Profs en liefhebbers fietsen over dezelfde grindpaden: inhalen, aanhaken en na afloop samen chillen

‘Remmen!” Het groepje van Marc Pouw (51) komt abrupt tot stilstand en kijkt verbaasd naar de file van ongeveer achthonderd fietsers voor hen. „What’s happening?” vraagt een buitenlandse renner aan een Belg, die droogjes antwoordt: „It’s time for a break.

Wandelend naast hun fiets ontdekken deelnemers van de Marly Grav Race, afgelopen zondag in Zuid-Limburg, wat er aan de hand is. Na een bocht duikt plots een steile, onverharde klim op, waar de renners noodgedwongen moeten lopen. „Als één iemand een fout maakt op zo’n klim, moeten de rijders daarachter ook afstappen. Dan krijg je vanzelf een opstopping”, zegt Greg Perreman (28), deelnemer in de leeftijdscategorie 19 tot 34 jaar.

Ook Lorena Wiebes, rijdster bij de wielerploeg SD Worx–Protime, moet wachten bij de klim in de buurt van Gulpen. De elitevrouwen staan bijna een kwartier stil, voor ze weer verder kunnen met hun koers. „We hadden afgesproken om daarna geneutraliseerd te herstarten, zodat het eerlijk was en niet gevaarlijk werd bij het inhalen van amateurs,” zegt Wiebes na haar huldiging als winnares, op een plekje in de schaduw.

Combinatie amateurs en profs

Gravel is een vorm van wielrennen op onverharde wegen, zoals grindpaden, bospaden en landweggetjes. Het combineert elementen van wegwielrennen en mountainbiken. De fietsen lijken op racefietsen, maar hebben bredere banden en zijn gebouwd voor ruw terrein. De sport draait niet alleen om snelheid, maar ook om avontuur, techniek en sfeer.

In 2022 organiseerde de UCI, de internationale wielerunie, voor het eerst een officiële Gravel World Series en het allereerste WK Gravel.

Bij wegwielrennen rijden profs en amateurs apart, maar bij een gravelwedstrijd fietsen grote namen zoals Lorena Wiebes en Florian Vermeersch – profrenner bij UAE Team Emirates – tussen de liefhebbers. „Ik vind dat juist de charme van gravelen”, zegt Vermeersch voor de koers. Dat iedereen na de finish nog samen kan „chillen”, is volgens de Belg „een groot contrast met het profwielrennen”.

De mengvorm van profs en liefhebbers maakt een gravelwedstrijd uniek binnen de wielerwereld, volgens Tessa Neefjes, gravelprof voor Liv Racing Collective. „De gezelligheid hoort erbij”, zegt ze. „De vraag is of dat met de groeiende professionalisering door de UCI behouden blijft – ik hoop van wel.”

WK-kwalificatie

Aan de gravelwedstrijd van zondag doen ongeveer tweeduizend deelnemers mee, verdeeld over verschillende categorieën. De elitemannen en -vrouwen starten eerst, gevolgd door de amateurs, die zijn ingedeeld op basis van leeftijd. De leeftijdscategorie 75-79-jarigen start als laatste, twintig minuten na de elitemannen.

Binnen elke leeftijdscategorie zijn er amateurs die fanatiek rijden en deelnemers voor het plezier. Deelnemers kunnen bij inschrijving kiezen tussen een afstand van 100 of 155 kilometer. De route bestaat uit een ronde met drie lussen ten zuiden van Valkenburg. Wie 100 kilometer rijdt, doet de ronde twee keer; deelnemers aan de 155 kilometer rijden hem drie keer.

De Marly Grav Race is een officiële UCI Gravel World Series-wedstrijd, wat betekent dat deelnemers zich voor het WK kunnen kwalificeren als ze bij de beste 25 procent van hun categorie eindigen. „Er is een reële kans dat je als amateur het WK in jouw leeftijdscategorie haalt”, legt bondscoach gravel Laurens ten Dam uit. Dit draagt volgens de oud-prof bij aan de populariteit van de gravelwedstrijden. Ook deze koers was snel uitverkocht. Ten Dam benadrukt wel dat het niveau hoger wordt. „Een renner moet tegenwoordig echt harder fietsen dan drie jaar geleden voor een WK-kwalificatie.” Wie denkt dat de fanatieke amateurs alleen meedoen in de leeftijdscategorie 19 tot 34 heeft het mis. Ook bij de 70-plussers is er volop ambitie voor een ticket voor het WK. Jan Welles (70) rijdt voor het eerst een gravelkoers, maar hoopt dat „het gelukt is om een WK-ticket te krijgen”, zegt hij na de race.

