Kinderen onder de vijftien jaar zouden geen sociale media meer moeten gebruiken en kinderen zouden pas vanaf groep 8 van de basisschool een smartphone moeten krijgen. Dat is het advies aan ouders dat demissionair staatssecretaris Vincent Karremans (Preventie, VVD) deze dinsdagmiddag presenteerde: „Ik maak me zorgen. Sociale media en smartphones zijn niet alleen maar leuk.”
De adviezen staan in de richtlijn Gezond schermgebruik. Karremans kiest bewust niet voor een verbod, lichtte hij toe: „Dat is totaal niet te handhaven. Ik kan moeilijk aan elke keukentafel gaan kijken of kinderen dat echt niet doen. Een verbod is een papieren werkelijkheid. Er is trouwens ook geen draagvlak voor.”
Verder staat in het advies dat ouders hun eigen schermtijden moeten beperken
Dat er wel adviezen komen, komt omdat ouders daar zelf om vragen, zei hij. Ouders worstelen met vragen als: wanneer geef ik mijn kinderen een smartphone? „Veel ouders weten niet hoe ze daarmee om moeten gaan en kijken dan naar de overheid.” Na de zomer begint het ministerie van Binnenlandse Zaken een publiekscampagne om de richtlijnen onder de aandacht te brengen.
Verder staat in het advies dat ouders hun eigen schermtijden moeten beperken en hun telefoon weg moeten leggen als ze praten met hun kind, zijnde belangrijke rolmodellen. Ook moeten er geen actieve schermen zijn tijdens het eten en in de slaapkamer. Ouders zouden ook vaker in gesprek moeten gaan met kinderen over wat ze online doen en welke ervaringen ze hebben.
Karremans wees in zijn toelichting op de negatieve gevolgen van socialemedia- en smartphonegebruik: slaapproblemen, mentale problemen, bijziendheid, soms angststoornissen: „Kinderen die tot diep in de nacht scrollen, gaan slecht slapen, worden moe wakker en halen slechte cijfers op school.”
Stapsgewijs
Volgens Karremans, die binnenkort overstapt naar Economische Zaken om daar minister te worden, is groep 8 van de basisschool een goede leeftijd om de eerste ervaringen op te doen met smartphones. Vanaf de brugklas kunnen ze dan chat-apps als WhatsApp en Signal gebruiken, vanaf vijftien jaar sociale media als Snapchat, TikTok en Instagram. Op die manier worden ze stapsgewijs „wegwijs gemaakt” in de online samenleving.
Karremans werd door de Tweede Kamer al langer onder druk gezet om iets te doen. Zo riep de Kamer hem in maart op tot het instellen van een minimumleeftijd voor socialemediaplatforms als Facebook, Instagram, TikTok en Snapchat. Een maand later dienden de ChristenUnie en NSC een initiatiefnota in over online kinderrechten. Daarin bepleitten ze onder meer een landelijke leeftijdsnorm voor de eerste smartphone, vijftien jaar bijvoorbeeld. Onlangs volgde D66 met een initiatiefnota die oproept smartphones ook in schoolpauzes en op schoolpleinen te verbieden.
Bezorgd
In 2024 waren het de scholen die als eerste een rem op smartphonegebruik wilden zetten. Ze voerden een verbod in de klas in. Later dat jaar volgden duizenden ouders, die bij de organisatie Smartphonevrij Opgroeien aangaven hun kinderen tot hun veertiende jaar geen telefoon te geven. Eind mei volgden artsen en andere experts, die in een brandbrief opriepen tot leeftijdgrenzen voor smartphones en sociale media.
Ongeveer negen op de tien scholieren in het voorgezet onderwijs zijn (bijna) dagelijks actief op sociale media, bleek uit eerder onderzoek van het Trimbos-instituut. Problematisch gamegedrag komt vaker voor bij jongens (3 procent) dan bij meisjes (1,3 procent). Voor sociale media is dit juist omgekeerd: bij jongens is dat bij 3,3 procent problematisch, bij meisjes 6,2 procent. Problematisch gedrag betekent dat gamen of sociale media leidden tot problemen op school of voor de gezondheid, en dat jongeren het moeilijk vonden om zelf te stoppen.
