Allerlei kwieke ouwe mannen drongen zich de afgelopen dagen aan mij op. Was het toeval? Wilde ik misschien zelf graag voor een kwieke ouwe man doorgaan? Wie weet.
Hoe dan ook, er viel niet aan te ontkomen. Het begon tijdens die weergaloos spannende tennisfinale op Roland Garros tussen Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Af en toe komt tijdens zo’n partij een daartoe uitgenodigde coryfee van vroeger in beeld. Zo ook de Amerikaan Stan Smith, met wie ik het geboortejaar 1946 deel en die ik in 1972 de Wimbledon- finale tegen Ilie Nastase zag winnen. Een boomlange, sympathieke speler. Hij schijnt nog steeds de hele wereld af te reizen om zijn verrimpelde gezicht te laten zien. Er is een tennisschoen, nu een sneaker, naar hem vernoemd.
Die finale op Roland Garros kon ik tot mijn grote spijt niet helemaal uitzien, omdat ik zo nodig naar een andere kwieke ouwe man moest in De Kleine Komedie in Amsterdam: de singer-songwriter Alex Roeka. Die heeft een hele poos gelogen over zijn leeftijd – hij haalde er in de publiciteit tien jaar af – maar werd later toch nog trots op zijn oude dag: intussen 80 jaar.
Ik had hem nooit eerder live zien optreden, kende wel een deel van zijn werk: vaak vrij smartelijke liedjes, op de rand van het larmoyante, soms er overheen, soms ook recht in het hart, en niet alleen in het mijne, want van een marginale artiest groeide hij uit tot een bekendheid met volle zalen en collega’s die hem hun lof toezwaaien. Op deze avond zong hij vooral werk van zijn laatste album, Nachtcafé, alleen begeleid door een gitarist en een drummer. Ik miste een aantal van zijn beste songs, en ik had ook een wat intiemer concert verwacht, maar er bleef toch genoeg kwaliteit over.
Jacques Brel is zijn grote voorbeeld, van hem heeft hij een uitbundig soort melancholie geërfd. Roeka vindt de wereld klote, zoals hij ons herhaaldelijk verzekert, maar dat weerhoudt hem niet om het onderste uit die kan vol ellende te halen. „Ik wil leven als een dier”, zong hij al in zijn openingslied, „leven, nu en hier, leven, recht erdoor, ik wil leven, waar leef ik anders voor?”
Voor een man van 80 straalde hij verbluffend veel energie uit: krachtig van stem, onvermoeibaar in het contact met zijn enthousiaste publiek. Aan het slot beloofde hij nog wat albums te signeren in de foyer.
Maar ik moest naar huis omdat ik het recente boek van een 87-jarige (!) graag wilde uitlezen: Rouwjournaal van Jan Siebelink. Daarin rouwt hij over de dood van zijn vrouw Gerda. Een droevig, indrukwekkend boek, minder dan Roeka op het larmoyante af, omdat in proza beter te nuanceren valt dan in een liedtekst.
Siebelink beschrijft een worsteling met verdriet die niet te winnen lijkt. „De tijd heelt, maar niet op mijn leeftijd. Zoveel herinnert aan jou, in huis, in mij, mijn kinderen en kleinkinderen – dat blijft schrijnen.”
En: „Nooit meer, in alle eeuwigheid, zul je iets tegen me zeggen. Je bent er niet meer. Je bent dood, tijdloos, eeuwig. Ik kan het niet bevatten, je was een deel van mij, ik ben geamputeerd. We maakten toch deel van elkaar uit, waren elkaar. Dit red ik niet.”
Ik denk: juist door te zingen en te schrijven zullen Roeka en Siebelink het nog wel even redden.
Een gebouw in de Iraanse hoofdstad Teheran werd vrijdagochtend zwaar beschadigd bij de Israëlische aanval. Video Reuters
Israël heeft deze vrijdag in alle vroegte grootscheepse aanvallen ingezet op vele tientallen nucleaire en militaire doelen in Iran. Volgens Israëlische woordvoerders zijn zo’n tweehonderd vliegtuigen bij de acties betrokken. In Israël zelf moesten burgers de schuilkelders opzoeken en zijn tienduizenden extra militairen opgeroepen om het land te helpen verdedigen tegen Iraanse tegenaanvallen. Iran heeft inmiddels ook al een vergeldingsaanval op Israël uitgevoerd, met honderd drones en met raketten.
