Vanaf maandag mag op een klein deel van de Nederlandse wegen overdag weer 130 kilometer per uur worden gereden. De nieuwe maximumsnelheid is op drie trajecten ingevoerd.
De maatregel is onderdeel van een pakket dat „meer vrijheid voor automobilisten” regelt, volgens minister Barry Madlener (PVV, Infrastructuur en Waterstaat). De coalitiepartijen spraken in het Hoofdlijnenakkoord af dat „daar waar kan” de snelheid weer omhoog moest.
Het gaat om de A7 op de Afsluitdijk, tussen de Stevinsluizen en de Lorentzsluizen. Op diezelfde snelweg, maar dan tussen Winschoten en de Duitse grens, is de nieuwe snelheidslimiet ook van toepassing. En ook op de A6 tussen Lelystad-Noord en de Ketelbrug mag het gaspedaal iets harder worden ingedrukt. In de zomer volgt nog een knooppunt op de A37.
‘Onthulling’ 130-kilometerbord
De nieuwe snelheidslimiet geldt zodra langs genoemde wegen borden zijn geplaatst met 130. Maandag vond op de Afsluitdijk een ‘onthulling’ plaats van een 130-kilometerbord. Als het vierde traject is toegevoegd geldt de 130-maatregel voor in totaal 117 kilometer aan Nederlandse snelweg, van de ruim drieduizend kilometer in totaal.
De maatregel wordt op slechts een beperkt aantal trajecten ingevoerd, en alleen waar dat past binnen de geldende geluids- en stikstofnormen. Vijf jaar terug werd de maximumsnelheid van 130 kilometer per uur juist op alle Nederlandse wegen overdag afgeschaft zodat minder stikstof zou neerslaan op Nederlandse natuur. De bijdrage hieraan van autoverkeer is met 6 procent overigens relatief klein, vergeleken met landbouw en industrie.
De extra stikstofneerslag op natuurgebieden rond de 130-wegen zal naar verwachting „zeer gering” zijn, volgens onderzoek in opdracht van het ministerie dat vorig jaar verscheen. En de toename zou ook weer (deels) teniet worden gedaan doordat auto’s steeds schoner worden. Tegelijkertijd concludeerden de onderzoekers dat het steeds opnieuw beoordelen van kleine beetjes stikstof onhoudbaar is als er niks gedaan wordt aan de grote stikstofproblemen.
‘Kabinet zit doelen dwars’
Natuur & Milieu vindt dat de minister met deze versoepeling de kabinetsdoelen rond klimaat en stikstof dwarszit. „Het is gek om mensen enerzijds aan te moedigen energie te besparen, en anderzijds harder rijden mogelijk te maken.”
Voor garnalenvissers en boeren, die ook een natuurvergunning nodig hebben, heeft het volgens de minister geen nadelige gevolgen. De milieuorganisatie vindt „stikstof toestaan pijnlijk als ondertussen de natuur haast overal in Nederland verslechtert en boeren en andere bedrijven geen vergunning kunnen krijgen.”
De oude situatie op de Afsluitdijk: tot vandaag een maximum snelheid overdag van 100 kilometer per uur. Foto Olaf Kraak/ANP
Het ministerie doet momenteel onderzoek naar andere „kansrijke trajecten” waar de maximumsnelheid weer verhoogd kan worden, „zonder dat er extra maatregelen nodig zijn rond geluid en stikstof”.
Natuur & Milieu onderneemt vooralsnog geen actie, maar roept mensen op „om slimmer te zijn en honderd kilometer per uur aan te houden.” Van minister Madlener mag je overigens „ook gewoon honderd rijden op de rechterbaan”.
Het UWV verwacht zo’n 111 miljoen nodig te hebben voor het herstellen van fouten rond verkeerd uitbetaalde WIA-uitkeringen (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Dat blijkt uit het woensdag gepubliceerde jaarverslag van de uitkeringsorganisatie. Het UWV bleek tussen 2020 en 2024 fouten te hebben gemaakt bij het vaststellen van de uitkeringen, waardoor tienduizenden mensen te veel of te weinig geld hebben ontvangen.
