Het is de tijd van de blauwe enveloppen. De Belastingdienst vertrouwt de eigen digitale kunsten kennelijk niet, er gaat nog flink wat papier rond tussen de dienst ‘Centrale administratieve processen’ en de belastingplichtige. Ook voor de blijmoedige pensionado is het allemaal zo eenvoudig nog niet. De buurvrouw met wie ik samen de lift van ons flatgebouw instap, ziet m’n blauwe envelop en hoort me zuchten. „Mij pakken ze niet”, zegt ze vastberaden. „Vorig jaar heb ik m’n abonnement opgezegd.”
Peter Slavenburg
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Voor Bo Salomons is het even slikken. Een week geleden ontvangt hij een sommatiebrief waarin hem een rechtszaak in het vooruitzicht wordt gesteld vanwege het artikel ‘De uitsluiting van GL/PvdA’ dat hij eerder deze maand op het linkse weblog Doorbraak plaatste.
In het artikel vestigt hij de aandacht op een tweet van Mark Smits – de VVD-fractievoorzitter van de Provinciale Staten Gelderland. Die noemt Frans Timmermans „de grootste opruier van Nederland” en schrijft: „Extreem-links heeft een gezicht. Wat mij betreft mag de VVD nooit, maar dan ook nooit, in zee gaan met GL/PvdA.”
De VVD’er reageert met de tweet op een bericht van de linkse partijleider over „de stilstand in Nederland na decennia rechts beleid”. Volgens Timmermans groeien kinderen daardoor op in slechte huizen, wonen jongeren langer bij hun ouders en kunnen senioren geen geschikt appartement vinden.
Salomons gebruikt de tweet van Smits als aanleiding voor een breder verhaal waarin hij aan de hand van verschillende voorbeelden een campagne van rechtse partijen tegen GroenLinks-PvdA signaleert en de vrees uitspreekt dat er een cordon sanitaire rond de linkse partij wordt opgetrokken. Het artikel gaat vergezeld van een foto van VVD-fractievoorzitter Smits met het onderschrift: „Extreem-rechts heeft een gezicht.”
Intimiderend
Anderhalve week later ontvangen Salomons en weblog Doorbraak een sommatie. Per aangetekende post wordt namens Smits geëist dat het artikel binnen vijf dagen wordt verwijderd omdat sprake is van een onrechtmatige publicatie en aantasting van de eer en goede naam van de VVD-fractievoorzitter. Ook eist Smit 7.500 euro immateriële schadevergoeding.
Gaan Doorbraak.eu en Salomons niet over tot verwijdering, dan zal namens Smits een juridische procedure gestart worden waarin naast rectificatie en verwijdering een hogere schadevergoeding én de volledige vergoeding van de proceskosten worden gevorderd. De brief, die NRC heeft ingezien, is afgedrukt op het zakelijke briefpapier van Smits Legal Bedrijfsjuristen: het incasso- en adviesbureau van Smits zelf. Hij is geschreven door een van Smits’ medewerkers.
„In het begin schrik je even”, vertelt Salomons telefonisch. „Maar ik ben gespecialiseerd in vrijheid van meningsuiting en zag al snel dat dit eigenlijk een soort SLAPP-zaak was.” Salomons, in het dagelijks leven werkzaam bij de FNV, doelt op Strategic Lawsuits Against Public Participation: rechtszaken die worden gestart door kapitaalkrachtige private partijen om kritische journalisten en activisten het zwijgen op te leggen.
Lees ook
Lees ook: Journalisten en activisten krijgen vaker te maken met SLAPPs
Zo’n zaak kan intimiderend werken, zegt Salomons, ook al heb je juridisch gelijk. „Je hebt alsnog een advocaat nodig om je te verdedigen en moet er veel tijd in steken. Zelfs als je de rechtszaak wint, dekt een proceskostenvergoeding die de rechter oplegt, niet de daadwerkelijk gemaakte kosten van een advocaat.”