Daarmee is een scenario in gang gezet waarvoor door velen in het Midden-Oosten en daarbuiten al langere tijd werd gevreesd: een omvangrijk conflict tussen de aartsvijanden Israël en Iran. Dit kan de toch al grote spanningen in de regio verder aanwakkeren, juist ook omdat de aanvallen van vandaag zo veel groter zijn dan de relatief beperkte gewapende confrontaties die beide landen vorig jaar al met elkaar hadden.
Premier Netanyahu verklaarde in een videoboodschap dat de operatie nodig was om een einde te maken aan de nucleaire bedreiging die er volgens hem van Irans nucleaire programma uitgaat. Die raakt volgens de premier „het pure overleven van Israël”. De acties zullen volgens hem zolang doorgaan als nodig is.
‘VS zijn niet betrokken’
De Verenigde Staten lieten direct weten niet bij de aanval op Iran betrokken te zijn. Het voornaamste waarom de Amerikanen zich volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington op dit moment bekommeren is de veiligheid van hun landgenoten in het Midden-Oosten. Wel riep president Trump de Nationale Veiligheidsraad in spoedzitting bijeen. Ook waarschuwden de VS Iran Amerikaanse doelen bij zijn tegenaanvallen te ontzien.
Netanyahu en andere Israëlische leiders hebben al jaren gezinspeeld op een aanval op de nucleaire faciliteiten van Iran, die in Israël vanaf het begin als een bedreiging zijn beschouwd voor zijn veiligheid. Deskundigen betwijfelden echter of Israël met zijn relatief beperkte arsenaal hierin zou kunnen slagen zonder Amerikaanse hulp, mede omdat een deel van Irans nucleaire installaties zich diep onder de grond bevindt.
Hoe groot de schade is die de Israëlische bombardementen hebben aangericht viel vrijdagochtend nog niet goed te zeggen. Een van de geraakte doelen is Irans belangrijkste verrijkingsfabriek voor uranium bij de plaats Natanz. Het IAEA, het atoombureau van de VN in Wenen, liet enkele uren later weten dat er nog geen verhoogde radioactieve straling was waargenomen bij Natanz. Volgens het IAEA zijn ook niet alle nucleaire faciliteiten getroffen. Zo is er geen schade gemeld uit Isfahan en uit Bushehr.
Nucleaire experts gedood
Ook doodde Israël de bevelhebber van de Revolutionaire Garde, generaal Hossein Salami, op een basis van de elite-eenheid in het oosten van de hoofdstad Teheran. De stafchef van het Iraanse leger, generaal Mohammed Bagheri, was een zelfde lot beschoren. Daarnaast werden zes nucleaire deskundigen gedood. Er zouden ook andere burgers, onder wie kinderen, zijn omgekomen, meldden Iraanse bronnen.
Veel passagiers strandden vrijdag op de luchthaven van Beiroet, nadat veel vluchten in de regio zijn geannuleerd als gevolg van de aanvallen tussen Israël en Iran.
Irans opperste leider, de inmiddels 86-jarige ayatollah Ali Khamenei, kondigde in een toespraak „een strenge bestraffing” van Israël aan. „Als God het toestaat, zullen de machtige handen van de krijgsmacht van de Islamitische Republiek het niet onbestraft laten.” Khamenei stelde onmiddellijk plaatsvervangers aan voor de gedode generaals.
Een woordvoerder van het Israëlische leger, generaal Efrin Defrin, verklaarde naderhand dat de operatie mede was ingegeven door nieuwe informatie dat Iran versneld bezig was om kernwapens te verwerven. Bewijzen hiervoor gaf hij echter niet.
Wel is bekend dat Iran, dat altijd heeft volgehouden dat zijn nucleaire programma slechts vreedzame doeleinden dient, de laatste jaren zo’n vierhonderd kilo uranium heeft verrijkt tot een niveau van zestig procent. Dit is beduidend meer dan voor vreedzaam gebruik vereist is. Gewoonlijk wordt zulk hoog verrijkt uranium vooral aangewend voor kernwapens (waarvoor 90 procent verrijkt uranium nodig is).
