Opinie | De radicaal-rechtse vrijheid moet je ‘verdienen’

Overal op de wereld zetten machthebbers zich hardvochtig af tegen het liberalisme en de internationale rechtsorde. In Rusland gebeurt dat al decennia; sinds begin dit jaar doet ook het Witte Huis hier aan mee. Aan beide kanten van Europa gaat de kruistocht tegen het liberalisme hand in hand met het neutraliseren van de democratie ten gunste van autoritaire heersers. En aan beide kanten wordt er door de politieke bewegingen rondom de macht gesproken over traditionele waarden, christendom en anti-lhbt-beleid.

Een belangrijk verschil tussen de conservatieve of radicaal-rechtse ideeën in Rusland en die in de Verenigde Staten is dat de eerste sterk op het verleden gericht zijn, en die laatste op de toekomst. Het Kremlin treurt over de teloorgang van zijn macht in de regio, het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en het Russische Rijk, en zet zich af tegen de processen die het huidige Europa hebben gevormd: de moderniteit, de democratie, de NAVO en de Europese Unie. Qua toekomstbeeld komt het Kremlin niet verder dan een wil om de oude orde te herstellen en het opnieuw veroveren van grondgebied, soms gevat onder de haastig in elkaar gedraaide visie op een ‘Russische Wereld’.

In Amerika wordt al decennia geprobeerd om tegenwicht te bieden tegen het liberalisme, of zelfs om het te overwinnen. Lang voordat Donald Trump zijn entree maakte, hadden Republikeinen moeite met het links-liberalisme. De Heritage Foundation, een conservatieve denktank die vorig jaar aan bekendheid won door Project 2025, een verzameling beleidsvoorstellen voor Trumps presidentschap, werkte jarenlang met talloze gevestigde stichtingen, denktanks en centra om de structuur van de Amerikaanse samenleving opnieuw te doordenken. Het gedachtegoed dat hieruit voortkomt, verwijst graag naar het verleden, maar is fundamenteel toekomstgericht, en vertegenwoordigt een nieuwe visie op vrijheid.

Vrijheid als ‘verdien’-model

In deze visie, die broeit in de rechts-radicale kringen rond Trump, is vrijheid een ‘verdien’-model. Daar zijn vele vragen bij te stellen: wat betekent het om vrijheid te verdienen? Wie lukt het om vrijheid te verdienen? En wie is verantwoordelijk voor de bescherming ervan? Het zijn vragen die ook van belang zijn voor de toekomst van het liberalisme en de democratie in Europa.

Het idee van grootsheid is voor rechtsradicalen verbonden aan vrijheid

Allereerst houdt vrijheid volgens deze visie in: niet afhankelijk zijn van anderen en de afwezigheid van belemmeringen. Dat betekent vooral dat je economisch onafhankelijk moet zijn, dat je geen beroep doet op uitkeringen, en dat je jezelf maar redt. De man die echt onafhankelijk is en geen belemmeringen opgelegd heeft gekregen zal namelijk waarlijk vrij en groots zijn.

Dat idee van grootsheid is voor rechts-radicalen verbonden aan vrijheid. Je ziet dat bij influencers op sociale media zoals Jordan Peterson en Andrew Tate. Voor hen is het belangrijk dat je (nou ja, de man) ruimte krijgt voor zelfexpressie en zelfverzekerde mannelijkheid: dat je slim bent, je goed kleedt, dat je fit bent, dat je gedisciplineerd bent, en op niemand terugvalt behalve jezelf. Minder belangrijk is wellevendheid of fatsoen: het is juist goed als mensen weten dat je vervelend of gevaarlijk kan zijn, zelfs als je deugd ligt in het beteugelen van die ongebreideldheid. In deze gedachtewereld zijn vrijheden geen doel op zich, maar een middel tot zelfontwikkeling: zo worden de waarlijk grootse mannen grootser.

Daartegenover staat dat degenen die worden gezien als afhankelijk, zoals echtgenotes en kinderen, hun grootse kerels respect en gehoorzaamheid verschuldigd zijn. Door sommigen wordt dat ook aangeduid als een natuurlijke ordening van het samenleven, die aan de buitenkant wel iets weg heeft van traditioneel christendom – maar zonder het verhaal van genade, liefde, en zelfopoffering. Als man is het verschrikkelijk om als verwijfd, zwak of huilerig te worden gezien – of het nu gaat om arbeidsongeschikten, werklozen, gehandicapten, homo’s en transgenders: alleen zij zelf dragen verantwoordelijkheid voor hun eigen ‘minder grootse’ leven.