Lees ook
‘Het brein wil maar doorgaan’: hoe Europa verslavende sociale media wil aanpakken
De lange schaduw van een nieuwe oorlog in het Midden-Oosten hing dinsdag over het Kamerdebat dat over de komende NAVO-top in Den Haag ging. Tijdens een interruptie refereerde buitenlandwoordvoerder Jan Paternotte (D66) er al aan: terwijl de Tweede Kamer debatteerde, waren Amerikaanse militaire vliegtuigen al onderweg naar de Golfregio en wachtte de wereld op de aankondiging van president Trump over deelname aan Israëls bombardementen op Iran.
Een betere illustratie van de geopolitieke turbulentie van dit tijdsgewricht was er niet. En op een paar uitzonderingen na (SP, Denk, Forum voor Democratie) waren alle partijen het eens: in een steeds onveiliger wereld moet Nederland zijn defensieuitgaven sterk verhogen. Een zeer grote meerderheid schaarde zich daarom achter het besluit van het demissionaire kabinet om akkoord te gaan met secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte om de uitgaven voor de krijgsmacht op te schroeven tot 3,5 procent van het bbp, met daar bovenop nog eens 1,5 procent voor vitale infrastructuur.
Daarmee was premier Schoof voorzien van een ruim mandaat voor de NAVO-top in Den Haag volgende week – iets wat van het grootste belang was, vond fractievoorzitter Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA). Het was Timmermans die afgelopen maandag in NRC bekend maakte dat zijn fractie, na eerst de nodige voorbehouden te hebben gemaakt, alsnog kon instemmen met de nieuwe NAVO-norm.
Maar tijdens zijn bijdrage – die werd onderbroken door tal van interrupties – wilde de leider van GroenLinks-PvdA zich verder nergens op vastleggen , behalve dat zijn partij níet zou instemmen met bezuinigingen op de verzorgingsstaat. Ondanks verwoede pogingen van Henri Bontenbal (CDA) en Dilan Yesilgöz (VVD) wenste Timmermans zich evenmin vast te leggen op het tijdpad dat de NAVO voor zich ziet, waarin de 3,5 procent wordt bereikt in 2032.
Klassiek links-rechtsdebat
Volgens Timmermans zou hierover „in de aanloop van de verkiezingen op 29 november” nog grondig over moeten worden gediscussieerd. De fractieleider zei zich erg op deze debatten te „verheugen”, en dat viel ook goed te begrijpen: door de vele interrupties van andere partijen kreeg Timmermans tijdens de eerste termijn van de Kamer veruit de meeste air time.
Frans Timmermans (GroenLinks/PvdA) en Dilan Yesilgöz (VVD) tijdens het debat over de NAVO Top.Foto Bart Maat
De leider van GroenLinks-PvdA pareerde handig de kritiek (van de SGP tot D66) dat zijn partij zich niet wil committeren aan het wettelijk vastleggen van de defensienorm. Eerder op de dag had de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefwet van Chris Stoffer (SGP) en anderen die defensie-uitgaven van 2 procent van het bbp verplicht stelt. De fractie van GroenLinks-PvdA in de Eerste Kamer had tegen gestemd. Volgens Timmermans draaide het allemaal om „politiek commitment” en was een defensiewet niet nodig.
VVD-leider Dilan Yesilgöz probeerde hier meteen van te profiteren door voor te stellen om dan ook maar gelijk 3,5 procent wettelijk vast te leggen. Toen de discussie zich verlegde naar de enorme bedragen die gemoeid zijn met het optrekken van de defensie-uitgaven (tot 19 miljard per jaar extra), tekenden zich de eerste contouren af van een klassiek links-rechtsdebat. Daarin liet Yesilgöz duidelijk merken dat de VVD vooral wil korten op de uitkeringen en kreeg Timmermans uitgebreid de kans om keer op keer te herhalen dat zijn partij níet akkoord zou gaan met het bezuinigen op „sociale zekerheid, onderwijs en zorg”.