Uranium voor kernbommen
IAEA, dat Iran gisteren voor het eerst in twintig jaar berispte wegens schendingen van zijn verplichtingen onder het non-proliferatieverdrag, schatte onlangs dat Irans hoog verrijkte uranium voldoende zou zijn voor negen kernbommen, mocht het die willen produceren. Overigens zou het Iran volgens experts nog zeker maanden kosten om het hoog verrijkte uranium op raketten te bevestigen in de vorm van kernkoppen.
Directeur-generaal Rafael Grossi van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA).
Terwijl Israëls aanvallen op Iran al waren begonnen, bevonden er zich nog verscheidene civiele vliegtuigen in het Iraanse luchtruim. Dit is inmiddels gesloten. Ook in Israël en in Irak is het luchtruim inmiddels dicht. Ook in Dubai zijn veel vluchten geannuleerd. De olieprijs, vanouds gevoelig voor spanningen in het Midden-Oosten, steeg vrijdag direct met 8 procent.
Waarom Israël juist nu tot zijn aanval is overgegaan, is niet duidelijk. President Trump had volgens berichten van onder meer de Israëlische televisie maandag tijdens een telefoongesprek met Netanyahu nog verzocht om zo’n aanval niet ten uitvoer te brengen. Trump wilde naar verluidt eerst de resultaten afwachten van een nieuwe (indirecte) onderhandelingsronde met Iran, die komende zondag in Oman zou plaatsvinden.
Israëlische media melden nu echter dat Netanyahu afgelopen maandag zou hebben besloten de aanval te laten doorgaan. Niet alleen Trump, ook Iran zou daardoor verrast kunnen zijn. Er zijn echter ook analisten die veronderstellen dat Trump Netanyahu maandag stiekem toch al groen licht voor het offensief tegen Iran gaf. Trump erkende vrijdag wel vooraf te hebben geweten van de Israëlische aanval.
De meeste Arabische landen veroordeelden de Israëlische actie en dat gold ook voor Turkije.
Lees ook
Lees ook: VS en Iran blijven om elkaar heen draaien, hoe graag ze ook een atoomdeal willen
Peter van Hese (67) lachte zijn broertje Fred (64) recht in zijn gezicht uit toen die vier jaar geleden meedeelde te gaan verhuizen naar een Knarrenhof . Een huis zonder drempels, deuren breed genoeg voor het geval van een rolstoel, samenleven met andere senioren… „Háháhá, je gaat toch niet in een bejáárdentehuis wonen?” hoonde Peter. Maar Fred en zijn vrouw zetten hun plan door en eind 2023 verruilden ze de Ridderkerkse eengezinswoning waar ze 34 jaar met plezier hadden gewoond voor een hoekhuis in het net opgeleverde hofje een paar straten verderop.
Vier maanden later kregen ze een overbuurman. Peter.
Het lachen was hem vergaan.
Het begon dus met Fred. Of eigenlijk met zijn vrouw, Yvonne. Zij liep almaar moeilijker, door MS, en daardoor besefte ze acht jaar geleden al dat het wonen in een huis met drie verdiepingen ondanks de traplift tegen zijn grenzen aanliep. Ze googelde, belandde op de site van de landelijke organisatie Knarrenhof en schreef zich meteen maar in. Een paar jaar later bleek dat er zowaar om de hoek een hofje zou komen. Fred en Yvonne hoefden gezien hun tijdige inschrijving alleen maar ‘ja’ te zeggen.
„Je moet gewoon tien jaar vooruitkijken”, zei Fred tegen Peter, die inmiddels al minder hard lachte en aandachtig de bouwtekeningen doornam van Freds nieuwbouwhuis. Peter en zijn vrouw woonden al sinds jaar en dag in een eengezinswoning op een paar straten van Fred en Yvonne. Ze waren er als dertigers gaan wonen en hadden er de kinderen grootgebracht. Voor het eerst stond Peter stil bij het feit dat de rugklachten van zijn vrouw heus niet zouden afnemen en dat het traplopen naar wasmachine en droger op de derde verdieping alleen maar meer moeite ging kosten.
