Wanneer rijdt er weer een vrouw in de Formule 1? Dat was de kop boven een artikel waaraan ik een kleine twee jaar geleden meewerkte. Ik interviewde drie van de vijf vrouwelijke deelnemers in de geschiedenis van de Formule 1: Divina Galica, Desiré Wilson en Giovanna Amati. De andere twee, Maria Teresa de Filippis en Lella Lombardi, leven niet meer.
Ik weet nog hoe verbaasd de presentator van NRC Vandaag reageerde toen we een podcast opnamen. Hè, vrouwen in de Formule 1? Waarom weet ik daar niks van? En waarom rijden er nú dan geen vrouwen meer?
Giovanna Amati was in 1992 de laatste vrouw in de hoogste autoraceklasse. Net als Wilson en Galica kwam ze niet verder dan de kwalificaties, in tegenstelling tot De Filippis en Lombardi. De laatste wist in haar rood-wit-zwarte March Ford 751 zelfs een halve punt te scoren met haar zesde plaats bij de Grand Prix in Barcelona – aanstaande zondag precies een halve eeuw geleden.
Formule 1 is niet meer het terrein van rommelaars en hobbyisten, zei ik. Kon je in de vorige eeuw nog met je eigen auto en team meedoen, nu zijn er nog maar twee stoeltjes bij tien vaste teams te vergeven. Om het hoogste podium te bereiken moet je als coureur over vele miljoenen euro’s beschikken, even los van allerlei andere kwaliteiten, en de ervaring leert dat het voor vrouwen veel minder makkelijk is sponsors te vinden dan voor mannen. Onbekend maakt onbemind.
Galica, Wilson en Amati maakten elk op hun eigen manier een strijdlustige indruk. Ze keken met gemengde gevoelens terug op hun carrière – twee van hen worstelden met seksisme – en waren niet optimistisch over de vraag of er binnen afzienbare tijd een vrouw in de Formule 1 rijdt. „De nieuwe generatie racers wil vaak instant succes, werpt zich op als influencer en is niet altijd bereid om offers te brengen”, zei bijvoorbeeld Wilson.
In augustus staat er in Zandvoort weer een race van de F1 Academy op het programma, een in 2023 opgericht kampioenschap voor jonge vrouwen, waarin met relatief lichte wagens wordt gereden. Een goede aanleiding om te kijken wat er sinds mijn gesprekken met de drie oud-deelnemers is veranderd. Maken vrouwen nu meer kans op dat fel begeerde stoeltje dan toen?
In de zomer van 2023 lanceerde voormalig Formule 1-coureur David Coulthard More than equal, een organisatie die de eerste vrouw in de hoogste raceklasse wil leveren. Zes getalenteerde meiden van dertien en veertien jaar doorlopen een op maat gesneden opleiding, waarbij wordt samengewerkt met de Manchester Metropolitan universiteit. Ze nemen deel aan een wetenschappelijk programma, waarin bijvoorbeeld onderzocht wordt hoe de menstruatiecyclus hun prestaties beïnvloedt en hoeveel zuurstof ze verbruiken tijdens trainingen. Achterliggende gedachte: vrouwelijk talent ontwikkelt zich sneller als je inzoomt op de behoeften en ongemakken van vrouwen. Eerder onderzoek bewees dat dat klopt.
Toevallig of niet: de sport groeit onder vrouwen momenteel hard in populariteit, zoals onlangs uit onderzoek van Nielsen Sports bleek. Liefst 41 procent van de mondiale fans is vrouw. Vooral de interesse van vrouwen tussen de 16 en 24 in het Midden-Oosten groeit snel.
De populaire Netflix-docuserie Drive To Survive zou een verklaring voor de toegenomen interesse zijn. Volgens Nielsen Sports zei een kwart van de kijkers Formule 1-fan te zijn geworden na het zien van die serie. „Maar dat komt niet alleen omdat er knappe mannen in te zien zijn, zoals vaak wordt beweerd”, zei Rosanna Tennant, een bekende Formule 1-verslaggever, in een interview. Vrouwelijke racefans zijn volgens haar heel kieskeurig en loyaal. „Ze laten zich eerst uitgebreid informeren voor ze besluiten welke coureur hen het meest aanspreekt.”
Een andere positieve ontwikkeling: de benoeming van Laura Müller tot race-engineer bij F1 Team Haas, begin dit jaar. Na een studie werktuigbouwkunde aan de Technische Universiteit van München vond Müller een baan in een lagere autosportklasse, en met hard werken en een inventieve geest wist ze zich een weg omhoog te banen. Geen vrouw voor haar wist zo’n sleutelpositie in de Formule 1 te bemachtigen.
Het zijn hoopgevende ontwikkelingen, maar of het de kans op een vrouwelijke coureur in de hoogste raceklasse vergroot? Ik betwijfel het, en vraag me af hoe de drie nog levende oud-deelnemers erover denken. Zijn ze hoopvoller dan tijdens ons laatste gesprek? Wilson voelt door privé-omstandigheden weinig voor een vervolggesprek, schrijft ze. Amati en Galica klimmen al snel in de pen.
In andere race-kampioenschappen doen vrouwen het goed, schrijft Amati. Zoals Jamie Chadwick in de European Le Mans Series, Hailie Deegan in de Indy NXT en het Iron Dames team in de GT3. „Maar ze lijken nog ver verwijderd van de Formule 1. Om een plek te bemachtigen tussen de twintig beste coureurs van de wereld, moet je een lange weg afleggen.”
De wedstrijden van de F1 Academy gaan het verschil volgens Amati niet maken. Ze zijn te kort – 11 tot 15 ronden per race – en het vermogen van de wagens is „veel minder” dan in de Formule 3. Vrouwen die tegen vrouwen racen is „vermakelijk”, schrijft ze, maar een goede voorbereiding op races tegen de beste mannen van de wereld? Nee. De deelnemers aan de F1 Academy zijn volgens Amati al tevreden met het feit dat al hun kosten betaald worden.
Ook Galica lijkt niet heel positief over de kraamkamer van vrouwelijk racetalent. Ze noemt het „nuttig” dat veel races van de F1 Academy op Formule 1-circuits worden gereden, dat de vrouwen begeleid worden door Formule 1-teams en dat ze vergelijkbare sponsorpakken dragen. „Mijn enige zorg is dat er geen jongens van hun leeftijd mogen meedoen, waardoor ze niet voorbereid worden op de Formule 4, Formule 3 en Formule 2 – waar de meeste coureurs man zijn.”
Zou het nóg een halve eeuw gaan duren voor er weer punten achter de naam van een vrouwelijke coureur op het scorebord verschijnen? Niemand lijkt te weten hoe je dat proces het beste kan versnellen. Of niemand maakt zich er druk om, dat kan natuurlijk ook.