Ontspannen sfeer

Veertig minuten voor de start is het vak van de elitemannen al bijna vol. De zon schijnt volop en de temperatuur is hoog, waardoor sommige renners al zweten voor de start. „Over een half uur geven we het startschot voor de herenelite”, roept de speaker, maar zijn stem is bijna niet te verstaan door het geluid van de rollerbanken – een apparaat dat wordt gebruikt om een fiets stilstaand te laten rijden. De voorsten in het startvak gebruiken de rollerbank om in te fietsen, zodat ze optimaal gepositioneerd zijn om opgewarmd de Cauberg op te rijden, die de renners enkele minuten na de start opfietsen,

Ook het startvak van de leeftijdscategorie 19-34 is al gevuld. Een half uur voor de race gaat Perreman naar zijn startvak. De categorie 19-34 heeft ongeveer zevenhonderd deelnemers. „Het principe is simpel: wie het eerst komt, staat het eerst”, zegt Jasper Vermazen, koersdirecteur van de Marly Grav Race.

Vermeersch wandelt op zijn gemak naar het startvak. Hij maakt nog een praatje met een paar bekenden en sluit achteraan aan. „Het is een lange koers, je hebt alle tijd om naar voren te rijden”, zegt de renner van UAE na afloop.

Die ontspannen houding is kenmerkend voor gravelwedstrijden. Soms zijn de feestjes achteraf bijna belangrijker dan de koers zelf, volgens Wiebes. De renster vindt het mooie aan gravel dat het „zo toegankelijk is”. Ook Neefjes vindt „de sfeer altijd leuk”. De gravelprof blijft na afloop van een wedstrijd vaak „hangen om iets te drinken met de amateurs en te horen hoe hun wedstrijd was”.

Stofwolken en valpartijen

Dat maakt het gravelen als sport zo leuk, vertelt Pouw. Hij is met een groepje fietsers al eerder naar Limburg gekomen en heeft gisteren ook de toertocht van 85 kilometer gereden.

Het wedstrijdelement hoeft van hem niet meer – hij wil er vooral „een leuk weekend van maken”. Daarom rijdt hij niet in, maar „fietst vanzelf warm”. Daar denkt de 70-jarige Welles anders over, vertelt hij na de koers. „Als je ouder wordt, duurt het langer tot je op gang bent. De eerste minuten kreeg ik bijna kramp in mijn benen.”

De start was voor beide mannen „totaal niet chaotisch”. Heel anders dan de ervaring van Perreman. „Op de Cauberg waren zó veel mensen”, zegt de renner uit België. „Gelukkig was de weg daar nog breed, maar toen we de eerste onverharde paadjes opdraaiden werd het echt chaotisch.”

Bij het eerste onverharde stuk zijn de verschillende categorieën al gemengd. Stofwolken schieten de lucht in. „Ik zag alleen maar stof, dus inhalen was te gevaarlijk”, aldus Perreman.

Het eerste graveldeel betekent ook de eerste valpartijen. Links van de weg liggen drie renners in het gras, hun kleding bedekt met stof, zodat ze bijna opgaan in het landschap. „Ik zag veel valpartijen en mensen langs de kant zitten, maar gelukkig hoorde ik daar zelf niet bij”, zegt Perreman na afloop. „In de eerste tien minuten zei ik tegen mezelf: rustig aan, deze wedstrijd duurt vijf uur – je wint ’m niet in de eerste minuten.”

Geen eigen koers

De combinatie van profs en amateurs maakt gravelwedstrijden laagdrempelig, maar zorgt ook voor complexe en soms gevaarlijke situaties. „Bij de World Series in Aken reden we op een klein rondje”, vertelt Neefjes. „Door de vele leeftijdscategorieën wordt het soms gevaarlijk. De 70-plussers rijden langzamer, terwijl de elite mannen en vrouwen hen met hoge snelheid inhalen.”