Toen Yesilgöz met enig dédain suggereerde dat Timmermans zijn „draai” dan maar „helemaal rond” moest maken om écht door te pakken voor defensie, werd het debat even fel. „Nu wordt-ie toch echt fraai”, zei Timmermans terwijl hij naar de lege stoelen van de PVV-fractie wees. „Het was mevrouw Yesilgöz die de deur heeft open gezet naar de Poetin-vrienden in dat vak.”
Begrotingstekort
De politieke kemphanen leken beiden ingenomen te zijn met deze eerste schermutselingen, die zowel de VVD als GroenLinks-PvdA in de spotlight zet. Intussen werd ook duidelijk dat de meest concrete oplossing voor het financieringsprobleem op korte termijn kan worden gevonden in het laten oplopen van het overheidstekort – Nederland bevindt zich nog ruim onder de EU-norm dat het begrotingstekort niet meer dan 3 procent van het bbp mag bedragen.
NSC-woordvoerder Olger van Dijk stelde dat zijn partij daarmee kan instemmen: „We gaan Nederland niet kapot bezuinigen.” Mirjam Bikker (ChristenUnie) en Bontenbal (CDA) markeerden nadrukkelijk hun middenpositie, waarbij (in de woorden van Bontenbal) „iedereen iets moet inleveren voor onze vrijheid” en dat er dus een combinatie van bezuinigingen en lastenverzwaringen zal moeten worden gevonden. Er moeten héle grote politieke vragen worden beantwoord, constateerde Timmermans.
Intussen deed coalitiebreker PVV niet mee in de discussie. Fractieleider Geert Wilders had het debat overgelaten aan buitenlandwoordvoerder Raymond de Roon. Tijdens zijn inbreng werd hij geen enkele keer geïnterrumpeerd.
De voortekenen zijn onheilspellend. Op maandagavond verlaat president Donald Trump vroegtijdig de G7-top om zijn Nationale Veiligheidsraad bijeen te roepen over de oorlog in het Midden-Oosten. Bij aankomst in Canada noemt hij een diplomatiek akkoord met Iran nog „haalbaar”. Bij vertrek roept hij de 10 miljoen inwoners van Teheran op hun stad „onmiddellijk te evacueren”. Onderweg naar Washington, aan boord van Air Force One, zegt hij te niet te werken aan „een staakt-het-vuren, maar aan een echt einde” van het Iraanse atoomprogramma. Amerikaanse tankvliegtuigen en een vliegdekschip zijn dan al onderweg naar Europa en het Midden-Oosten.
Staan de Verenigde Staten op het punt om samen met Israël Iran te bombarderen? Premier Benjamin Netanyahu begon vrijdag, tegen Trumps wil en aandringen in, met aanvallen op nucleaire installaties, wapenfabrieken, de militaire leiding en de publieke omroep. Nu wil hij dat de Amerikaanse president hem te hulp schiet. Alleen de Verenigde Staten beschikken over de ‘bunkerbusterbommen’, en de bommenwerper die zulke 30.000-ponders kan dragen, om de ondergrondse verrijkingsfabriek bij het Iraanse dorp Fordow op te blazen. Netanyahu lijkt ook uit op regime change in Teheran.
Het zou een gigantische escalatie zijn en ingaan tegen Trumps campagnebeloftes over een einde aan buitenlandse interventies. Trumps primaire instincten strijden hier met elkaar. Net als de pro-Israëlische haviken en de ‘America First’-isolationisten in zijn achterban én kabinet.
Leden van de Amerikaanse luchtmacht zijn in de weer met een GBU-57 bom, een zogenaamde ‘bunker buster’. Dit beeld is in 2023 genomen in de Whiteman Air Base in de Amerikaanse staat Missouri.