Filmpje
Salomons en Doorbraak lieten de sommatiedeadline van maandag verlopen. Wel pasten ze de foto van Smits bij het artikel aan. Bij het oorspronkelijke stuk stond een still uit een filmpje van Smits en zijn incassobureau en volgens de VVD’er is dat beeld auteursrechtelijk beschermd. Omdat Doorbaak en Salomons niet zeker wisten of ze het juridische recht hadden de afbeelding te gebruiken, is die vervangen door een afbeelding van Smits bij de Provinciale Staten.
Dat Smits in de sommatie vroeg om de volledige verwijdering van het artikel en een schadevergoeding van 7.500 euro, vindt hij in retrospect ongelukkig
In gesprek met NRC zegt de VVD-fractievoorzitter dat hij „absoluut niet” journalisten de mond wil snoeren. „Ik vond het niet zo erg wat geschreven werd.” Volgens Smits was het hem enkel om het beeld te doen. Dat was afkomstig uit een filmpje van zijn incassobureau waarvoor hij betaald had. „Die foto wordt zakelijk gebruikt en werd nu in rechts-extremistisch daglicht geplaatst. Daar maakte ik bezwaar tegen.”
Dat Smits in de sommatie echter ook vroeg om de volledige verwijdering van het artikel en een schadevergoeding van 7.500 euro, vindt hij in retrospect ongelukkig. „Ik had daar misschien scherper op moeten zijn.”
Nadat Salomons en Doorbaak de dreigbrief van Smits dinsdag via een nieuw artikel bekendmaakten, zegt Smits zelf bedreigd te zijn. Zo heeft hij ongewenste telefoontjes ontvangen en zouden er – blijkens zijn cameradeurbel – mensen voor zijn huis gestaan hebben. De fractievoorzitter zegt de hele nacht wakker te hebben gelegen van de kwestie en wijst erop dat ook zijn gezin eronder lijdt.
De VVD’er heeft vanwege de situatie X (het voormalige Twitter) verlaten en zegt dat Doorbraak en Salomons geen juridische acties meer van hem hoeven te verwachten. „Ik wil er graag een streep onder zetten.”
‘Moge de data zachtjes rusten’, staat op een kaars die mensen kunnen aansteken om hun Facebookhistorie te herdenken. Onder het genot van een ‘tracking cookie’ met cranberrysmaak (een verwijzing naar de cookies die internetgebruikers moeten accepteren om websites te gebruiken) bewonderen bezoekers van het Facebookmuseum de uitgestalde internetnostalgie. De kattenfoto’s, relatiestatussen, felicitaties en profiel-updates vormen samen de herinneringen aan het socialemediaplatform. „Verwijder je Facebookaccount nog niet!”, staat op een grote poster. In het museum kunnen gebruikers een USB-stick kopen, om hun Facebookdata in op te slaan.
Met het Facebookmuseum, dat begin juli een week open was op Utrecht Centraal, wilde de Utrechtse kunstorganisatie SETUP op een ludieke manier de hoogte- en dieptepunten van het sociale medium herdenken en samen met de bezoekers selecteren wat ze aan digitaal cultureel erfgoed willen bewaren. Het doel was om gebruikers te ondersteunen bij hun afscheid van Facebook, door hun de mogelijkheid te bieden persoonlijke herinneringen op te slaan. Want hoewel steeds meer gebruikers nadenken over hun afhankelijkheid van Big Tech, lukt het hun niet om daadwerkelijk afscheid te nemen van deze platforms.
Het museum is tot dusverre de meest tastbare uiting van de dubbele gevoelens die sociale media oproepen. Gebruikers worstelen met de toxische invloed van de platforms en hun afhankelijkheid van Big Tech. Aan de andere kant zijn ze gehecht aan hun account, het netwerk en het contentarchief op de platforms. „De sfeer rond sociale media is de laatste tijd omgeslagen”, zegt Siri Beerends, cultuursocioloog bij SETUP. „De tijd van de naïeve beloftes dat sociale media ons dichter bij elkaar gaan brengen en voor democratisering gaan zorgen is wel echt voorbij. Steeds meer mensen vragen zich af of die platforms wel goed zijn voor onze samenleving en of we er niet vanaf moeten.”
