
Niet een aap maar een eekhoorn vormt het natuurlijke reservoir voor het mpox-virus (voorheen apenpokken). Dat schrijft een team van onderzoekers onder leiding van de Duitse viroloog Fabian Leendertz in een preprint, een wetenschappelijk artikel dat nog niet in peer review is beoordeeld. Het gaat om Funisciurus pyrropus, een eekhoornsoort die in het Engels fire-footed rope squirrel heet en die we hier voor het gemak maar even de vuurvoeteekhoorn noemen.
De onderzoekers waren tussen januari en april 2023 getuige van een mpox-uitbraak in een groep roetkopmangabeys in het Taï National Park in Ivoorkust. Vier apenjongen met duidelijke pokken op hun lijf en gezicht stierven aan de infectie.
Maar twaalf weken ervoor, toen er bij de apen nog niets aan de hand leek, was er op drie kilometer afstand van hun territorium een dode vuurvoeteekhoorn gevonden die eveneens met mpox besmet bleek.
Genetisch onderzoek bewees dat de eekhoorn en de aapjes met dezelfde virusstam besmet waren. Ook achterhaalden de onderzoekers videobeelden uit 2014 waarop te zien was dat roetkopmangabeys een vuurvoeteekhoorn oppeuzelden. Daarnaast konden ze in de poep van de apen van voor de uitbraak dna van de vuurvoeteekhoorn terugvinden, op nieuw bewijs dat deze op het menu staat. Alles bij elkaar maakt dat aannemelijk dat de vuurvoeteekhoorn de bron is geweest van de mpox-uitbraak.
Het onderzoek is opnieuw een waarschuwing voor mensen dat de consumptie van bushmeat, en dan met name kleine primaten en knaagdieren, een risico vormt voor mpox-uitbraken.