Bovendien: wie ging er ooit voor hen zorgen? Hij was nota bene opgeleid als verpleegkundige, werkte al decennia in de zorg, inmiddels als manager bedrijfsvoering in de acute psychiatrie: van personeelstekorten wist hij alles. Tja: was het niet oliedom om een kans te laten schieten op een huis in een Ridderkerks hofje gestoeld op waarden als ‘zorgzaamheid’ en ‘nabuurschap’?
Ze hadden geluk. Er kwam een plekje vrij. Het hoekhuis schuin tegenover Fred en Yvonne. „Wonen tussen de oudjes? Jij?” lachten de vrienden van Peter.
Die vindt het allemaal best, want kijk hoe hij woont: fijne woonkamer met visgraatvloer, kookeiland, ruime slaapkamer grenzend aan een badkamer die breed genoeg is voor als een zorgverlener ooit hem of zijn vrouw moet bijstaan, boven nog een hobbykamer en een logeervertrek. Al met al 112 vierkante meters. En loopt hij de woonkamer uit en het voortuintje in, dan kijkt hij uit over de langgerekte hoftuin en daarachter, naast Freds huis, het gemeenschappelijke ‘Hofhuys’ dat deel uitmaakt van elk Knarrenhof. Daar vinden de vergaderingen plaats, want er is een vereniging van eigenaren en een bewonerscommissie. Er is ook een wekelijkse spelletjesavond, meditatie, een maandelijkse vrijdagmiddagborrel. En op de eerste verdieping van het Hofhuys, toont Peter met trots, bevindt zich een verwarmd wedstrijdbiljart – „ja echt, voel maar”, dan blijft het laken vochtvrij en rollen de ballen beter door. Mannen van het hof trachten hier elke maandagavond hun carambolemoyennes op te krikken. John, Jan, Sander, Kees, Peter, Fred, Koos, Marcel, Rob. ‘Mancave’, prijkt op een bord aan de muur, al denk je bij deze witte muren en plinten niet meteen aan een grot.
Foto’s John van Hamond
Vergrijzingsgolf
Stichting Knarrenhof werd in 2012 opgezet door Peter Prak (58), een gebieds- en projectontwikkelaar met een leidende rol bij grootschalige nieuwbouw als Amersfoort Vathorst, het Zwolse Stadshagen en Groningen Meerstad. „Waarom doet niemand wat met hofjes voor ouderen?” vroeg een Zwolse flatbewoonster van in de zestig hem in 2011. Goeie vraag, dacht Prak, die de vergrijzingsgolf net zo hard zag aanzwellen als het tekort aan seniorenwoningen. Hij ging met de vrouw om tafel. „En dan noemen we het Krasse Knarrenhofjes”, grapte de vrouw, liefhebber van Van Kooten en De Bie.
Maar Prak nam het serieus. Knarrenhof. Heldere naam. Geuzennaam ook: met een knipoog kijken naar je eigen veroudering. Begin 2018 werden in Zwolle de eerste twee hofjes opgeleverd: opgeteld 48 huizen voor zo’n zeventig bewoners van gemiddeld 67 jaar oud, onder wie de vrouw uit het flatje. Inmiddels zijn er twaalf hofjes, vooral in het oosten van het land – Zutphen, Oldenzaal, Emmen, Hardenberg – maar ook in Zeewolde, Gouda en Ridderkerk. Elk hofje bestaat uit nieuwbouwwoningen rond een binnentuin. Er wonen opgeteld zo’n 450 mensen. Prak wil meer: Knarrenhof is bezig met „projecten in zeventig à tachtig gemeenten”. Voor negen nieuwe hofjes zijn de contracten al getekend, vier daarvan zijn in aanbouw. Woningen in de hofjes zijn 65 tot 140 vierkante meter groot, de doelgroep mensen met een „smalle tot gemiddelde beurs”. Huizenprijzen variëren van nog geen drie ton tot 480 duizend euro, afhankelijk van de locatie in het land en het woon-oppervlak. De huizen zijn verkocht voor „ruim 30 duizend euro” onder de marktwaarde, „want anders dan bijna alle partijen op de woningmarkt streven wij niet naar winstmaximalisatie”, vertelt Prak. Zo’n 17 procent van de hofhuizen is sociale huur, een percentage dat hij liefst opkrikt tot 30.