Het UWV gaat voor die periode 43.000 uitkeringen handmatig controleren op mogelijke fouten, en heeft in het jaarverslag al een voorziening voor mogelijke nabetalingen en uitvoeringskosten opgenomen. Als een uitkering te laag blijkt te zijn geweest, wordt die met terugwerkende kracht alsnog verhoogd. Het UWV rekent op ongeveer 53 miljoen euro aan nabetalingen en 58 miljoen euro aan uitvoeringskosten. In totaal zet het UWV daarom 111 miljoen euro apart, al kan het bedrag voor de nabetalingen nog hoger of lager uitkomen.
Als mensen een te hoge uitkering hebben ontvangen, wordt die in principe niet teruggevorderd, „tenzij de persoon redelijkerwijs had kunnen weten dat de uitkering te hoog was”, staat in het jaarverslag. Dat was in maart ook al het uitgangspunt dat het ministerie noemde.
25 miljoen aan dwangsommen
De raad van bestuur noemt de situatie in het voorwoord van het jaarverslag „bijzonder pijnlijk voor de betrokken cliënten die vaak in een kwetsbare positie zitten”.
Daarnaast blijkt uit het woensdag gepubliceerde jaarverslag dat de organisatie in 2024 25 miljoen aan dwangsommen heeft moeten betalen. Dat is zo’n 7 miljoen meer dan een jaar eerder. Een dwangsom moet het UWV betalen als het niet op tijd reageert op een uitkeringsaanvraag of bezwaar.
Lees ook
UWV gaat 43.000 WIA-uitkeringen controleren op foute berekeningen
Rens: „Tot een jaar geleden woonden we samen in Oegstgeest in een inimini huisje van veertig vierkante meter, met enkel glas op het zuiden. Nu hebben we zo’n beetje het tegenovergestelde: een enorme pastoriewoning in Schoonhoven. We hebben boven twee kamers leegstaan, omdat we niet weten wat we ermee moeten.”
Marlinde: „We zijn hier beland door het werk van Rens.”
Rens: „Na mijn studies klassieke talen en theologie ben ik aan het werk gegaan als dominee. Op invalbasis kwam ik hier weleens in Schoonhoven, of officieel: het dorpje Willige Langerak. Toen hebben ze me op een gegeven moment gevraagd of ik de vaste dominee wilde worden, in ieder geval voor vier jaar. Daar zou dan bij horen dat we in de pastorie gingen wonen. Daar hebben we even over na moeten denken.”
Marlinde: „Je kunt niet helemaal inschatten hoe het is: wonen op je werk, in een dorp dat je nog niet kent. Uiteindelijk hebben we het gezien als een avontuur en gedacht: laten we het maar gewoon doen!”
Rens: „We zijn jong zat. Als het na vier jaar niet bevalt, kunnen we ook weer weg.”
Marlinde: „Het bevalt op zich goed. Het scheelt dat we door jouw werk snel zijn opgenomen in de gemeenschap. Maar dat heeft ook iets dubbels, want jij blijft voor sommige mensen ‘dominee Rens’ en ik ben daar de vrouw van. Dat is een rol die je niet altijd wil.”
Rens: „We hebben gemerkt dat het daarom soms goed is om hier fysiek even weg te zijn. Naar een stad dichtbij of een rondje op de racefiets. Ik ben hier gekomen voor het werk, maar ben daarnaast ook een privépersoon natuurlijk. Die ruimte moet je een beetje bevechten, al is dat vooral in mijn eigen hoofd. Daar word ik steeds beter in.”
Marlinde: „Wat we een nadeel vinden aan Schoonhoven, is dat het best ver rijden is naar een stad, naar familie, naar een tuincentrum – alles eigenlijk.”
Rens: „Je moet altijd eerst die N-weg met dertien rotondes af voordat je ergens bent.”
Marlinde: „Maar het is ook fijn hoor. Ik zit sinds kort bij een hardloopclubje van de atletiekvereniging en we wonen pal naast een mooi buitenzwembad. Als je daar in de zomer om 7.00 uur ’s ochtends gaat zwemmen, is dat heerlijk.”
