De politie in Hongkong heeft de vader en de broer gearresteerd van de bekende voortvluchtige activist Anna Kwok. Het is de eerste keer dat de autoriteiten een lokale veiligheidswet gebruiken om familieleden van een dissident aan te pakken.
Anna Kwok (28) was betrokken bij grootschalige protesten tegen de groeiende Chinese repressie in de voormalige Britse kroonkolonie in 2014 en 2019. Ze woont nu in de Verenigde Staten, waar ze leiding geeft aan de Hong Kong Democracy Council, een prodemocratische ngo in Washington.
Samen met zeven andere activisten in ballingschap werd Kwok in 2023 op een opsporingslijst geplaatst. De autoriteiten loven 1 miljoen Hongkongse dollar (omgerekend zo’n 114.000 euro) uit voor haar arrestatie. In december trok Hongkong haar paspoort in. Inmiddels staan er negentien in het buitenland verblijvende dissidenten op de opsporingslijst.
Volgens een vrijdag gepubliceerd persbericht van de Hongkongse politie zijn Kwoks vader (68) en broer (35) woensdag aangehouden omdat ze ervan worden verdacht de financiën van „een voortvluchtige” te hebben beheerd, wat strafbaar is volgens een omstreden lokale veiligheidswet die vorig jaar van kracht werd.
Veiligheidswet
Het is voor het eerst dat deze wet wordt ingezet tegen familieleden van activisten, maar de arrestatie past in een trend van toenemende transnationale repressie door de Hongkongse autoriteiten. Vorige maand nog werden de ouders van een andere voortvluchtige activist, Frances Hui, door de politie ondervraagd.
Vrijdag werd Kwoks vader aangeklaagd en voorgeleid bij de rechtbank. Volgens de aanklacht, die is ingezien door persbureau Reuters, zou Kwok’s vader verzekeringszaken voor zijn dochter hebben afgehandeld. De politie waarschuwt in het persbericht dat er celstraffen tot zeven jaar staan op de feiten waarvan Kwoks vader wordt verdacht. Kwoks broer is op borgtocht vrijgelaten.
De voormalige Britse kroonkolonie Hongkong werd in 1997 overgedragen aan China met de belofte dat de onafhankelijke rechtspraak en burgerlijke vrijheden in de stadsstaat ten minste vijftig jaar in stand zouden blijven – het principe van ‘één land, twee systemen’. Maar vooral na inwerkingtreding van de door Beijing opgelegde Nationale Veiligheidswet in 2020, en een aanvullende lokale veiligheidswet vorig jaar, zijn die rechten snel afgebrokkeld. In wetgeving zijn zware straffen gezet op vaag omschreven vergrijpen als „separatisme”, „oproer” en „samenzwering”.
Grote publieke protesten zijn sindsdien onmogelijk, honderden activisten, democratische volksvertegenwoordigers, juristen en journalisten zijn opgepakt en aangeklaagd.
Persvrijheid
In de deze vrijdag verschenen jaarlijkse ranglijst voor persvrijheid van de ngo Reporters Without Borders is Hongkong vijf plaatsen gezakt, naar plek 140. Het belandde daarmee voor het eerst net als China in de laagste categorie, van landen waar het met de persvrijheid „zeer ernstig” is gesteld. In 2014 stond Hongkong nog op plek 61. In de ranglijst van 2022 maakte het al een vrije val van 68 plekken na de invoering van de Nationale Veiligheidswet.
De nieuwe daling is onder meer het gevolg van de veroordeling, in september vorig jaar, van twee voormalige hoofdredacteuren van een onafhankelijke nieuwssite Stand News. Zij zouden zich schuldig hebben gemaakt aan „opruiing” omdat Stand News in 2019 verslag deed van massale prodemocratische protesten.
Lees ook
In Hongkong weet de pers niet hoe vrij de pers nog is