Desinformatie
Het publieke debat over de kwalijke invloed van sociale media laaide weer op toen Meta-baas Mark Zuckerberg in januari bekendmaakte te stoppen met factchecken, de strijd aan te binden met Europese wetgeving tegen desinformatie, en de koers van president Trump te volgen. Maar de zorgen spelen al veel langer. „Er is veel aandacht voor de politieke dimensie van sociale media”, zegt Beerends. „Maar er is weinig oog voor de emotionele aspecten, die het moeilijk maken voor mensen om daadwerkelijk van die platforms af te gaan. Mensen hebben hun hele hebben en houden erop staan, hoe verwijder je dat zomaar allemaal?”
De emotionele waarde van sociale media is vooral te herleiden tot het verlangen om met zo veel mogelijk bekenden op één platform te zitten, ziet SETUP. De kwantiteit van sociale verbindingen is belangrijker dan de kwaliteit: de gebruiker verlangt naar veel connecties en ziet zijn eigen activiteit pas als waardevol als zo veel mogelijk mensen het kunnen zien.
Volgens SETUP zijn er genoeg alternatieve platformen die ons minder afhankelijk maken van Amerikaanse Big Tech én minder toxisch zijn. Overstappen doen gebruikers alleen niet, omdat ze daar te weinig connecties hebben. Daarnaast verdienen steeds meer mensen en organisaties geld met hun zichtbaarheid op sociale media, wat het voor sommige ondernemers zelfs haast onmogelijk maakt om over te stappen.
Het laten zien van foto’s kan ook in het echt, en dan heb je tenminste een gesprek
Cultureel erfgoed
„Veel gebruikers zijn zich niet bewust van het emotionele aspect”, zegt Beerends. „Met het Facebookmuseum wilden we voorkomen dat nieuwe generaties in de armen van een volgende tech-oligarch worden gedreven, zónder hun enthousiasme voor de netwerksamenleving te beknotten. Daarnaast is een Facebookaccount niet alleen een spiegel van onszelf, maar ook een reflectie van een bepaalde periode uit onze digitale geschiedenis. Het is daarom bijna als cultureel erfgoed te bestempelen. Hoe we dat erfgoed willen herinneren en wat Facebook voor ons is geweest mag niet alleen door Mark Zuckerberg bepaald worden.”
Hoe gehecht gebruikers zijn aan hun socialemedia-accounts is te zien aan de torenhoge streaks (reeksen) die sommigen in stand houden. Op Snapchat ontvang je een streakpunt voor elke dag dat jij en je vrienden een foto naar elkaar sturen. Op BeReal ontwikkel je deze streak door dagelijks een post te plaatsen. Marit Chrispijn-Overdevest (24) heeft een streak van meer dan 1.100 dagen op haar BeReal-account. „Het is een soort online dagboekje. Je hebt van elke dag een herinnering en je ziet precies hoe je als persoon verandert.”
BeReal is een Franse app die tegen de ‘picture-perfect’-sfeer op sociale media ingaat. Maar net als andere platformen wil het bedrijf geld verdienen door gebruikersdata te delen met adverteerders. Gebruikers krijgen elke dag op een willekeurig tijdstip een melding waarop ze een spontane, ongefilterde foto moeten plaatsen. „Ik vind het heel leuk dat je elke dag een soort geforceerde herinnering hebt. En door het willekeurige tijdstip krijg je echt een inkijkje in iemands dag.”
Dit unieke concept maakte de app snel populair. Toch verlaten veel gebruikers BeReal nu weer. „Veel van mijn vrienden zijn niet meer actief, jammer genoeg”, zegt Chrispijn-Overdevest. „Ik gebruik de app nu vooral voor de herinneringen. Ik probeer los te komen van de overvloed van berichten en meldingen op sociale media, en BeReal is daarin minder toxisch. Als nog veel meer vrienden de app verlaten, zou ik misschien ook mijn account verwijderen. Maar ik zou dan wel eerst checken van welke herinneringen ik nog een backup wil maken.”
