Op het terrein van een ranch van een Mexicaans drugskartel zijn afgelopen week drie verbrandingsovens, botresten en tweehonderd paar schoenen gevonden. Dat melden internationale persbureaus donderdag. De vondsten zijn gedaan in de buurt van Guadalajara, een stad in het westen van Mexico. De ontdekking wordt in verband gebracht met de moord en verdwijning van tientallen tot honderden personen die de afgelopen jaren vermist zijn geraakt.
De locatie werd een week geleden gevonden door de Guerreros Buscadores de Jalisco, een van vele actiegroepen die zoeken naar vermisten in het land. Zij ontvingen een anonieme tip, waarna ze de vondst met onder meer scheppen en pikhouwelen hebben uitgegraven. Mexico telt in totaal bijna 124.000 vermiste mensen, blijkt uit overheidscijfers. De vermissingen worden voornamelijk in verband gebracht met drugsgeweld.
De plek van de vondst werd in september 2024 nog onderzocht door de lokale politie. Daarop zijn tien leden van het kartel gearresteerd, werden twee gijzelaars bevrijd en is een in plastic gewikkeld lichaam gevonden. Vervolgens werd met onder andere een graafmachine en honden gezocht naar aanwijzingen. Na het politieonderzoek zijn geen berichten over grootschalige vondsten naar buiten gebracht.
Via de openbaar aanklager van de staat Jalisco, waar de vondsten zijn gedaan, is de zaak terechtgekomen bij de Mexicaanse federale overheid. Op verzoek van president Claudia Sheinbaum valt het onderzoek nu onder het nationale Openbaar Ministerie. Volgens de hoogste openbaar aanklager van het land, Alejandro Gertz, kan de lokale overheid „onmogelijk niet op de hoogte zijn geweest” van wat zich op de locatie heeft afgespeeld. Gertz is al sinds decennia betrokken bij de bestrijding van drugsgeweld in Mexico.
Maandag stemde de Tweede Kamer voor een door de PVV ingediend amendement op de asielwet waardoor het asielbeleid nog een stuk strenger leek te worden. Er was een onverwachte meerderheid voor het strafbaar stellen van illegaliteit. Het bleek te gaan om ‘een misverstand’ aan de linkerkant. Er was verkeerd gepaird. Pairen zo werd ons later aan alle praattafels uitgelegd, houdt in dat een Kamerlid bij afwezigheid een ander Kamerlid zoekt die contrair stemt en afspreekt dat die dan ook niet bij de stemming aanwezig is. Dit gaat vrijwel altijd goed.
Nieuwsuur zocht Christine Teunissen van de Partij voor de Dieren op, het was haar niet gelukt om te pairen. Christine was tijdens de stemming in het Oosterpark in Amsterdam. „Bij de herdenking van ons verschrikkelijke slavernijverleden.” Ze legde de klemtonen op het woord ‘verschrikkelijke’. Bijna iedereen vindt ons slavernijverleden verschrikkelijk, het bijvoeglijk naamwoord was in feite overbodig, maar ze sprak het graag uit, zodat we konden horen dat ze toch echt aan de goede kant van de streep staat.
Dat was nodig want ze vond het ook ‘verschrikkelijk’ dat mede door haar afwezigheid bij de stemming het amendement toch was aangenomen, maar ze weigerde daarvoor de verantwoordelijkheid te nemen. Ze vond het gewoon stom dat er überhaupt gestemd was. Dat was respectloos naar Kamerleden zoals zij zelve, die wel de moeite hadden genomen om bij de herdenking van ons verschrikkelijke slavernijverleden te zijn.
Op de vraag van Nieuwsuur waarom ze niet gepaird had, antwoordde ze dat pairen een ongelooflijk ingewikkeld systeem is. Wat het niet is.
CT: Ik heb geprobeerd te pairen.
Nieuwsuur: Waarom is dat niet gelukt?
CT: Dat moet u andere partijen vragen.
Nieuwsuur: Niemand wil met u pairen?
CT: Ik heb het geprobeerd.
Nieuwsuur: Met wie dan?
CT: Ik heb geprobeerd te pairen.
Nieuwsuur: Met wie?