Het idee is niet dat buren elkaars billen gaan wassen
Mensen in de hofjes wonen op zichzelf – „het is geen woongroep” – maar het is wel de bedoeling dat je actief deelneemt aan het hofleven en omkijkt naar elkaar, nu de zorg in Nederland door personeelstekort verschraalt. „Maar het idee is niet dat buren elkaars billen gaan wassen”, benadrukt Prak. Zijn hofjes richten zich meer op de „preventieve gezondheidszorg” vanuit de wetenschap dat een levendig en nabij sociaal netwerk mensen goed doet. „Gewoon, dat je ertoe doet en niet alleen bent, dat de buurvrouw jou naar de fysio rijdt en jij je buurman helpt met de belastingaangifte.”
Een bewoonster in Ridderkerk had, kort voor haar verhuizing naar het hof, haar heup gebroken, vertelt Fred van Hese. „We haalden haar op als er een activiteit of vergadering in het Hofhuys was, dan ondersteunden we haar terwijl ze met haar rollator liep.” Op een ochtend zagen bewoners dat het donker bleef in haar huis. „Bleek ze te zijn gevallen”, zegt hij. „Dus ja: je let hier wat meer op elkaar. En een praatje van ‘hee hoe is het, moet ik wat voor je doen’ maak je hier ook makkelijker omdat de heggetjes zo laag zijn.”
Inderdaad: de heggen die de voortuintjes afbakenen zijn opvallend laag. Zit je in de voortuin en loopt iemand langs, dan ga je automatisch groeten. Typisch Knarrenhofbeleid: lage heggen en een verbod op schuttingen. De gemeenschapszin wordt ook bevorderd door een ‘sociaal statuut’ met hofregels die bewoners moeten ondertekenen. ‘We staan voor elkaar klaar’, ‘we respecteren elkaars privacy’, ‘we zetten onze vaardigheden en talenten in, in werkgroepen, besturen en activiteiten en stimuleren elkaar om dat te doen.’ Fred van Hese zit in de tuincommissie, Peter is secretaris van de bewonerscommissie. In november hing hij met nog drie bewoners ter versiering lichtjes aan de dakgoten van alle 27 huizen, „want niet iedereen kan dat zelf.”
Fred en Peter storen zich weleens aan het „gedoe” in deze mini-samenleving. Sowieso: Fred is niet gewend te vergaderen, hij werkt als goederencontroleur in de Rotterdamse haven, is „van de school ‘leven en laten leven’” en wordt „heel ernstig moe” van oeverloze discussies over, zeg, de kleur van de zonnneschermen. „Ja”, zegt broer Peter, „daar werd best fors over gestreden, want sommige bewoners wilden alles in dezelfde kleur grijs. Nou, als ik ergens een hekel aan heb, dan is het een soort groot grijs gehaktballenhof waar je woont.” Het hof bereikte een compromis: de zonneschermen mogen in twee kleuren: grijs en bruin. „Rood mocht niet van de architect.”
Foto John van Hamond
Discussies ontstonden ook over de al dan niet kwalijke schaduwwerking van de moeras-eik in de hoftuin en de framekleur van de raamhorren: wit of niet wit? En ook de tuinslanghaspel die Fred aan zijn buitenmuur bevestigde, leidde tot lichte frictie, want dat mag officieel niet. „Wist ik veel”, zegt Fred. De haspel wordt vooralsnog gedoogd, zeker door de buurman die zijn naambordje tegen de regels aan zijn muur bevestigde.
Maar de broers Van Hese nemen het gedoe letterlijk op de koop toe want in het samenleven op dit hofje „schuilt levensgeluk”, zegt Peter. „Het samen inrichten van zo’n tuin, het samen verantwoordelijkheid nemen voor hoe hier te wonen: het spreekt me gewoon aan.” Bovendien, in een land dat danig verlegen zit om huizen en misschien ook om saamhorigheid, weten ze dat ze geramd zitten in hun levensloopbestendige hofhuis voor „wat was het ook weer, 365 duizend euro toch?”