‘Tracking cookies’ met cranberrysmaak in het Facebookmuseum. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP
Tien jaar aan herinneringen
Het opgeslagen archief van socialemediaplatforms vormt voor velen een reden om emotionele waarde te hechten aan hun accounts. Sanne Cronau (24) heeft bijna tien jaar aan Snapchat-herinneringen opgeslagen. Dit zijn foto’s en video’s die door de gebruiker bewust zijn bewaard. De app speelt in op de memorabele waarde door de gebruiker dagelijks terug te laten blikken op foto’s van een of meerdere jaren geleden.
„Het is gewoon leuk om herinnerd te worden aan wat je een jaar geleden aan het doen was”, zegt Cronau, die wekelijks wel even haar Snapchat-herinneringen bekijkt. „Dat archief vormt een soort memory lane. Ik zou het echt zonde vinden als dat ineens weg is.” Het gevoel iets te missen, wat door Gen-Z ‘FOMO’ is gedoopt (Fear Of Missing Out), speelt daarbij ook een rol. „Als ik twee weken niet op Snapchat heb gekeken, heb ik eigenlijk geen idee wat mijn vrienden allemaal aan het doen zijn. Als ik niet online ben, is de rest wel online. Je loopt dan gewoon achter.”
Niet iedereen hecht emotionele waarde aan sociale media. Joost Plugge (24) zette zijn Instagram-account op non-actief omdat hij zich realiseerde dat de connecties voelden als ‘schijncontact’. „Ik miste het echte contact heel erg. Je ziet wel een foto van iets of iemand, maar het verhaal en het gesprek eromheen mist.” Plugge heeft inmiddels zijn accounts van bijna alle platforms verwijderd. „Instagram is een makkelijke tool om op de hoogte te blijven van vrienden, maar een appje of belletje kan dit makkelijk vervangen en dat maakt het contact persoonlijker.”
Een echt gesprek
Plugge groeide op met sociale media, waardoor dit besef bij hem pas later kwam. „Vroeger waren sociale media ook een manier om erbij te horen: je wilt laten zien hoe leuk je leven is. Nu ben ik daar minder gevoelig voor Natuurlijk vormt je account wel een soort logboek van je leven, maar of het echt mijn leven weerspiegelt weet ik niet. Het laten zien van foto’s kan ook in het echt, en dan heb je tenminste een gesprek. Ga eens na met wie je op sociale media echt contact wilt houden en ga het gesprek met ze aan. Dan zul je zien dat al die apps niets toevoegen aan je leven.”
Altijd weer een gezellig moment. Je bent thuis, waar je Douwe Egberts drinkt en denkt: wat zou het kosten inmiddels? 8,99 voor 500 gram filterkoffie, zestig kopjes uit een pak ongeveer… 15 cent voor een klein kopje, 30 cent voor een mok?
Vandaag kwamen de halfjaarcijfers van moederbedrijf JDE Peet’s, dat al maanden in de clinch ligt met de supermarkten omdat de brander hogere prijzen vraagt. Supermarkten en leveranciers vechten om elke cent van de marge. Bij de presentatie bleek: JDE Peet’s, in Nederland ook bekend van Senseo en Pickwick-thee, is hier het laatste halfjaar goed uitgekomen. De omzet steeg met 22 procent tot ruim 5 miljard euro, bijna helemaal door verhoging van de prijzen. De operationele winst steeg met 2,2 procent naar 402 miljoen – ondanks de hoge inkoopprijzen van ongebrande koffiebonen.
Die winst viel hoger uit dan analisten hadden verwacht. Wie betaalt dan de prijs van duurdere koffie?