CT: Ik heb het geprobeerd.
Nieuwsuur: Waarom wilt u niet zeggen met wie?
Omdat Christine Teunissen helemaal niet geprobeerd had om te pairen, dat wist de interviewer ook wel. Hij had beet. Christine Teunissen hing aan de haak, maar bleef spartelen. Christine Teunissen vond het belachelijk dat er überhaupt gestemd was op de dag van Keti Koti. Zij was wel bij de herdenking in Amsterdam, daar hadden meer Kamerleden moeten zijn.
Door Christine Teunissen dreigde illegaliteit dus even strafbaar te worden. Dreigde. Want gisteren liet Henri Bontenbal weten dat het CDA de nieuwe asielwet juist vanwege het aangenomen amendement over het strafbaar stellen van illegaliteit niet meer zal steunen. Je zou kunnen zeggen: mede dankzij Christine Teunissen. Als zij wel haar best had gedaan om te pairen was de nieuwe strengere asielwet er toch gekomen. Is Christine Teunissen daarmee een uitgenaste politica? Ik had het de Partij voor de Dieren graag gegund, maar kijkt u vooral de uitzending van Nieuwsuur terug. Ze kan niet liegen. En niet pairen.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.
Bij mijn bloemenman op de markt plaatste ik ooit een heupprothese; dat ging niet goed – de steel groeide niet vast. Elke zaterdag zag ik hem mankend in zijn kraam rondlopen. Uiteindelijk volgde een heroperatie, uitgevoerd door een collega, die gelukkig wél slaagde. Toen ik hem na zijn herstel weer op de markt zag, voelde ik me bezwaard. Hij kwam meteen op me af en gaf me een mooi boeket. „Maar waarom?”, vroeg ik, verwijzend naar de mislukte operatie. Hij haalde zijn schouders op. „Ach, bij mij zit er ook wel eens een verlept bosje tussen.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Het gebruik van een stroomstootwapen door de politie geeft „een geringe kans op ernstig letsel” bij de persoon die wordt ‘getaserd’. Incidenteel komt ernstig letsel voor, zoals botbreuken of hoofdletsel.
Dat blijkt uit onderzoek van het onderzoeksinstituut Nivel en de onderzoeksgroep forensische geneeskunde van GGD Amsterdam, dat deze donderdag wordt aangeboden aan demissionair minister David van Weel (Justitie en Veiligheid, VVD). „Het blijft nu eenmaal een wapen en daar zitten risico’s aan”, zegt Nivel-onderzoeker Michel Dückers. „Mensen die getaserd worden, verliezen de controle over hun spiermassa en vallen. Dan kun je lelijk terechtkomen, bijvoorbeeld op een trottoirband.” Het is wereldwijd het eerste praktijkonderzoek naar de medische effecten van het gebruik van het stroomstootwapen, dat sinds 2022 landelijk door de politie wordt ingezet.
De taser wordt jaarlijks bijna duizend keer gebruikt, en daarnaast wordt er nog zo’n twee- tot drieduizend keer mee gedreigd. Daarmee is het „geen uitzonderlijk geweldsmiddel, maar een regulier onderdeel van de wetshandhaving geworden”, stellen de onderzoekers in het rapport. Marjolein Smit, landelijk coördinator geweld bij de politie, zegt dat het stroomstootwapen „veel toevoegt, ook door de de-escalerende werking. „Het dreigen ermee werkt al intimiderend.”
De taser werd in de periode 2022-2024 vooral ingezet in stedelijk gebied in het westen van het land. Dat gebeurde bij mensen die zich gevaarlijk of agressief gedroegen, of die wapens gebruikten. In bijna de helft van de gevallen werd het stroomstootwapen gecombineerd met bijvoorbeeld pepperspray.
Pijltjes met stroomdraad
Het stroomstootwapen van de politie, de Taser X2, heeft twee standen: de schietmodus en de schokmodus. In de schietmodus vuurt het wapen twee pijltjes af, die met een stroomdraad met het wapen verbonden blijven. De pijltjes blijven vastzitten in de huid of kleding en geven een aantal korte stroomstoten per seconde af. In de schokmodus wordt het stroomstootwapen direct op de huid van iemand gezet, die op die manier een korte pijnprikkel krijgt.