Foto AP
‘Onvoorwaardelijke overgave’
Trump heeft oprecht geen trek in nieuwe internationale conflicten (laat staan Amerikaanse boots on the ground), maar hij wil ook dé machtige krachtpatser van de wereld zijn. De diplomatieke weg voor een (eerder door hemzelf gesloopt) tijdelijk akkoord met Iran lijkt afgesloten. Een, ogenschijnlijk definitieve, oplossing voor het ontmantelen van Iraanse atoombomambities lonkt.
Lees ook
Lees ook: Behalve Trump kan niemand het conflict tussen Israël en Iran beëindigen, ook de Arabische landen niet
Tot nu toe bewandelt Trump de tussenweg. Israël weet zich gesteund door de VS en krijgt inlichtingen die helpen bij de aanval op Iran. De Amerikaanse krijgsmacht zou zich er pas actief in mengen als Iran in het Midden-Oosten aanwezige Amerikaanse militairen of burgers aanvalt. Toch helt Trump steeds verder over naar de interventiekant. Op zijn Truth Social schrijft hij niet meer over de Israëlische aanvallen, maar (vaak in kapitalen): „America First betekent veel geweldige dingen, inclusief het feit dat Iran nooit een kernwapen mag hebben”. „Wij hebben nu volledige en totale controle over het luchtruim boven Iran.” En: „Onvoorwaardelijke overgave!”
Daarnaast schuift hij zijn inlichtingenchef Tulsi Gabbard terzijde. Gabbard, die er uitgesproken tegen is om nieuwe oorlogen ingerommeld te worden, zei in maart in de Senaat dat Iran ondanks alle uraniumverrijking „geen atoomwapen ontwikkelt”. In Air Force One zegt Trump maandag: „Het kan me niet schelen wat zij (Gabbard) zei. Ze (Iran) waren heel dichtbij het krijgen van een kernbom.”
2003
Juist dergelijke woorden jagen Trumps isolationistische kamp in de gordijnen. Het klinkt alsof het weer 2003 is en het Republikeinse bewind verhalen over massavernietigingswapens oppompt. De fouten van de Bush-regering in – de rechtvaardiging van – de invasie van en de wederopbouw van Irak, waren bepalend voor de opkomst van Trump en zijn America First-beweging. Al zijn de oude haviken niet uitgeroeid. Zeker als het op Israël en Iran aankomt, willen veel, al dan niet evangelischchristelijke, Republikeinen de Joodse staat nog altijd redden.
Trumpfans van het eerste uur, de ex-Fox-presentator Tucker Carlson en Afgevaardigde Marjorie Taylor Greene leiden het publiekelijke verzet tegen Amerikaanse inmenging. Carlson noemde Trump al bij voorbaat „medeplichtig” aan de ongewenste en onnodige oorlog. Greene schreef: „Iedereen die kwijlt om een volledige Amerikaanse betrokkenheid bij de oorlog tussen Israël en Iran is niet America First/MAGA.” Trump reageerde woedend. „Kan iemand die verknipte Tucker Carlson duidelijk maken: Iran mag geen atoomwapen hebben!”
Trumps verbale wapengekletter en oostwaartse mobilisatie hoeven niet te betekenen dat hij Iran gaat bombarderen. Het kan dat hij, met rechtstreekse dreigementen, ayatollah Khamenei vooral angst wil aanjagen om een staakt-het-vuren én een atoomdeal te forceren. Er wordt gesproken over een nieuwe onderhandelingsronde onder leiding van vicepresident JD Vance. Al zal hij daar pas de medewerking van Israël voor krijgen als Netanyahu denkt genoeg schade aangericht te hebben.
De geesten worden in ieder geval rijp gemaakt voor een grotere oorlog. Dinsdagochtend stuurde het Witte Huis aan journalisten een lijst met elke keer dat Trump zich heeft uitgesproken tegen de mogelijkheid dat Iran een atoomwapen zou ontwikkelen. En juist Vance, die als marinier diende in Irak en gedesillusioneerd terugkwam, schreef een epistel op X om elke beslissing van de president te prijzen. Trump bood Iran „de makkelijke weg en de ‘andere’ weg” en „misschien besluit hij verdere actie te ondernemen”, aldus Vance. Al blafte hij de critici niet af zoals zijn baas. „Mensen hebben gelijk dat ze zich zorgen maken (…) na de afgelopen 25 jaar van idioot buitenlands beleid.”