Anders dan een kantoorbaan
Marlinde: „Ik werk nu als huisarts in opleiding, maar heb lang getwijfeld welke kant ik op wilde binnen de geneeskunde. In het ziekenhuis vond ik de spoedeisende hulp heel leuk bijvoorbeeld. Maar om me te specialiseren in één gebied, vond ik te smal. Als huisarts heb je heel verschillende patiënten met allemaal verschillende problemen.”
Rens: „Die diversiteit zit ook in mijn werk. Ik doe bezoekwerk binnen onze gemeente: bij stervenden of bij een geboorte bijvoorbeeld. Ik geef onderwijs aan jongeren, begeleid kerkkringen, bereid rouwdiensten en huwelijken voor. En ik ga natuurlijk voor op zondag. Daar schrijf ik een verhaal voor en maak de liturgie. Daar gaat aardig wat voorbereidingstijd in zitten.”
Marlinde: „Je legt de lat daarin best hoog voor jezelf.”
Rens: „Ik wil er inderdaad altijd een nieuw inzicht in stoppen, of een originele gedachte. Daar kan ik de hele week mee bezig zijn in mijn achterhoofd. Het lukt niet altijd en dan ben ik achteraf ontevreden. Maar ik moet zeggen: nu ik de gemeente beter leer kennen en wat meer mijn eigen stem heb gevonden als dominee, gaat het me steeds makkelijker af.”
Marlinde: „Dit werk is echt wat anders dan een kantoorbaan. Daar zeur ik wel eens over, haha, jazeker. Rens is veel avonden weg bijvoorbeeld. Standaard drie avonden in de week, maar het loopt ook wel eens op tot vijf. Dan zeg ik: joehoe, het mag weer even wat minder.”
Rens: „Als dominee werk je natuurlijk veel in de vrije tijd van anderen. Dat is weleens stoeien met de agenda inderdaad.”
Marlinde: „Een goede werk-privébalans was voor mij ook een argument om voor het huisartsenvak te kiezen. Ik hou echt van werken, maar haal ook mijn energie uit hardlopen, racefietsen of afspreken met mensen. Ik wil niet ieder weekend voor pampus op de bank liggen omdat ik een 60-urige werkweek heb gedraaid.”
Netflix-abonnement opgezegd
Rens: „Hebben wij hobby’s? Ik hoorde laatst iemand zeggen dat ze hobby een boomer-woord vond. Je denkt toch meteen aan modelspoorbanen en zo. Misschien is mijn hobby dat ik graag in de tuin werk – al klinkt dat ook best boomer-achtig, haha! Voor Marlinde kan je opschrijven dat vakanties plannen haar hobby is.”
Marlinde: „O ja, daar kan ik uren mee bezig zijn. Dan ga ik allemaal dingen lezen, uitzoeken, plannen. De afgelopen tijd ben ik bezig geweest met onze treinreis naar Zuid-Italië. In één dag reizen we naar Milaan, vanaf daar naar het zuiden en uiteindelijk vanuit Napels met de nachttrein weer terug. We proberen maximaal één keer in de drie jaar te vliegen. Er zijn genoeg alternatieve opties.”
Rens: „Thuis zitten we niet vaak ’s avonds op de bank. We hebben ons Netflix-abonnement ook maar opgezegd omdat we er te weinig gebruik van maakten. Als we dan iets samen kijken, is het meestal iets documentaire-achtigs.”
Marlinde: „We kijken de Keuringsdienst van waarde, en die reisprogramma’s van Jelle Brandt Corstius en Thomas Erdbrink. Af en toe zit ik ’s avonds nog wat opleidingsgerelateerde blaadjes te lezen, of medische magazines. Kijk, daar naast de bank ligt de stapel die nog moet.”
Rens: „Dat is altijd jouw verzuchting: ik móét die blaadjes nog lezen. Misschien is die hoge lat toch wel een thema bij ons, nu ik het zo terughoor.”
Demonstreren tegen China lijkt in Nederland veilig, maar de realiteit is anders. Oeigoeren, Tibetanen en dissidenten worden tijdens demonstraties gefilmd en hun familie in China kan het doelwit worden van intimidatie. Redacteur Hanneke Chin-A-Fo onderzocht hoe China demonstraties ontmoedigt. En ziet dat ook Nederland daar een rol in speelt.