In onvoorspelbare tijden in Den Haag is er altijd tenminste één voorspelbare factor. Je weet nooit wat er gaat gebeuren, maar je weet wel hoe Geert Wilders zich gedraagt. Hij trekt zich terug, praat één keer per week op dinsdagmiddag kort met de pers en reageert verder alleen op X. Daar dreigt hij regelmatig het kabinet te laten vallen en prijst hij zijn eigen bewindspersonen. Maar zijn woorden daar hebben vrijwel geen consequenties.
Deze week brak Wilders met die voorspelbaarheid door een persconferentie te organiseren in perscentrum Nieuwspoort, waarin hij onder meer een tienpuntenplan over migratie presenteerde. In Haagse Zaken bespreken Lamyae Aharouay en Petra de Koning wat deze ongebruikelijke stap onthult over Wilders en de PVV. Hoe verhoudt Wilders zich tot het kabinet en zijn bewindspersonen? Hoe doen zij het eigenlijk? En waarom besloot Wilders een persconferentie te organiseren?
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
In de sympathieke serie ‘Over leven’ spreekt Coen Verbraak met allerlei mensen, over hoe hun leven gelopen is na iets ingrijpends. Ik luisterde een paar oude afleveringen terug, altijd fijn als je aan het koken bent, en hoorde Jolande Withuis vertellen over haar communistische jeugd en hoe ze, anders dan haar klasgenootjes, wel van alles wist te vertellen over het Beleg van Leningrad en de Slag om Stalingrad, maar nauwelijks gehoord had van D-day. Daar ging het thuis niet over.
„Wanneer kwam je erachter dat je zo’n gefilterd wereldbeeld had?”, vroeg Verbraak. Logische vraag, iedere strenggelovige, en Withuis beschreef het communistische milieu waarin ze opgroeide niet anders dan zoals kinderen uit bijvoorbeeld orthodox protestantse gezinnen dat doen, heeft nu eenmaal een door het geloof in een waarheid gestuurd en gefilterd wereldbeeld.
Wie niet in zo’n wereld leeft is er al gauw van overtuigd dat-ie zelf een veel ruimere blik heeft, ongefilterder. Daar boffen we dan maar mee.
In het boeiende interview dat Michel Kerres en Steven Derix hadden met de voormalige chef van de Britse inlichtingendienst Alex Younger, zei die: „We zullen – hoe moeilijk dat ook is – moeten erkennen dat Rusland vreest voor zijn veiligheid en daar zullen we naar moeten luisteren, als we tot een langetermijnoplossing willen komen. Maar dat ontslaat ons niet van de noodzaak om Poetin onder druk te zetten.”
Dat is een leerzame mengeling van kracht en openheid. Het is heel gewoon om te vinden dat Rusland zich niet onveilig heeft te voelen (‘Onzin!’), ook al weten we dat het weinig zin heeft om zulke gevoelens met min of meer rationele argumenten uit ons eigen wereldbeeld te benaderen. Er zijn nu eenmaal emoties, historische gegroeidheden, angsten en overtuigingen die zich niets aantrekken van ‘Ja maar dat is toch niet lógisch’.
Het besef dat je er niet altijd komt met je eigen logica en je eigen visie (die, daar is het je eigen visie voor, de waarheid nu eenmaal behoorlijk dicht benadert) helpt niet altijd om nu eens werkelijk ongefilterd en ruim naar de wereld te kijken. Spionnen (zo noemde Younger zichzelf) moeten dat wel kunnen.
Wij natuurlijk ook. Het is gek dat wij op school heel veel hoorden over D-day en Normandië en de Amerikanen en de Canadezen, maar niet dat Stalingrad een keerpunt in die oorlog was dankzij enorme Russische inzet en even zo enorme verliezen. Dat was niet waar het om ging. Ze waren tenslotte de vijand geworden tijdens de Koude Oorlog.
In het piepklein is het al moeilijk om mensen met andere overtuigingen of mensen die eens iets verkeerd hebben gedaan toch aardig te vinden. Een goede vriendin zei laatst: ‘Ik heb me voorgenomen om niemand meer bij leven te verliezen’. Dat betekent niemand van je meer of minder nabije vrienden meer verwaarlozen of uit ergernis niet meer zien, of tot een ruzie komen die niet bijgelegd wordt. Kortom niet je blik op hen laten filteren door een mening die je voor de waarheid houdt.
Je zet je mening vaak in als een rechtvaardiging voor je gedrag, dan ben je mooi van allerlei verplichtingen af, ook van die tot het in stand houden van een vriendschap, als je dat tenminste als een verplichting wilt zien. Dan heb je weer een waarde met de kracht van waarheid te pakken waar je in wilt geloven, al hoeven waarheden niet geloofd te worden die hoef je alleen maar te zien. Door een ongefilterde blik…
Zonder filters, zonder waarden, gaat het simpelweg niet, we kunnen geen wereld waarnemen zoals die er is zonder onze blik. Maar het is wel goed dat geregeld te proberen. Even de bril afzetten en zien dat veel wazig is.
