‘Shell en Total trekken zich deels terug uit cruciaal CO2-opslagproject, overheid springt bij’

De olie- en gasbedrijven Shell en TotalEnergies trekken zich deels terug uit het voor het kabinet cruciale CO2-opslagproject onder de Noordzee, Aramis. Zij gaan niet investeren in de benodigde pijpleidingen, mede omdat ze dit te risicovol vinden. Dat bevestigen ingewijden aan NRC.

Minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD) wil juist versneld inzetten op CO2-opslag, omdat zij dit als belangrijke manier ziet om een kans te maken de klimaatdoelen voor 2030 te halen. Andere beleidsmaatregelen, bijvoorbeeld bedrijven stimuleren om hun productieprocessen op stroom te laten draaien in plaats van op fossiele brandstoffen, komen onvoldoende van de grond, omdat het stroomnet vol zit.

In de klimaatplannen die de minister vrijdag gaat presenteren, staat daarom dat zij alles op alles wil zetten om Aramis tijdig te realiseren, lekte eerder deze week al uit. Concreet gaat het kabinet zelf maatregelen nemen om de financiële risico’s voor de overgebleven twee partijen die aan Aramis werken, staatsbedrijven EBN en Gasunie, te verkleinen, zodat het project toch door zou kunnen, zegt een ingewijde nu.

Daarvoor wordt geld vrijgemaakt. Dat is een tendens die je steeds vaker ziet in de energietransitie, ook bij de gaswinning op de Noordzee. Bedrijven zeggen het niet alleen te kunnen, en de overheid neemt het deels over.

Het kabinet gaat geld vrijmaken zodat het CO2-opslagproject toch door zou kunnen gaan

Shell en Total blijven wel betrokken bij de uiteindelijke opslag van CO2 zelf, via oude en nieuwe boorplatformen in gebruikte gasvelden onder de zee, benadrukken bronnen. Ook zij vinden een versnelling van de CO2-opslagplannen belangrijk, maar de risico’s van de pijpleidingen zouden voor de bedrijven te groot zijn. Door een andere verdeling van de taken zou het project juist meer kans van slagen hebben.

Shell en Total hebben hogere rendementseisen dan EBN en Gasunie, omdat ze moeten investeren met kapitaal van aandeelhouders, zegt een bron. En daardoor zouden de tarieven voor transport en opslag van CO2 ook hoger worden.

Door een stapje opzij te doen, is dat probleem opgelost en kan het project betaalbaarder worden, aldus de ingewijde. „Dat is dus iets positiefs. Je hebt een hele keten van activiteiten nodig om dit voor elkaar te krijgen, en als iedereen zich focust op wat hij het beste kan, komt dit het snelst van de grond.” Tegelijkertijd wordt de beslissing om te investeren in de pijpen nu niet meer eind 2025 verwacht, maar „zo snel mogelijk” in 2026, zegt een betrokkene.

‘Pittige gesprekken’

De ingewijde zegt ook dat er de afgelopen tijd „pittige gesprekken” zijn gevoerd tussen Shell en Total aan de ene kant en de overheid aan de andere kant, omdat de bedrijven onder de oorspronkelijke plannen wel een erg grote rol zouden krijgen in „cruciale infrastructuur”, en zo te veel marktmacht zouden krijgen.

Op andere fronten blijven Shell en Total ook een rol spelen: ze gaan klanten straks transport- en opslagdiensten aanbieden. Tot een definitieve beslissing wordt genomen om te investeren in de pijpleidingen, werken ze daarnaast mee aan de verdere voorbereidingen, zoals het regelen van vergunningen en het maken van technische tekeningen.

Het Aramis-project is verreweg het grootste CO2-opslagproject van Nederland, en ook een van de weinige. Wereldwijd zijn er maar enkele succesvolle grootschalige voorbeelden. De bedoeling is dat vanaf 2028 jaarlijks 22 miljoen ton CO2 wordt opgeslagen. Ter vergelijking: in Nederland wordt jaarlijks zo’n 150 miljoen ton CO2-equivalent uitgestoten.

Het risico bij de bouw van de pijpleiding zit voor een belangrijk deel in het feit dat er veel geld moet worden geïnvesteerd, zonder dat zeker is dat de beschikbare capaciteit ook daadwerkelijk zal worden verkocht aan klanten. De bedoeling is dat allerlei industriebedrijven hun CO2 via die pijpleidingen kunnen laten opslaan. Maar veel concrete projecten om CO2 af te vangen zijn er nog niet. Het is onzeker of en wanneer die er komen.

Total en het ministerie van Klimaat en Groene Groei zeggen geen commentaar te kunnen geven. Een woordvoerder van Shell wil niets bevestigen maar laat weten: „Shell is vanaf het eerste uur nauw betrokken bij Aramis en dat blijven we. Aramis is cruciaal om de industrie te helpen verduurzamen en om de Nederlandse klimaatdoelen te halen.”

Ondergrondse CO2-opslag is omstreden bij met name milieu- en klimaatgroepen. Zij vrezen dat die de prikkel bij bedrijven om daadwerkelijk te verduurzamen en minder CO2 uit te stoten, wegneemt, omdat er immers een oplossing is voor hun ‘afval’.