Peters spottende vrienden zijn inmiddels ook ruimschoots uitgelachen, zijn 36-jarige dochter wil hier later wonen en de Ridderkerkse ouderen die zo nu en dan komen aanwaaien om het hofje met eigen ogen te aanschouwen „hebben spijt als haren op hun hoofd dat ze zich destijds niet hebben ingeschreven”, vertelt Peter. „Die zitten nu te verpieteren op een flatje.”
Begint met burgerinitiatief
Niet voor niets staan bijna zestigduizend Nederlanders ingeschreven voor een Knarrenhofhuis. Elk hofje begint met een burgerinitiatief: in tientallen gemeenten overleggen groepjes burgers met de lokale ambtenarij over mogelijke locaties. Soms zit het mee en is er snel een locatie beschikbaar. Dan springen medewerkers van de landelijke Knarrenhof-organisatie bij om met gemeenten en projectontwikkelaars en woningcorporaties en eigen architect het traject vlot te trekken tot en met de bouw. Recordtijd van idee tot bouw was drie jaar, in Emmen. Maar geregeld verzandt het burgerinitiatief in oeverloos wachten. Gemeenten en projectontwikkelaars zijn lang niet altijd happig op het neerzetten van ouderenhofjes met hun schappelijke huizenprijzen. De verkoop ervan levert relatief weinig geld op, ook doordat hofjes veel kostbare ruimte innemen vanwege de gemeenschappelijke tuin en de bredere, levensloopbestendige woningen met slaap-, bad- en woonkamer op de begane grond. Het neerzetten van een wijkje met eengezinswoningen van drie verdiepingen is financieel aantrekkelijker.
Je moet iemand kénnen bij je gemeente
Op een jaarlijkse bijeenkomst voor de kartrekkers van burgerinitiatieven vorige maand in Zwolle, uitten aanwezigen hun frustratie over de lokale ervaringen. Apeldoorn: nog geen locatie voor een hof, wel 573 geïnteresseerde burgers. Roosendaal: geen locatie. Barendrecht: idem. In Leeuwarden is er een locatie gevonden, „maar we horen weinig en wachten al lang”. Spijkennise/Nisserwaard: zes jaar geleden opgestart, nog geen grond. Doetinchem: idem. „Je moet iemand kénnen bij je gemeente”, zegt een deelnemer uit Delft, waar na anderhalf jaar een locatie „op komst” is. „Niets ten nadele van ambtenaren”, zegt deze oud-ambtenaar, „maar ze doen niets zonder politieke druk.”
Is het hofje eenmaal opgeleverd en betrekken de mensen hun woning, dan verhuizen ze er nauwelijks nog weg, leert de ervaring na zevenenhalf jaar Knarrenhof. „We hebben de honkvastheid van bewoners onderschat”, zegt Peter Prak. „De verwachting was dat we elke paar jaar plaats konden bieden aan een jongere oudere in een vrijgekomen huis.” De hofjes vergrijzen dan ook hard: in Zwolle is de gemiddelde leeftijd simpelweg met de tijd opgeschoven, naar bijna halverwege de zeventig. Voor het tuinwerk hebben hofbewoners onlangs een zitmaaier aangeschaft: niet goedkoop, maar ja, „we worden een dagje ouder”, aldus een van de bewoners van het eerste uur.
Om te voorkomen dat straks niemand nog vitaal genoeg is om de dakgoten schoon te maken en de kliko’s aan de weg te zetten, heeft stichting Knarrenhof vorig jaar het beleid aangepast. In nieuw op te leveren hofjes worden minimaal twee nadrukkelijk níét-levensloopbestendige huizen gebouwd, zodat er ook enkele 60-minners gaan wonen.
In het Ridderkerkse hof is de jongste bewoner achter in de vijftig. Van de 46 bewoners werken er nog vier, onder wie Fred. Peter is net als zijn vrouw met pensioen. Hij wil „nooit meer verhuizen”, zegt hij. „Ja nog één keer. In een houten bodem.”
