N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Stadions PSV halveert uit veiligheid de capaciteit van het uitvak. Het massaal springen van fans leidt tot veel zorgen bij clubs.
Vergelijk het met een balkon. De constructie is misschien berekend op een paar mensen, zegt Ben Veenbrink, als externe specialist lid van de werkgroep veilige stadions van voetbalbond KNVB. „Maar het is er niet voor ontworpen dat je met twintig vrienden op dat balkon gaat springen.”
In de kern is dat het probleem bij PSV. De club maakte dinsdag bekend per direct de capaciteit van het vak voor uitsupporters te halveren na onderzoek naar de constructie van het Philips-stadion. Het is mogelijk dat dit op korte termijn bij meer profclubs gebeurt nu een veiligheidsverklaring voor het eerst onderdeel uitmaakt van de licentie-eisen van de voetbalbond, zeggen betrokkenen.
1 Waarom vermindert PSV de capaciteit van het uitvak?
Uit twee onderzoeken die PSV liet uitvoeren, door bouwbedrijf BAM en een andere partij, blijkt dat het stadion (uit 1910) grotendeels veilig is, stelt de club. Alleen is er door „het huidige gebruik en gedrag van de supporters” geen volledige zekerheid te geven over het uitvak, zegt een clubwoordvoerder. Door het „simultaan, ritmisch springen” van fans kan de constructie van dit vak potentieel beschadigd worden, schrijft PSV.
De capaciteit wordt van 1.600 plaatsen teruggebracht naar 770. Dit heeft nog geen gevolgen voor het Europa League-duel tegen Sevilla donderdag, omdat er maar een beperkt aantal fans uit Spanje komt. Voor de wedstrijd van zondag tegen FC Twente, waar het uitvak wel vol zou zitten, is nu maar de helft van de uitsupporters welkom. Er wordt gewerkt aan een versteviging en, op termijn, aan een permanente oplossing.
Het is niet voor het eerst dat dit gebeurt. Heracles Almelo sloot een jaar geleden het uitvak omdat het niet veilig genoeg was. Heracles liet eveneens een onderzoek uitvoeren, waaruit bleek dat sommige delen van tribunes in extreme gevallen niet aan de normen voldeden.
2 Wat was de aanleiding voor deze onderzoeken?
Het onderwerp staat zeer nadrukkelijk op de agenda sinds oktober 2021, toen het onderste deel van het uitvak in het Goffertstadion van NEC onder de druk van hossende Vitesse-fans instortte. Wonderwel raakte niemand gewond. Uit onderzoek van ingenieursbureau Royal HaskoningDHV bleek dat de tribune bezweek door ontwerpfouten in combinatie met te veel springende toeschouwers per vierkante meter.
Daarop riep toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren alle stadioneigenaren op de constructieve veiligheid van de staantribunes te laten beoordelen door een „deskundige constructeur”. Ook onderstreepte ze dat de belasting van de tribunes aan de norm moet voldoen, namelijk: 5 Kilonewton (500 kg) per vierkante meter.
„Met andere woorden: zitten waar er gezeten moet worden en anders niet”, zegt Veenbrink, die eigenaar is van adviesbureau The Stadium Consultancy. „En dat is natuurlijk heel lastig.”
In juni 2020 is er – nadat een deel van het dak van het AZ-stadion was ingestort – door de overheid al een protocol opgesteld: een handleiding waar een veilig stadion aan moet voldoen. Maar die was vrijblijvend. „Toen hebben wij als branche gezegd: wij gaan dat verplicht stellen om onze verantwoordelijkheid te nemen”, zegt Jan Bluyssen, manager competitiezaken bij de KNVB.
Afgelopen zomer is in de Algemene Vergadering Betaald Voetbal besloten dat clubs vanaf dit seizoen voor het eerst aan dit protocol moeten voldoen: het is onderdeel van de licentie-eis voor clubs om betaald voetbal te mogen spelen.
De deadline hiervoor ligt volgende week woensdag, 1 maart. Onderdeel van de veiligheidscheck is een controle door een gecertificeerd constructeursbureau – een soort APK-keuring. Voor 1 maart moet er een ‘0-meting’ van elk stadion zijn gedaan, vertelt Bluyssen. „De meeste stadions hebben wel wat, zoals bij PSV.” Volgens hem toont dit aan dat het systeem werkt.
Duidelijkere regie was ook nodig. Er worden wel inspecties uitgevoerd naar de constructies van stadions maar die zijn mede door gebrek aan kennis over voetbalstadions niet altijd betrouwbaar, schreef het Auditteam Voetbal en Veiligheid in 2016. Bovendien zijn er geen specifieke regels voor voetbalstadions, die door het springen van supporters een ander gebruik kennen dan de meeste publieke gebouwen.
3 Wordt er nu voldoende gecontroleerd?
Nee. Het protocol beoordeelt alleen de infrastructuur en de constructieve veiligheid, zegt Bluyssen. „Het gaat nog niet over het gebruik. Dus hoeveel mensen er op een tribunerij staan en gaan springen, waar het bij NEC mis ging. En dat trappen en vluchtwegen worden vrijgehouden. In de controle daarop hebben we nog een lange weg te gaan.”
Onderliggend probleem is dat de belasting van de tribunes volgens het bouwbesluit (2012) eigenlijk niet is ingericht op massaal hossende fans. Voor zowel zit- als staanplaatsen is de huidige norm 5 Kilonewton, zegt Veenbrink, terwijl de meeste stadions nog volgens de oude norm van 4 Kilonewton (400 kg) voor zitplaatsen zijn ontworpen. In Engeland en Duitsland ligt dat op 7,5 Kilonewton (750 kg), zegt hij. Bovendien hebben veel Nederlandse stadions de afgelopen jaren stavakken gecreëerd, wat de druk op de constructie verhoogt. „We hebben stadions gebouwd die zijn om te zitten”, zegt Bluyssen. „Alleen wordt er nu gestaan.”
Uit trilmetingen bleek dat door de impact van springen het lichaamsgewicht met een factor 2,5 toeneemt, zegt Veenbrink. Dus iemand die 100 kilo weegt, kan een belasting hebben van 250 kilo op de constructie.
Frank Wijnveld, oud-manager van het Philips-stadion en lid van de KNVB-werkgroep, is voorstander van een onafhankelijke organisatie zoals ze die in Engeland hebben: de Sports Grounds Safety Authority. Die toetst de veiligheid van sportstadions regelmatig. „Daar zitten experts in voor allerlei facetten die te maken hebben met voetbalstadions”, zegt Wijnveld. „In Nederland wordt wel naar de constructie gekeken, maar hoe vaak wordt de ketting waaraan de geluidsboxen hangen gecheckt waar jij onder zit?”