Oud-minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) besloot eind 2019 dat de politie tasers mocht gaan gebruiken. Hij zei destijds dat het wapen gebruikt kon worden in situaties waar pepperspray niet toereikend is, maar een vuurwapen te ver gaat. Het besluit was niet onomstreden. Zo waarschuwde mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International voor ernstige medische risico’s; Nationale ombudsman Reinier van Zutphen zei dat de politie zich „heel bewust” moest zijn van de impact van de taser.
Lees ook
De taser komt. Wat zijn de risico’s?
Op verzoek van Grapperhaus gaf de korpschef van de politie daarom Nivel en GGD Amsterdam de opdracht drie jaar lang de effecten onafhankelijk te monitoren. In vrijwel alle regio’s van het land werden mensen die waren ‘getaserd’ onderzocht door forensisch artsen. Ook leverden ziekenhuizen, de Rijksrecherche, het Nederlands Forensisch Instituut en The Maastricht Forensic Institute informatie aan.
Schaafwonden en kneuzingen
Uit dat onderzoek blijkt nu dat de inzet van de taser zelden leidt tot letsel waarvoor behandeling in het ziekenhuis nodig is. Forensisch artsen constateerden dat 94 procent van de ‘getaserden’ geen of gering letsel had, zoals schaafwonden of lichte kneuzingen. Zes procent had wel ernstig letsel en moest alsnog naar het ziekenhuis.
Soms moesten pijltjes worden verwijderd die vast bleven zitten of die op delicate plekken als de geslachtsorganen of in het gezicht terecht waren gekomen
Van de groep getaserden die direct naar het ziekenhuis gingen – en dus niet eerst langs de forensisch arts – had tweederde last botbreuken, kaakbreuken of licht hoofdletsel. Soms moesten pijltjes worden verwijderd die vast bleven zitten of die op delicate plekken als de geslachtsorganen of in het gezicht terecht waren gekomen. Volgens het onderzoek zijn zes personen overleden bij een arrestatie waarbij ook een taser werd gebruikt. Bij vijf van hen speelde de taser geen rol bij het overlijden, bij een heeft het „mogelijk in geringe mate een rol gespeeld, doordat het toedienen van stroomstoten mogelijk kan hebben bijgedragen aan een versnelling van de hartslag en/of verhoging van de bloeddruk.”
De onderzoekers zagen ook dat mensen tussen de 18 en 25 jaar een verhoogd risico op letsel hebben, bijvoorbeeld omdat ze zich bij hun aanhouding vaker fysiek verzetten of proberen te vluchten. Ook mensen die verward gedrag vertonen of onder invloed zijn van drugs of alcohol hebben meer kans op letsel.
Psychische effecten
De onderzoekers constateren verder dat er beperkt beeld is van de psychische impact en de langetermijngevolgen van de inzet van het stroomstootwapen. Dat geldt zeker voor kwetsbare mensen die direct daarna naar een ggz-instelling zijn gebracht of daar al verbleven. Wel staat in het onderzoek dat het gebruik van tasers „als ingrijpend kan worden ervaren. Het ontbreken van nazorg en informatie na de gebeurtenis lijkt daarnaast gevoelens van angst, wantrouwen en onbegrip te versterken.” Volgens Nivel-onderzoeker Dückers is op het gebied van informatie en nazorg nog winst te behalen: „Dat krijgt niet iedereen, blijkt uit gesprekken met ‘getaserden’.”
Vergelijkingen met de risico’s van andere wapens die de politie gebruikt, zijn lastig; er is geen onderzoek gedaan naar de medische gevolgen van bijvoorbeeld wapenstok of pepperspray. Marjolein Smit van de politie wijst erop dat wapenstokken „harde dingen” zijn en meer kans op letsel geven. Pepperspray heeft voor de politie het nadeel dat het niet binnen gebruikt kan worden, niet als het hard waait, en dat een kwart van de mensen er minder gevoelig voor is.
Lees ook
‘Leg het wapen neer, of ik ga stroom gebruiken. Dat wilt u niet’