De internationale olieprijzen zijn vrijdagochtend de lucht in geschoten, in reactie op de Israëlische aanvallen op Iran, en de Iraanse tegenaanvallen daaropvolgend. De prijs van een vat Brent-olie, de in Europa meest gebruikte olieprijs, steeg in korte tijd met maar liefst 10 procent, naar ruim 77 dollar. De prijs van WTI-olie, de in de Verenigde Staten meest gebruikte olieprijs, steeg met een navenant hoog percentage. Het zijn de scherpste prijsstijgingen binnen één dag sinds Rusland in 2022 een energiecrisis ontketende in Europa.
Schommelingen van de olieprijzen hebben een grote (zij het vertraagde) invloed op de prijzen van tal van voor consumenten en bedrijven belangrijke producten. Niet alleen die van benzine, diesel en kerosine, maar ook die van producten waarin plastic is verwerkt (van bh’s tot sportschoenen tot lipstick). Plastic wordt gemaakt van aardolie en het zit vrijwel overal in. Stijgende olieprijzen jagen dus de inflatie aan.
De onrust komt voort uit zorgen bij oliehandelaren over een mogelijke ontwrichting van de mondiale oliemarkten als gevolg van een verder escalerend conflict tussen Israël en Iran. Niet alleen is Iran zelf een van de grootste olieproducenten van de wereld, en zouden aanvallen op olie-installaties in het land voor verstoringen kunnen zorgen (ondanks alle sancties waar het land onder is bedolven, weet Iran toch een aanzienlijk deel van zijn olie te exporteren, met name naar China). Het land grenst ook aan de Straat van Hormuz, een zeestraat waarlangs zo’n 20-25 procent van alle olie in de wereld wordt vervoerd. Sommige oliehandelaren vrezen voor mogelijke tegenaanvallen van Iran op olie-infrastructuur en olieschepen in de Straat van Hormuz bij een uitdijend conflict, of zelfs een regelrechte blokkade.
Alternatieve olie kopen
Voorlopig zijn er nog geen concrete verstoringen. Als Irans eigen export stil zou komen te liggen, treft dat in eerste instantie vooral China. Iran verkoopt vrijwel al zijn olie aan China. Maar andere landen, ook in het Westen, kunnen vervolgens ook geraakt worden. Als China alternatieve olie probeert te kopen, is er meer concurrentie om de schaarse overgebleven olie en stijgen de prijzen, ook in Europa en de VS (al is die laatste grotendeels zelfvoorzienend sinds het vijftien jaar geleden op grote schaal schalieolie is gaan winnen in eigen land). Europa importeert juist het leeuwendeel van zijn olie, onder andere uit andere Midden-Oosterse landen. Als die stromen worden verstoord, bijvoorbeeld door een blokkade van Iran, heeft Europa een extra probleem.
Zelfs landen die hun eigen olie hebben kunnen dus geraakt worden, als gevolg van stijgende prijzen. In de VS heeft de Amerikaanse president Trump steeds gezegd dat hij wil dat de olieprijzen in zijn land gaan dalen. In dat opzicht heeft hij geen belang bij een verder conflict.
Iran heeft er zelf ook belang bij om de olievaart in de Straat van Hormuz niet (ernstig) te verstoren. Vrijwel al zijn olie wordt via die zeestraat vervoerd, ook die naar China dus, zijn belangrijkste klant. De inkomsten uit die handel met China zijn goed voor de helft van het overheidsbudget van Iran, en zijn samen goed voor 6 procent van het bbp. Als Iran een blokkade zou opwerpen, riskeert het ook een conflict met de VS. Saoedi-Arabië, de derde grootste olieproducent ter wereld, heeft overigens alternatieve exportroutes, via een eigen pijpleiding die naar de Perzische Golf loopt, waar het met tankers alsnog kan exporteren.
De olieprijzen zijn inmiddels weer iets gekalmeerd. Brent en WTI stonden rond tien uur ’s ochtends beide nog ‘maar’ 5 procent hoger. Handelaren lijken te willen afwachten hoe het conflict verder verloopt. Op de oliemarkten wemelt het overigens van de speculanten, waardoor prijsschommelingen vaak flink versterkt worden. Ook de internationale gasprijzen stegen vrijdagochtend. Veel gas komt eveneens uit het Midden-Oosten en wordt via de Straat van Hormuz vervoerd.
Liveblog Crisis in het Midden-Oosten
Iraanse kopstukken gedood bij Israëlische aanvallen, tegenaanval Iran met honderd drones