Elja Looijestijn spoorde de Achterwerk -briefschrijvers van toen op

Oud-Achterwerk-redacteur Elja Looijestijn in het VPRO-archief. Foto Bram Petraeus

Interview

Podcast Hoe gaat het nu met de pubers die brieven vol vragen, problemen en wensen schreven naar VPRO-Achterwerk? Daarover maakte oud-Achterwerk-redacteur Elja Looijestijn een podcast. „We deden niet aan trigger warnings.”

„Ik ben negentien jaar en over anderhalve maand word ik moeder. Groetjes Desirée.” „Ik denk steeds na over of de aarde kan vallen en als hij valt, wat er dan gebeurt, heeft iemand anders dit ook? En heeft iemand tips? Groetjes, Hanna.”

Veertig jaar lang stonden er brieven van kinderen en jongeren achter op de VPRO-gids, vol vragen, problemen, wensen en frustraties. Lezers konden reageren, sommige reacties werden de week erna geplaatst en sowieso werden alle brieven die voor iemand binnenkwamen, doorgestuurd. Tot wel honderd per week. De rubriek begon in mei 1976 en stopte in 2016, „omdat de inzendingen opdroogden”, zegt Elja Looijestijn (41). Ze was acht jaar redacteur van de rubriek. Elke week selecteerde ze de meest grappige, kwetsbare of ontroerende brieven, maar nooit wist ze hoe het de jongeren daarna verging. Is de jonge moeder nog met dezelfde man? En hoe is het met hun kind, nu in de twintig? Of hoe zit het met de jongen die in de jaren 90 al zo goed kon programmeren, heeft hij daar zijn werk van gemaakt? In de podcast Achterwerk zoekt Looijestijn, jaren later, een aantal mensen op die toen een brief schreven.

Foto Bram Petraeus

Op de redactie van de VPRO op het Mediapark in Hilversum laat ze het archief zien van de televisiegids die „bij half Nederland” wekelijks op de salontafel lag – twee kasten vol met ingebonden gidsen, linksboven 1974 (de rubriek ‘Achterwerk’ begon twee jaar later) en rechtsonder de meest recente nummers. Toen ze groen licht kreeg voor de podcast ging ze bladeren, eindeloos bladeren en lezen, op zoek naar de leukste brieven. Hoeveel ze er precies las weet ze niet, „zeker honderden”. „Als een brief me raakte, ging ik meteen kijken of ik iemand nog kon opsporen. Zo zag mijn collega Niels Hoeben die me hielp met researchen dat de computerjongen nu in Boston woont, dat maakte me direct nieuwsgierig. Toen we hem mailden, schreef hij terug dat hij één bijzondere vriendschap heeft overgehouden aan de reacties. Yes, dacht ik. Dat is aflevering drie geworden.”

Puberproblemen

Al die inzendingen achter elkaar lezend, geven een tijdsbeeld van wat jongeren tussen de tien en twintig jaar bezighield: disco, punk, gabbers, de dood van Kurt Cobain, kernwapens, Furbies, werkende moeders. Zorgen om klimaatverandering zag ze de laatste jaren steeds vaker. Sommige thema’s kwamen veertig jaar lang terug: liefde, gedoe met vriendschappen, pesten, ouders, zorgen over hun veranderende lichaam – „universele puberproblemen”. Soms waren de onderwerpen heftig: suïcidale gedachten, misbruik, zelfbeschadiging. „Ik kreeg foto’s van armen met littekens. Van mijn voorganger Katja de Bruin had ik geleerd dat ik niet té begaan moest zijn, dat ik niet ben opgeleid om jongeren met zulke heftige problemen te helpen en dat ‘Achterwerk’ daar ook niet voor was bedoeld. Ik schreef dan terug dat ze iemand in hun omgeving in vertrouwen moest nemen en samen professionele hulp konden zoeken.”

Sommige nare verhalen zou ze nu misschien niet meer plaatsen, zegt ze, als ‘Achterwerk’ nog zou bestaan. „We deden niet aan trigger warnings. Aan de andere kant hebben de adviezen van lezers jonge mensen die met zware problemen rondliepen ook geholpen.” Zoals schrijver Tobi Lakmaker vertelt in de tweede aflevering van de podcast. Hij kampte met „een existentiële crisis” en las in de week dat hij erg somber was een bericht achterop de VPRO-gids dat hem een gevoel van herkenning gaf en uit de put hielp.

Vrolijk

Verhalen over suïcide of misbruik behandelt Looijestijn niet in de podcast. „Ik wilde het vrolijk houden van toon, feel good. Het mocht wel over serieuze thema’s gaan, maar ik zag het niet zitten om iemand te benaderen met ‘hoi, weet je nog, tien jaar geleden toen je zo in de put zat?’ Hoewel dit, als iemand daar weer uitgekomen is, best een mooi gesprek kan opleveren. Maar het is niet het soort verhaal waar ik naar op zoek was.”

Ze sprak zo’n twaalf tot vijftien mensen. Zes leidden tot een aflevering, van elk twintig minuten. Voor de zomervakantie maakte ze een pilot, dat werd aflevering één, en in augustus begon ze aan de vervolgafleveringen. „Ik wilde niet alleen maar terugblikken op de brief, er moest een ontwikkeling hebben plaatsgevonden en ook recent nog iets interessants te vertellen zijn.” Zo gaat ze in de eerste aflevering langs bij de nu 26-jarige dochter van de toen 19-jarige moeder. De dochter kende het verhaal van de brief niet. In de podcast leest ze hem voor, wat een ontroerend moment oplevert.

Niet alles lukte: „Een van de verhalen die ik graag wilde uitzoeken ging over de liefdesoproep van een jongen die in 2006 een meisje had gezien op de boot naar Terschelling. Na zijn brief verschenen er verschillende reacties, meerdere meiden dachten dat het over hun ging. Uiteindelijk is er volgens mij een ontmoeting geweest, dat las ik op de achterpagina, maar ik heb niet kunnen achterhalen wie het waren.”