Onzekere tijden op de koffiemarkt
Het zijn woelige tijden voor alle koffiemultinationals. Vorige week was het te zien bij Nestlé (onder meer van Nescafé en Nespresso), dat klaagde over dalende vraag en het moest doen met 6 procent groei in de koffie-omzet. Koffieketen Starbucks heeft nog meer last van zuinige klanten: de winkelverkoop daalde daar de afgelopen maanden met 2 procent. Natuurlijk willen ze de prijzen liever niet verhogen, zei topman Brian Niccol, waarmee hij impliciet toegaf dat het soms niet anders kan.
De oorzaken van hogere koffieprijzen zijn al veel genoemd: extreem weer zorgde de afgelopen jaren voor tegenvallende oogsten in Vietnam en Brazilië, die samen de helft van alle koffie produceren. Tegelijkertijd groeit de wereldvraag naar koffie nog steeds. En in onzekere tijden speculeren handelaren op schaarste in de toekomst: ook dat drijft de prijzen op.
De handelsprijzen voor arabica en de goedkopere robusta bereikten begin dit jaar een piek. Ze zijn daarna gedaald, met het uitzicht op betere oogsten. De koffie zou dus best goedkoper kunnen worden, liet het AD marktexperts maandag nog voorrekenen. Dat zou dan een breuk zijn met de koers van JDE Peet’s, dat eind juni zijn adviesprijzen nog met 15 tot 25 procent verhoogde.
De internationale koffiemarkt slingert bovendien nog steeds heen en weer. Donald Trump maakte handelaren begin deze maand nerveus door te dreigen met importheffingen van 50 procent op producten uit Brazilië. Weliswaar treft dat vooral Amerikaanse koffiedrinkers. En mogelijk is de EU spekkoper als koffieproducerende landen nieuwe afzetmarkten zoeken voor hun bonen. Maar de verwachting is dat branders hun prijzen in een wiebelige markt niet snel verlagen.
Branders en retailers kijken wel uit al te snel hogere prijzen door te voeren
Consumenten zien prijsveranderingen op de wereldmarkt bovendien altijd met vertraging op de kassabon: bonen die maanden geleden duur zijn verhandeld, bereiken nu pas de schappen. En branders en retailers kijken wel uit al te snel hogere prijzen door te voeren. Het laatste dat ze willen, is de consument afschrikken en marktaandeel verliezen.
Luxe koffie blijft goed verkocht
Voor een pondspak Aroma Rood van Douwe Egberts vragen supermarkten nu 8 tot 9 euro. De prijs zal nog door de 10-eurogrens breken, kondigde JDE Peet’s eind juni aan. Filterkoffie staat altijd in de schijnwerpers. Een beetje buiten beeld blijft intussen hoe duur bonen en vooral de cupjes zijn geworden.
Rob Steverink, koffiehandelaar met een supermarkt in de Duitse grensregio, ziet prijsbewuste klanten overstappen naar gemalen koffie. „Ik wil niemand veroordelen, maar je houdt jezelf wel voor de gek als je 47 cent voor een kopje Nespresso-koffie betaalt. Voor 6 cent kun je met een mokkapotje ook geweldige koffie drinken.”
Cijfers van marktonderzoeksbureau Circana laten zien dat alle koffievarianten de afgelopen jaren in prijs stegen, maar in euro’s werden cupjes veel duurder dan minder luxe varianten. En opvallend: de verkoop stort niet in. Consumenten mogen klagen over de prijzen – veel mensen met een Nespresso-apparaat blijven hun favoriete koffie drinken.
Lage marges, hoge kosten
Wie verdient er eigenlijk aan de duurdere koffie? Supermarkten klagen over lage marges, producenten over hoge kosten. Tegelijk zegt JDE Peet’s zich te blijven inzetten voor „het creëren van waarde in de hele toeleveringsketen”. Betekent dit dat de koffieboeren in deze markt ook betere prijzen beuren?
Voor hun inkomen zijn 12,5 miljoen boeren, 90 procent met minder dan drie hectare, afhankelijk van koffie. Ze zijn met veel, maar marktmacht hebben ze niet. En hoewel ze met hun koffiebessen een groot deel van de waarde van het eindproduct creëren, krijgen ze voor hun aandeel veel minder betaald, rekent Solidaridad voor, met andere organisaties die zich inzetten voor eerlijke handel.