Soms beïnvloeden die verschillende groepen ook elkaars wedstrijd. Zo haalden bij het EK vorig jaar de amateurmannen (19-34 jaar) het peloton van de vrouwen elite in. „Sommige vrouwen konden aanhaken bij die groep”, vertelt Wiebes telefonisch, een paar dagen voor de Marly Grav Race. „Die hadden natuurlijk voordeel.”

Daarom belde Neefjes een dag voor de wedstrijd met de organisatie. De dames waren ingedeeld voor de leeftijdscategorie 19 tot 34 jaar, maar kregen een nieuwe startpositie achter de categorie 45-49 jaar. Er zat maar twee minuten tussen de verschillende categorieën, wat volgens Neefjes te weinig was. Dit zorgde ervoor dat veel renners zondag toch profiteerden van deelnemers uit andere categorieën. „Je mag inhalen en aanhaken”, zegt koersdirecteur Vermazen.

Het blijft lastig om een goede tijdsplanning te maken, zegt Wiebes. De enige echte oplossing ziet ze in het uitsmeren van de wedstrijd over twee dagen. Maar dat is organisatorisch bijna onmogelijk, vertelt Vermazen. „We hebben een vergunning gekregen om één dag de wegen af te sluiten.”

Materiaalpech

Halverwege een steile afdaling liggen tussen de boomwortels ongeveer dertig bidons op een hoop. Een oudere man probeert ze te ontwijken, maar verliest zijn evenwicht. Hij vliegt over zijn stuur, belandt met zijn hoofd in de berm, gevolgd door de rest van zijn lichaam. Even kijkt hij beduusd om zich heen, controleert of hij gewond is – en stapt weer op zijn fiets.

De bidons stuiteren uit de bidonhouders bij heftige afdalingen. Slechte voorbereiding van de renners, vindt Perreman. „Voor de koers moet je controleren of je bidon goed vastzit”, legt de Belgische renner uit. Veel hinder had hij er zelf niet van. In snelle afdalingen moet je volgens hem vooral „de knop omzetten”. „Sommige stukken zijn technisch, dan moet je erop vertrouwen dat je voorganger goed kan sturen.”

Niet alleen valpartijen liggen op de loer bij een technische afdaling, er is ook een grotere kans op materiaalpech. Ook bij Vermeersch. Net nadat hij weggereden is, samen met een andere renner, rijdt hij lek. „Het gebeurde in een afdaling. Ik weet niet precies wat het was – waarschijnlijk een steen”, zegt hij na afloop, zittend aan een picknicktafel met vrienden.

Vermeersch rijdt tubeless: een band zonder binnenband, waarin latexvloeistof kleine lekken automatisch dicht. „Maar het gat was te groot”, vertelt hij na afloop. Een mecanicien probeert nog te helpen, maar niets werkt. Na vijf kilometer fietsen op zijn velg krijgt Vermeersch een nieuw wiel. Uiteindelijk finisht hij als 22ste.

Inhaalacties

„Kom rechts!”, hoort Welles tijdens zijn laatste ronde – de tweede van vandaag. Alle mannen boven de zestig rijden automatisch honderd kilometer. Tim Wellens, profrenner bij UAE Team Emirates, die solo vooruit rijdt in het elitepeloton, haalt hem in. Niet veel later volgt ook het groepje achtervolgers. „Dan moet je echt je koppie erbij houden”, zegt Welles na afloop, zittend op een muurtje in de zon, met een cola in zijn hand. „Een keer werd ik ingehaald tijdens een afdaling met veel los grind. Ik wilde opzij voor die renners, maar kwam toen zelf in de prut terecht.”

Ook het groepje van Pouw wordt ingehaald door de profs. Gelukkig vooral op brede paden en niet in een steile afdaling. „Toen die snelle gasten me inhaalden, dacht ik: kan beter gaan golfen.”


Lees ook

Lees ook: Champagne-gravel in de Tour de France – de opmars van fietsen over onverharde wegen is onstuitbaar

Gravelweg in de   Champagnestreek.