580 mensen op een buurtschap met 150 mensen teveel. Veel te veel. Richard van der Elst (41): „Dat integreert toch niet? Zij zijn dan in de meerderheid.” Officieel, zeggen ze, hoort het nieuwe centrum bij het grote Dordrecht. In de praktijk komt het op hén neer.
Eerder dit jaar is het COA begonnen met de bouw van het azc op het industrieterrein in Dordrecht. Foto Hedayatullah Amid
Twee jaar geleden moesten de buurtwoners in de krant lezen dat er een centrum zou komen. Toenmalig burgemeester van Dordrecht Wouter Kolff sprak met bewoners en zei dat hij begreep dat de bewoners het allemaal nogal veel vonden. Vlakbij hun buurtschap, ooit omringd door weilanden, was al een snelweg, een spoorweg en een bedrijventerrein aangelegd. En windmolens geplaatst. Maar er waren weinig stukken grond die én in bezit van de gemeente waren, én groot genoeg, én niet bestemd voor woningbouw.
En daar kwam later nog een argument bij: Dordrecht moest zich, net als andere gemeenten, aan de spreidingswet gaan houden die sinds 1 februari 2024 van kracht is. Voormalig minister Faber (PVV) wilde die intrekken maar dat is niet gebeurd. Op 1 juli 2025 moeten gemeenten hun opvangplekken ook daadwerkelijk klaar hebben.
Smalle dijk
Omwonenden vrezen waardedaling van hun woningen, overlast en onveiligheid. Asielzoekers zullen wandelen en fietsen op de smalle dijk waar een auto en een fiets elkaar nauwelijks kunnen passeren. Kun je dan nog als vrouw in korte broek je gras maaien? De achterdeur los laten? Richard van der Elst wil zich niet constant zorgen hoeven maken over de veiligheid van zijn dochter, nu vijf jaar.
Koos op zijn motor. Foto Hedayatullah Amid
Tegelijkertijd voelen ze ook een zeker ongemak. „Je wordt zo in het hoekje gedrukt dat je een racist bent”, zegt Yves (51), die om die reden geen achternaam geeft.
„We zijn geen racisten”, zegt Koos (61).
„Zeker niet”, zegt Erik (61)
Je wordt zo in het hoekje gedrukt dat je een racist bent
Realisten zijn ze wel, zeggen ze. Want natuurlijk zitten er ook gezinnetjes tussen de mensen die op het industrieterrein zullen komen wonen. Maar je hoeft alleen maar het nieuws te volgen om te weten dat het grootste deel alleenstaande jongemannen zal zijn. En die stop je dan bij elkaar aan de rand van de stad? Vragen om problemen, vinden ze.
Dit azc is gewoon te veel, te groot, te dichtbij. Als je het Richard van der Elst vraagt, zegt hij dat asielzoekers opgevangen moeten worden in hun eigen regio. En áls ze al in Nederland zijn dan graag kleinschalig, maximaal enkele tientallen bij elkaar. Zolang Nederlandse jongeren bij hun ouders op zolder zitten omdat er geen huizen zijn, blijft het een lastig verhaal dat er voor asielzoekers wel gebouwd wordt.
In Dordrecht hebben bewoners veel moeite gedaan om de gemeente duidelijk te maken dat ze het azc echt niet willen, met petities en inspraakavonden. Begin juni organiseerden Richard Markesteijn en Richard van der Elst nog een protest voor de hekken van het terrein. Er zijn best gemeenteraadsleden te vinden die hun bezwaren begrijpen, zegt Van der Elst. Maar het college (VVD, GroenLinks, ChristenUnie-SGP, en CDA) houdt vast aan het plan.
Wel probeert de politiek aan de zorgen tegemoet te komen. Daarom besloot de Dordtse gemeenteraad eerder elke dijkbewoner 1.000 euro toe te kennen voor hang- en sluitwerk. Juist die geste zorgde ook weer voor ongemak. De een vond het te weinig. Weet je wat een serieus hek kost? Voorstanders, die zijn er ook, vonden het belachelijk. Ga je je opsluiten voor een paar asielzoekers? Ben je bang of zo?