Daarom wordt ‘diversiteit’ afgeserveerd: de ‘grootsen’ dragen toch geen verantwoordelijkheid voor de ‘zwakkelingen’? Ofwel: de ‘grootsen’ hoeven toch geen belemmeringen te tolereren om belemmeringen voor de ‘zwakkelingen’ weg te nemen?

Roger Scruton

Het gaat misschien wat ver om te stellen dat deze visie op vrijheid rust op een heuse politieke theorie. Het is eerder een versimpelde lezing van het werk van de filosoof Roger Scruton, een ‘conservatieve’ denker die prachtig kon schrijven, maar niet een van de sterkste systematische denkers was. In zijn boek The Meaning of Conservatism uit 1980 schetst hij bovendien een heel ander beeld van het conservatisme dan wat lang gangbaar was. Waar conservatisme lang waarde hechtte aan politieke stabiliteit, geleidelijke verandering, of een vrije markt, gaat het voor Scruton om een grondhouding die fundamenteel tegen het liberalisme is. Dat uit zich in verbondenheid op het niveau van de familie, lokale gemeenschappen en de natie, daarover zodirect meer.

Niet geheel toevallig is Scruton een boegbeeld voor rechts-radicale ‘conservatieven’ die zich tegen het liberalisme keren. Zo heb je in de stad Oxford de Scruton-memorial lectures waar het rechts-radicale influencer-circus langs komt, werkt de Scruton Legacy Foundation samen met de Hongaarse Fidesz-denktank Mathias Corvinus Collegium, kun je op zijn landgoed op Scrutopia Summerschool of naar een van de vele Scruton-cafés in Boedapest. Toch heb ik ‘conservatieven’ tussen aanhalingstekens gezet. Net als dat allerlei kerken en sektes claimen dat ze weten wat het betekent om ‘christelijk’ te zijn, zijn er ook allerlei rechts-radicale groepen die claimen dat zij de ‘echte’ conservatieven zijn. In Oxford fluisterde een oud-collega van Scruton me eens in dat hij dit allemaal nogal overdreven zou hebben gevonden.

Scrutons boek staat op de leeslijst van mijn nieuwe vak Democratic Backsliding & Resilience dat ik doceer in Cambridge. Het boek helpt je om beter te begrijpen hoe en waarom thema’s zoals traditionele waarden, vrijheden, en de grondwet zo diep met elkaar verweven zijn in rechts-radicale kring. Laat ik een voorbeeld geven over de invulling van de relatie tussen vrijheid en recht. In de rechtsfilosofie bestaat een klassieke discussie over de vraag waar grondrechten vandaan komen: zijn die onderdeel van de ‘natuurlijke orde’? Gaan ze vooraf aan de grondwet? Of schrijft de grondwet deze rechten toe aan mensen? Het antwoord op elk van die vragen is spannend. Als grondrechten niet in de grondwet staan, of als de machthebber die vrijheden niet langer garandeert, ‘heb’ je ze dan wel?

Scruton gelooft dat de enige manier om grondrechten te krijgen is dat een soevereine staat die in zijn grondwet vastlegt. De grondwet moet volgens Scruton bovendien fundamenteel ‘het hart’ van de ‘de natie’ zijn. Rechts-radicalen proberen dan ook om de grondwet of de uitleg ervan in hun voordeel te veranderen – via de democratische weg als het mogelijk is, maar zo nodig ook via geitenpaadjes. Zo destabiliseren rechts-radicalen vrijheden van minderheden door begrippen uit het staatsrecht ineens anders ‘interpreteren’, procedures te frustreren, of op een onzorgvuldige manier de grondwet te wijzigen, zoals in Hongarije.

Grondrechten

Naar eigen zeggen drukt de Hongaarse grondwet de identiteit van de Hongaarse natie uit. De grondwet werd in 2011 volledig herzien en sindsdien is een jaarlijks amendement traditie aan het worden. In Amerika hoor je geluiden over het anders interpreteren van de grondwet zodat Donald Trump toch een derde termijn zou kunnen krijgen. En de beslissing van het Amerikaanse Hooggerechtshof om abortus aan banden te leggen rustte op het argument dat het recht op abortus niet als zodanig in de grondwet is opgenomen, of daar naderhand in kan worden gelezen – het valt volgens een van de hoge rechters, Amy Coney Barrett, buiten de ‘natuurlijke orde’.