Frank laat zijn kamertje in de daklozenopvang zien: een rood en een groen speelgoedautootje op een richel, de schoenen in het gelid naast het bed, notitieblokjes en andere spullen op een stoel. Hij vertelt: „Ik heb al drie keer eerder in deze kamer in de opvang geslapen. Ik kan niet zo met andere mensen.”
Frank, zo hadden Bea Zomer van het Leger des Heils en Jan van Oosten – gemeentelijk projectleider opvang – eerder verteld, slaapt normaal buiten, in het groen. Hij doorkruist meerdere keren per dag de bossen en parken van Den Haag. Maar vanaf zaterdag is een deel van het Haagse Bos en de Scheveningse Bosjes een week lang afgesloten.
Er gaat veel tijd, geld en energie in deze top zitten. Je zou willen dat die ook wordt gebruikt om dakloosheid structureel aan te pakken
De burgemeester van Den Haag heeft tijdens de NAVO-top een noodverordening afgekondigd voor het gebied rondom de conferentielocatie en rondom paleis Huis ten Bosch, inclusief de bossen. Dat betekent dat alleen deelnemers van de top na identiteitscontrole toegang krijgen. Iedereen die er normaal komt, van hondenuitlaters en hardlopers tot de dertig tot veertig dakloze mensen die in tentjes wonen – vooral Europese arbeidsmigranten – moeten weg. Wie de noodverordening negeert, wordt gewaarschuwd en riskeert een celstraf.
In andere landen worden tijdens politieke toppen en sportevenementen steden soms ontdaan van alles wat als onwelgevallig wordt beschouwd. Parijs bracht vorige zomer duizenden dakloze mensen naar opvanglocaties, tot in Marseille. De Haagse gemeenteraad maakte zich zorgen: wat zou er met de dakloze mensen tijdens de NAVO-top gebeuren?
Lees ook
Meer dan helft van de mensen die op straat slapen, is arbeidsmigrant
Hotelkamers
Wethouder Mariëlle Vavier (Zorg, Armoede, Inclusie en Internationale Zaken, GroenLinks) zegt: „We kwamen er snel achter dat de groengebieden onder de noodverordening vielen en dat er noodzaak was deze mensen te verhuizen. Het is een behoorlijk aantal, sommigen hebben de plek rondom hun tent echt ingericht als thuis.”
Dat was niet de enige zorg: omdat het aantal dakloze mensen groter is dan het aantal opvangplekken is de gezinsopvang in Den Haag „hartstikke vol” en vangt de gemeente moeders met kinderen op in hotelkamers. Die wilden hoteleigenaren terug om te kunnen aanbieden: Den Haag verwacht 8.500 deelnemers aan de top. De gezinnen slapen nu in buurgemeenten en worden waar nodig met pendelbusjes van en naar werk en school gebracht.
De buitenslapers zijn volgens Vavier deels ‘zorgmijders’ die de overheid niet vertrouwen. Al maanden zijn hulporganisaties en boswachters van de gemeente en Staatsbosbeheer bezig hun voor te bereiden op de top. Jan van Oosten laat de appgroep van de hulpverleners zien, met de naam ‘NAVO-top maatwerk’. Net nog is iemand gesignaleerd die onder een brug slaapt. Aan de ene kant ervan geldt de noodverordening, aan de andere kant niet. Van Oosten zegt: „Meneer zal het niet begrijpen.” Een van de boswachters kent de man en zal hem een blauw polsbandje geven, waarmee hij naar de opvang kan die voor de komende twee weken is ingericht.
Een slaapzaal in de NAVO-opvang in een voormalige school. Foto Bart Maat
Daarvoor is bewust gekozen voor het gebouw waar de winteropvang is, dat kennen de meesten. Bea Zomer van het Leger des Heils zwaait er de scepter: „Ze weten dat het hier veilig is.” Ze leidt rond door slaapzalen, laat de grote plastic bakken zien waar de dakloze mensen hun tenten in kunnen opbergen, de wasmachines, de regels op een briefje aan de muur „om prettig met elkaar hier te zijn”.