Neem een pak gemalen koffie dat in een Duitse supermarkt 8,06 euro kost – een voorbeeld van Solidaridad. Na aftrek van alle kosten en belastingen valt in de keten 75 cent te verdelen. De marges zitten in dit model bij retailers (19 cent) en koffieproducenten (9 cent). Aan het begin, bij de handelaren die de koffie verzamelen en exporteren, zijn de marges veel dunner, maar daar zorgen grote volumes voor goede verdiensten.
Bij de boer is helemaal geen sprake van winstmarges, omdat die voor arbeid vaak niet betaald krijgt en de inkomsten de ware kosten niet dekken. Van een pak koffie van 8,06 euro krijgen de boeren maar 41 cent. Van die inkomsten moeten ze hun gezin onderhouden en al hun kosten betalen.
Verandert dat niet als de prijzen veranderen? Weliswaar heeft Duitsland een koffiebelasting die Nederland niet heeft, en is koffie in Nederland gemiddeld iets goedkoper. Ook kunnen de marges in het gevecht tussen retailers en branders nog iets verschuiven. Maar, zegt Solidaridad, aan de oneerlijke verdeling in de koffieketen verandert dat weinig. Van hogere prijzen profiteren boeren nauwelijks.
Het duurt lang voordat hoge prijzen doordruppelen naar de boer
Hoe dichter de koffie bij de consument komt, hoe meer waarde eraan wordt toegevoegd: door er een merknaam op te zetten, het in pads of cupjes te stoppen, er reclame voor te maken en er schapruimte voor vrij te maken. Met elk dubbeltje extra groeit de marge. Maar voor het inkomen van de meeste kleine boeren maakt het nauwelijks verschil of zijn koffie terechtkomt in dure cupjes of een pak Aroma Rood.
Koffie is een bulkproduct, en boeren bepalen de prijs niet. Ze zijn afhankelijk van wat de koper betaalt, licht Melanie Rutten-Sülz, directeur van Solidaridad Duitsland telefonisch toe. „Het duurt lang voordat hoge prijzen doordruppelen naar de boer. Bovendien stijgen niet alleen de koffieprijzen, maar ook de kosten voor kunstmest en pesticiden en van het levensonderhoud van boeren. Ze houden dus niet meer over.”
De koffieprijs gaat zeker stijgen
Grote koffiemultinationals schermen vaak met programma’s voor eerlijke prijzen. Toch doen ze te weinig, vindt Solidaridad, om de inkomens van boeren structureel te verbeteren. De hogere kosten waar branders voor staan, worden niet zelden als excuus gebruikt om niets aan de beloning van boeren te doen.
De druk van concurrenten, supermarkten en aandeelhouders is ongetwijfeld groter dan die van bijvoorbeeld de baas van de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de VN, die afgelopen week nog opriep tot een „transformatie van de waardeverdeling” in de koffieketen. Daarbij wees hij er nog maar eens op dat de helft van de kleinschalige boeren van minder dan 3 euro per dag leeft. En dat onder invloed van klimaatverandering tegen 2050 nog maar de helft van het huidige areaal geschikt is voor koffieplantages.
De prijs van koffie voelt hoog voor consumenten, maar zou nog hoger zijn als in de hele keten alle kosten – voor arbeid, uitstoot, vervuiling etcetera – in rekening werden gebracht. En ook zonder ingrijpen, waarschuwen experts, zal de prijs gaan stijgen. Naarmate oogsten onzekerder worden, zullen de groene bonen duurder worden.
Hoe dan ook, zegt Rutten-Sülz van Solidaridad: „De tijd van goedkope koffie is voorbij.” Branders moeten uitleggen wat de waarde van hun koffie is, zegt ze. „Koffiebessen worden met de hand geplukt, de teelt vraagt veel van een boer. Die waarde moeten producenten inzichtelijk maken voor de consument.”