Een dagje Pampus. Het fort maakt indruk, maar er is nog veel meer leuks te beleven. Bij de moestuin luister ik naar de uitleg die wordt gegeven aan wat kinderen. „Eerst maak je een kweekpotje met een stukje krant en deze houten pottenpers. Je wikkelt een strook om het houtje en drukt het stevig aan. Dan roer je kleikorrels en tuinaarde door elkaar, mengt het met wat waterkerszaad en kneedt alles tot een balletje.” De kinderen knikken en de mevrouw wijst opzij: „Daar staan de spullen. Iemand nog vragen?” Eén jongen steekt zijn vinger op: „Wat is een krant?”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
De bruin-rode beestjes bedreigen niet alleen de waterkwaliteit en biodiversiteit, maar ook de dijken. De Amerikaanse rivierkreeft is voor Nederlandse hoogheemraadschappen daarmee een kostenpost van miljoenen. Deze organisaties, die de verantwoordelijkheid dragen voor de waterhuishouding in een regio, moeten preventieve maatregelen treffen en deze „invasieve exoten” afvangen. En dat kost geld.
Het hoogheemraadschap Delfland, dat een explosieve toename van de rivierkreeften ziet, besloot daarom op 18 februari 2025 een brandbrief te sturen naar staatssecretaris Jean Rummenie (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, BBB). Het waterschap vindt dat Rummenie te weinig onderneemt tegen de exoot, terwijl die verplichting wel bestaat vanuit de Europese Exotenverordening.
„Het ministerie vindt niet dat ze rivierkreeften buiten natuurgebieden hoeft te bestrijden. Dat is heel cru”
In een reactie gaf het ministerie aan dat het niet verplicht is „structureel in grote delen van Nederland” rivierkreeften te vangen. De staatssecretaris wil dat alleen doen binnen natuurgebieden. De kosten nemen aanzienlijk toe als de beestjes ook elders moeten worden gevangen, nu de exoot zich heeft verspreid over het hele land.
Hoogheemraad Stijn van Boxmeer vond die reactie van Rummenie teleurstellend. Op 2 juni 2025 verstuurde Delfland daarom een tweede brief, waarin het waterschap erop wijst dat het Rijk verplicht is Amerikaanse rivierkreeften ook buiten beschermde natuurgebieden te vangen. Deze kosten zouden wederom „door het Rijk en niet door de inwoners van het gebied van Delfland of andere waterschappen” betaald moeten worden. Van Boxmeer hoopt dat deze brief wel tot actie leidt.
Hoe groot is de overlast?
„Eén rivierkreeft kan, dat is een conservatieve schatting, zo’n vierhonderd eitjes leggen. Vierhonderd. In Amerika heeft de kreeft aardig wat natuurlijke vijanden, dus die eitjes worden deels opgegeten. Maar in Nederland bestaan die vijanden nog niet, waardoor de exoot zich razendsnel verspreidt. De kreeft vreet eitjes, vissen en kikkers. Vervolgens creëert het beestje troebel water om zichzelf te beschermen en knipt daartoe veel waterplanten af. Het zonlicht bereikt de bodem niet, waardoor waterplanten ook afsterven. Zo verslechtert de biodiversiteit én waterkwaliteit.
„Delfland bestaat daarnaast voor een groot deel uit polders die worden beschermd door dijken. De rivierkreeften graven tunnels in de oevers, waardoor die verzwakken. Nou hoeven we ons niet gelijk zorgen te maken dat heel grote dijken gaan breken. Maar hoe kleiner de dijk, hoe groter het effect van heel veel holletjes.”
De rivierkreeft veroorzaakt schade in de omgeving van De Lier.
Foto Olivier Middendorp
Dit is de tweede brief die Delfland stuurt.
„De eerste was meer het doorgeven van ons standpunt. De tweede brief is een verzoek om handhaving. Het ministerie moet binnen acht weken reageren. Kijk, wij vinden dat op basis van de Exotenverordening het ministerie verantwoordelijkheid moet nemen en haast moet maken met exoten afvangen, ook buiten de natuurgebieden. De reactie van de staatssecretaris op de eerste brief wekte niet de indruk dat actie ondernomen gaat worden. Er wordt aangegeven dat niet van het ministerie geëist kan worden dat het rivierkreeften in andere wateren gaat bestrijden. Dat is natuurlijk een heel crue opmerking.”
Waarom?
„De Exotenverordening geldt al sinds 2015. Het Rijk en daarmee het ministerie heeft al lang de taak om de Amerikaanse rivierkreeft te bestrijden. Drie jaar geleden zijn we zelfs met allerlei partijen, ook het Rijk, tot een plan van aanpak gekomen. Toen spraken we al over het afvangen van deze exoten, over hoeveel en in welke rivieren. Er is in de tussentijd eigenlijk niets gedaan. Dat je dan twee jaar later zegt: ja eh, het is niet meer aan ons. Dat is merkwaardig en dat betwisten wij.”
Wat als het ministerie niet verandert van standpunt?
„De verhoudingen zijn niet zó slecht. We hebben absoluut het vertrouwen dat de dialoog weer kan worden opgestart. Daarentegen willen we wel dat de kosten die wij nu als hoogheemraadschap maken – bijvoorbeeld door flauwe, „natuurvriendelijke” oevers aan te leggen en beroepsvissers in te zetten – worden verhaald op het Rijk. Want nu worden de kosten doorberekend aan de burgers via de waterschapsbelasting. Dat is 13 miljoen voor het eerste jaar, 7,3 miljoen voor komend jaar. We zullen erop blijven aandringen.”
Lees ook
Rivierkreeften vreten en graven maar door: koeien zakken door de grond en moeten uit het water getakeld worden