Kritischer over Gaza, maar coalitiepartijen steunen Israëls aanval op Iran

Terwijl in Den Haag de toon richting Israël kritischer wordt als het om de verwoesting in Gaza gaat, blijft een scherpe veroordeling van de Israëlische aanvallen op Iran uit. Demissionair premier Dick Schoof sprak vorige week vrijdag over „alarmerende aanvallen”, zonder Israël expliciet te noemen. Later zeiden Schoof en minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) te „betreuren” dat Israël zich „genoodzaakt” voelde om de nucleaire installaties van Iran te bestoken.

Een dubbelzinnige formulering. De noodzaak van een aanval betreuren klinkt misschien een beetje kritisch, maar er spreekt vooral ook begrip uit voor de veiligheidszorgen van de Israëlische regering van premier Benjamin Netanyahu, die stelde dat het nucleaire programma van Iran voor Israël een „existentiële bedreiging” vormt. En dat terwijl juridische experts de afgelopen dagen benadrukten dat Israël volgens het internationaal recht deze aanvallen niet zomaar mag uitvoeren.

Dat de Nederlandse regering de situatie rond Iran anders weegt dan de oorlog in Gaza is niet verrassend. In de hele westerse wereld wordt het nucleaire programma van Iran al jaren als bedreigend gezien. Zo hielp de Nederlandse AIVD Israël en de Verenigde Staten in 2007 bij de sabotage van het nucleaire complex in Natanz. Het Iraanse regime geldt daarnaast voor veel westerse landen als vijandig, vanwege de zware repressie tegen de eigen burgers en de steun voor terroristische groeperingen als Hamas, Hezbollah en de Houthi’s.


Lees ook

‘De Israëlische aanval op Iran valt niet onder het recht op zelfverdediging’

Een man kijkt in een Teheran naar getroffen olieopslagplaats, zondag.

Contrast

Het begrip voor Israël rond Iran contrasteert met het kritischer geluid dat het demissionaire kabinet de afgelopen tijd rond Gaza liet horen. Dat gebeurde onder grote maatschappelijke druk: afgelopen zondag demonstreerden volgens Oxfam Novib nog 150.000 mensen in Den Haag tegen het Nederlandse Israël-beleid. Minister Veldkamp drong in Brussel eerder aan op een EU-onderzoek naar mogelijke schending van de voorwaarden die in het Associatieverdrag met Israël staan, een verdrag dat vrijhandel garandeert en politiek en economisch van groot belang is voor Israël. De uitkomst van dat onderzoek wordt volgende week verwacht, waarna in EU-verband mogelijk extra stappen tegen de Israëlische regering worden besproken.

De vraag is in hoeverre de oorlog met Iran de animo om Israël harder aan te pakken zal veranderen. In veel andere Europese landen klonk afgelopen week ook begrip voor de Israëlische bombardementen. EU-commissievoorzitter Ursula von der Leyen en de Britse premier Keir Starmer benadrukten het recht van Israël op zelfverdediging en de Duitse bondskanselier Friedrich Merz sprak zijn volledige solidariteit uit met Israël en beschuldigde het Iraanse regime van het aanwakkeren van regionaal terrorisme.

Vanwege de situatie in Gaza leeft in EU-verband discussie over sancties. Eerder deze maand plaatsten het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Noorwegen de Israëlische ministers Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir op de sanctielijst vanwege hun rol in het geweld tegen Palestijnen. Een aantal partijen in de Tweede Kamer wil dat Nederland hier in EU-verband ook werk van maakt. Volt-leider Laurens Dassen diende hier eerder samen met GroenLinks-PvdA, D66 en SP een motie voor in. Het demissionaire kabinet-Schoof liet woensdag in een brief aan de Kamer weten zich aan te sluiten bij een Zweeds initiatief om binnen de EU sancties tegen de twee Israëlische ministers te overwegen.

Tien jaar geleden lag er nog een akkoord. Nu dreigen we af te glijden naar een wereld waar zulke afspraken geen betekenis meer hebben

Kati Piri
Kamerlid GroenLinks-PvdA

Sancties

Deze motie dateert van vóór de Israëlische aanval op Iran, maar volgens Dassen maakt die aanval de oproep alleen maar urgenter: „Ik ben sowieso voor sancties tegen Israël – politiek, economisch en een wapenembargo – vanwege wat er gebeurt in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Maar met deze escalatie in Iran erbij, is dat des te noodzakelijker.”

Ook Kati Piri (GroenLinks-PvdA) vindt niet dat de dreiging van Iran tot Nederlands begrip voor de Israëlische acties moet leiden. Piri waarschuwt voor een wereld „waarin macht het wint van recht, en elk land denkt: ik bombardeer gewoon een ander”. Zulke aanvallen zijn volgens haar een directe schending van het internationaal recht. Ze wijst erop dat Nederland altijd hecht aan VN-regels, maar dat die nu lijken te eroderen: „Tien jaar geleden lag er nog een akkoord [met Iran]met steun van de VS, Rusland, China en Iran. Nu dreigen we af te glijden naar een wereld waar zulke afspraken geen betekenis meer hebben.”

Bij rechtsere fracties klinken andere geluiden. Regeringspartij VVD, de laatste weken iets kritischer over het geweld in Gaza, schaarde zich vol achter Israël als het om Iran gaat. VVD-leider Dilan Yesilgöz sprak van „een begrijpelijke actie van Israël, gericht op het kernwapenprogramma”, fractiegenoot Eric van der Burg noemde het Iraanse regime „zeer gevaarlijk, met kernwapens al helemaal.”

Ook NSC-Kamerlid Isa Kahraman noemde de Israëlische aanvallen „een noodzakelijke stap”. Hij verwijst daarbij naar het laatste rapport van het Internationaal Atoomagentschap, dat vorige week werd gepubliceerd. „Dit is het meest vergaande rapport van de afgelopen twintig jaar, Iran houdt zich niet aan de afspraken.” Kahraman heeft wel een kritische noot, nu de Verenigde Staten onder leiding van president Donald Trump zich mogelijk ook in de oorlog willen mengen. „Het is een verschrikkelijk regime, maar wij moeten oppassen dat we niet overal regime change proberen af te dwingen. Dat moet de wil van het volk zijn – ik hoop dat we die les inmiddels geleerd hebben.”


Lees ook

Angstige Iraanse burgers voelen zich in de steek gelaten. ‘Terwijl Israël woonwijken bombardeert, is het regime druk met propaganda’

Rookwolken hangen boven Teheran na een Israëlische luchtaanval op 14 juni 2025. Op een nabijgelegen heuvel kijken mensen toe.