Nu het zomer is, zijn er extra regels. Als de basisschool naast de opvang uitgaat, moet iedereen bijvoorbeeld binnen blijven. Alcohol drinken en wiet roken mag alleen bij een picknicktafel ver van de school.
Wat de gemeente en de hulpverleners hopen, is dat de dertig mannen en een paar vrouwen beter in beeld komen. Wethouder Vavier zegt: „We grijpen deze tijd aan om te kijken hoe we ze kunnen helpen. Sommigen zijn al behoorlijk lang dakloos.”
Zomer vertelt: „Twee weken is niet lang, maar we kunnen voortborduren op wat we in de winter hebben ingezet. Wil iemand detoxen, kunnen we iets anders betekenen?”
Lees ook
Lees ook: Twee dagen NAVO-top, maanden verkeershinder in Den Haag
All-inclusive
In het oude schoolgebouw zitten de Brit James en drie Poolse mannen aan lange tafels in de voormalige gymzaal. De geur van eten stijgt op uit de keuken. Een van de Polen vertelt zijn baan te zijn verloren toen hij aan een oor doof werd. „Het zou goedkoper zijn ons allemaal een week op een all-inclusive naar Egypte te sturen”, zegt James. „Als ik Mark Rutte zie, dan zal ik dit bespreken.” Rutte, vertelt hij, kent hij uit de tijd dat hij nog in de horeca werkte en de toenmalige premier zijn zondagse cappuccino kwam drinken.
Tijdens de NAVO-top in Den Haag worden daklozen in de omgeving van het World Forum tijdelijk van straat gehaald. Foto Bart Maat
James vindt het maar lastig: de opvang ligt aan de andere kant van de stad dan de Scheveningse Bosjes, waar hij normaal slaapt. „Ik zie wel hoe dit gaat, misschien zoek ik iets anders.” Jan van Oosten van de gemeente vertelt dat er ook dakloze mensen zijn die echt niet naar de opvang wilden en elders in Den Haag hun tent hebben opgezet.
Bij de organisaties die zich bezighouden met dakloze mensen, zijn ze tevreden over de zorgvuldigheid waarmee de gemeente te werk gaat. „Er is echt nagedacht over een plek en mensen zijn ook niet zomaar hotels uitgezet”, zegt Jan de Vries van het Straatconsulaat. „Het navrante is wel dat er met zo’n evenement héél veel kan, er gaat veel tijd, geld en energie inzitten. Je zou willen dat die ook wordt gebruikt om dakloosheid structureel aan te pakken.”
We grijpen deze tijd aan om te kijken hoe we ze kunnen helpen. Sommigen zijn al behoorlijk lang dakloos
Het is niet zo, zegt wethouder Vavier, dat jaarrond niet wordt gezocht naar oplossingen. Voor Europese arbeidsmigranten die hun baan en daarmee ook hun onderkomen verliezen, loopt een pilot met subsidie van het ministerie van Sociale Zaken waarbij twintig bedden vrij worden gehouden. „Zo konden 212 mensen een nieuwe baan en huisvesting vinden, of terug naar hun land van herkomst”, zegt Vavier.
Het echte probleem is volgens de wethouder het woningtekort en een „kabinet dat maatregelen neemt die geen zoden aan de dijk zetten”. Ook speelt mee dat er te weinig zorg is voor mensen met verward gedrag, „waardoor mensen met een al marginale positie te snel dakloos worden”, en dat er in sommige sectoren nog altijd kortlopende contracten worden aangeboden. „Drie maanden heb je werk en slaap je op een matrasje, daarna sta je op straat.”
In de opvang klopt Frank op zijn bed. „Ik heb echt een heerlijk laken en dekbed”, zegt hij. „Ik kom helemaal tot rust na al die regen. Ik ben zo dankbaar.”
Sloffen naast een bed in een slaapzaal in de NAVO-opvang. Foto Bart Maat