In dezelfde beslissing werd het thema van abortus terugverwezen naar het niveau van individuele staten, zoals Texas, Californië, Ohio of Virginia. Als gevolg van de strikte wetgeving in een aantal staten kan het zijn dat artsen je aan je lot overlaten als een miskraam dreigt, maar het kindje nog leeft. Dat je als vrouw op zo’n moment in een buitengewoon zwakke positie bent, en zelfs met je leven bedreigd kan worden, betekent niet dat de staat verantwoordelijk is voor jouw toestand. Met andere woorden: als de politieke meerderheid ervoor kiest om jou niet langer te beschermen, met of zonder grondrechten, dan kun je niets. Ook de migrant, het vals beschuldigde bendelid in El Salvador, de aidspatiënt die afhankelijk is van ontwikkelingshulp: ze staan met lege handen.

In plaats daarvan komt bescherming in het gedachtegoed van Scruton van je persoonlijke situatie. Scruton spreekt in dit verband over organische of natuurlijke bondgenootschappen, geworteld in de familie en de natie. Toen de Amerikaanse vicepresident JD Vance zich onlangs uitliet over het theologische concept ‘ordo amoris’ van Augustinus – er zou een hiërarchie zijn in liefde voor je familie, je naasten, je lokale gemeenschap, mede-Amerikanen (en de rest van de wereld) – gaf dat meer blijk van verkapt Scrutonisme dan van katholiek denken. Paus Franciscus sprak zich er vurig tegen uit in een zeer lezenswaardige brief aan Amerikaanse bisschoppen; hij benadrukte nog maar eens dat de menselijke waardigheid het fundament van het menselijke bestaan is.

Vorm van darwinisme

Op internationaal niveau uit deze denkwereld zich in het idee van ‘peace through strength’, waarbij de agressieve dominantie van het Trump-Vance-partnerschap zich mede richt op bondgenoten: Canada, Denemarken, de NAVO en ook Oekraïne. Als je de soevereine natie ziet als hoogste vorm van natuurlijk bondgenootschap, dan zijn geopolitieke bondgenootschappen een kwestie van convenience, wat je uitkomt, zolang als het je uitkomt. Waar je de natuurlijke bondgenoten bescherming verschuldigd bent, geldt dat niet voor andere soevereine staten.

Begin dit jaar viel op hoe president Zelensky tijdens een bezoek aan het Oval Office werd afgeschilderd als zwak en ondankbaar. Met de mineralendeal die Oekraïne sloot met de VS moet het land laten zien dat het weet wat het betekent om groots en onafhankelijk te zijn, want anders – en daar is het ‘vrijheid moet je verdienen’-idee weer – ‘verdient’ het land het niet om onafhankelijk te blijven. Zo ook met NAVO-landen die volgens Trump onvoldoende bijdragen.

Uiteindelijk is dit vrijheidsidee een vorm van darwinisme: als je niet groots en sterk bent, en je kaarten zijn uitgespeeld, dan verdien je de vrijheid niet – en verdien je het mogelijk zelfs niet om te overleven. Dat darwinisme maakt het denken van de MAGA-beweging zo extreem.

De afstand tussen het liberalisme en rechts-radicaal denken is zo groot dat polarisatie de makkelijkste weg lijkt: als je bij de verkiezingen maar de grootste wordt, dan kom je er wel. Maar zo is het niet. Niet in Amerika en ook niet in Europa. De schade aan de democratie, de samenleving en ‘het Westen’ is dusdanig dat we een nieuwe balans nodig hebben, mogelijk een nieuwe ‘Pacificatie’ – net zoals de Pacificatie van een eeuw geleden, toen liberalen, socialisten en christelijke partijen een einde maakten aan strijd over het algemeen (mannen)kiesrecht en de financiering van christelijke scholen.

De democratie, historisch gevormd door het liberalisme, heeft ons in staat heeft gesteld op moeilijke kruispunten een gezamenlijke weg vooruit te vinden. Nu onze generatie op zo’n kruispunt staat, past ons de geest van Pacificatie of democratische compromisbereidheid beter dan het verhaal van verbeten grootsheid, kille meerderheden, of internationaal darwinisme: een proces van geven en nemen, gevormd door een besef dat we samen verantwoordelijk zijn voor de bescherming van elkaars menselijke waardigheid, elkaars vrijheid en onze gezamenlijke toekomst.