
Donald Trump krijgt de Nobelprijs voor de Vrede niet cadeau, dat is dinsdag wel duidelijk geworden. Op weg naar Nederland moet hij zich een soort maffiabaas hebben gevoeld die twee ondergeschikte maffiosi uit elkaar moest halen toen ze aan het moorden sloegen. Ze weten niet meer waar de fuck ze mee bezig zijn, tierde Trump.
Ik denk dat Iran en Israël dat wel degelijk fucking goed beseften, ze wilden alleen aftasten hoe lang ze nog konden doorgaan. Maar Trump laat zich de Nobelprijs niet meer ontgaan en dwong Netanyahu zijn vliegtuigen om te draaien.
Nu kan alleen Zelensky hem nog van die Nobelprijs afhouden door halsstarrig stand te houden tegen de Russen. Zal Trump hem ontmoeten in Den Haag? Ik vermoed dat Trump er weinig behoefte aan heeft, hij ziet Zelensky als een lastpost, iemand die een oorlog voert die hij nooit kan winnen, tenzij het Westen hem op grote schaal helpt. Zelensky moet weg, want Trump wil vriendjes blijven met Poetin.
Intussen krijgt Trump in eigen land zelfs steun vanuit een voor hem zeer verdachte hoek: The New York Times. Daarin schreef de opinie-columnist Bret Stephens al enkele dagen geleden dat Trumps beslissing om bombardementen uit te voeren boven Iran „moedig en juist” was. Trump verdiende volgens Stephens respect, „wat je ook verder van deze president en de rest van zijn politiek mag vinden”.
Hoe zal Stephens achteraf oordelen als het toch anders loopt: een steeds weer oplaaiende oorlog tussen Iran en Israël waarin Amerika zal worden meegezogen? In zijn slotalinea schrijft hij hoopvol: „En tegenstanders overal, inclusief in Moskou en Beijing, weten nu dat zij niet te maken hebben met een papieren tijger in het Witte Huis. Het zal de wereld veiliger maken.”
Wie had die laatste regel ooit in The New York Times verwacht? Trump niet, maar ik ook niet. En het moet gezegd: als Trump er ook nog in slaagt zonder al te gekke concessies Poetin uit Oekraïne te krijgen en Netanyahu uit Gaza, zullen mensen als ik (en hopelijk ook u) ons kritische oordeel over hem moeten herzien. Dan is hij toch de strenge heelmeester gebleken die stinkende wonden kon genezen.
Maar zover is het nog lang niet en in de tussentijd mogen we ons vrolijk maken over Trump als clown. In die hoedanigheid is hij nu al onovertrefbaar. Er is te weinig aandacht voor Trump als communicator. Hij weet als geen andere politicus zijn publiek via de media te bereiken. Hij doet dat door zichzelf te zijn: een hork.
Hij mijdt zoveel mogelijk plechtstatige persconferenties, maar doet zijn belangrijkste mededelingen plompverloren, als het ware tussen de schuifdeuren van zijn toevallige omgeving: bij het betreden van een vliegtuig, tijdens een wandelingetje op weg naar zijn witte huis. Hij praat dan op volstrekt informele toon over de ernstigste zaken. „Of ik bommen ga gooien? Ja, dat ga ik jullie hier niet aan je neus hangen. Niemand die het weet. Jullie zullen wel zien.”
Als Trump ooit een Derde Wereldoorlog moet afkondigen, zal hij dat doen met zijn bonte MAGA-petje op zijn kop en gezeten op een wc-bril, terwijl hij met één voet de wc-deur op een kier houdt voor het opdringende journalistieke tuig. En terwijl hij doortrekt , zal hij boven het lawaai van de spoeling uitschreeuwen: „Jesus Christ, this is the best shit ever produced by an American president!”