Begin april begon het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) met de bouw van het azc. Van der Elst – in het dagelijks leven badkamermonteur – en de gepensioneerde Markesteijn organiseerden een protestactie voor de hekken van het industrieterrein. Ze nodigden verschillende landelijke politieke partijen uit.
Er kwamen zo’n twee- tot driehonderd mensen op af, vooral direct omwonenden. Te weinig om écht indruk te maken. Van de benaderde politici kwamen alleen Pepijn van Houwelingen van Forum voor Democratie en Wybren van Haga van Belang van Nederland opdagen. Van der Elst: „Zelfs Wilders kwam niet.” En hij zegt het eerlijk: hij zou zelf ook niet direct op de barricaden staan als er een azc aan de ándere kant van Dordt gebouwd zou worden.
Estafetteprotest
Bewoners van de Wieldrechtse Zeedijk en de dichtstbijzijnde wijk Sterrenburg, waar de asielzoekers boodschappen zullen doen, lieten het er niet bij zitten. Acht van hen vroegen advocaat Renata Königel om in een kort geding bezwaar te maken tegen omgevingsvergunning die het Dordtse college had afgegeven.
Het kort geding diende twee weken geleden. Königel deed haar uiterste best in de rechtszaal, maar kon de rechter niet overtuigen dat de parkeer- en verkeersproblemen onevenredig groot zouden zijn voor de omwonenden. Onderwerpen als de angst voor overlast of inbraak, kwamen in de zittingszaal niet aan de orde. Het ging alleen om de vraag of de vergunning rechtmatig was afgegeven. Königel gaat in beroep.
Intussen broedde Van der Elst op een plan om een steviger vuist te maken tegen asielzoekerscentra. Zo ontstond het idee om protesten elders in het land te gaan ondersteunen. Overal waar in het land een asielzoekerscentrum op de planning staat, worden omwonenden geholpen met de organisatie van verzet. Daarnaast kunnen mensen uit het netwerk aansluiten voor meer aanwezigheid bij protesten, want massa is noodzakelijk voor impact. Dat heeft Richard van der Elst de afgelopen maanden wel geleerd.
De estafetteprotesten zijn bescheiden begonnen: afgelopen week was er een bijeenkomst in Bilthoven, daar viel de opkomst wat tegen. Aanstaande zaterdag staat er een actie gepland in Haarlem. FVD-voorman Thierry Baudet kondigt in een filmpje aan dat hij er zal zijn. Als veel demonstranten druk zetten op de gemeente, dan kan het geplande azc soms worden tegengehouden, is zijn boodschap.
Oorlogsgebied
Ook Wybren van Haga zal weer aansluiten. Hij maakte ook een filmpje over Haarlem. „Dit azc zal onze mooie, rustige leefomgeving veranderen in oorlogsgebied, met alle problemen van dien”, zegt hij. Ruby Pichel, raadslid van FVD Dordrecht reist de protesten af.
Richard van der Elst wil een estafetteprotest op gang brengen tegen de komst van azc’s in het land. Foto Hedayatullah Amid
Wordt het estafetteprotest niet een beetje gekaapt door FVD? Van der Elst vindt van niet. Hij hoopt wel dat ook ándere partijen zich aansluiten. Het onbehagen beperkt zich niet tot de FVD-aanhang, die wordt breed gevoeld, zegt hij.
Zelf heeft hij ook ándere plannen. De volgende stap is dat sympathisanten hun profielfoto op sociale media vervangen door een foto van de rug van hun kind. Of, als ze geen kinderen hebben, van een ander kind. Hij zoekt nog BN’ers om dit plan te boosten. De boodschap erachter is, zegt Van der Elst: wij gooien de woningmarkt en veiligheid niet te grabbel over de rug van onze kinderen.