Opinie | Vechten voor een betere wereld is altijd spiritueel werk

De wereld glijdt het fascisme in, en het heeft allemaal iets diep mythisch. Alsof onze collectieve schaduwen het podium op stappen en er even een paar Sieg Heils uit gooien. De duisternis die al heel lang in het hart van onze systemen besloten ligt, is nu makkelijk te voelen. Losgeslagen kapitalisme en fascisme als mondiale haat- en doodscultus, die de wereld leegzuigt als een vampier.

Nogal metal woordgebruik voor NRC. Maar dat is het punt. Een kernvaardigheid van fascistische bewegingen is het gebruik van extreme taal, symbolen, rituelen en acties om emotionele energie om te zetten in politiek kapitaal. Fascisten begrijpen hiermee iets over mensen dat veel mensen in de status quo en in linkse en progressieve kringen vaak niet lijken te willen accepteren.

De Amerikaanse cultuurwetenschapper Stephen Duncombe zegt in zijn boek Dream (2007) dat Realpolitik droompolitiek moet zijn. Als we zogenaamd ‘realistisch’ willen zijn over politiek, dan moeten we accepteren dat mensen wezens van mythe, droom en fantasie zijn. Er bestaat een diepgewortelde scepsis onder progressieve bewegingen jegens deze diepere laag die eigenlijk continu onder alles doorstroomt. Maar om een toekomst te bevechten heb je een toekomst nodig, zoals futurist Scott Smith het zegt. En die toekomst moet diepe emotionele wortels hebben.

Drijvende kracht

Een enorme bron van emotionele energie die tot nu toe vaak onaangesproken blijft, in ieder geval in de progressieve politiek, is spiritualiteit. In de VS is geloof al decennia een drijvende kracht achter rechtse politiek. Een christelijk-fascistische beweging heeft daar met succes belangrijke politieke posities en macht verworven.

Spiritualiteit en geloof kunnen een angstaanjagende kracht zijn. Mensen die diep geloven, kunnen zo ongeveer alles doen, en vaak veel weerstaan. Geloof kan onderdrukkend zijn, of juist bevrijdend.

Zoals antidemocratische middelen onlosmakelijk verbonden zijn met extreem-rechtse en fascistische bewegingen, gaat echte spiritualiteit samen met het verlangen naar een betere wereld. Voor de vele onderdrukte groepen die overal ter wereld vechten voor de toekomst is dit altijd al duidelijk geweest. Maar veel westerse progressieve bewegingen – en met name de politiek – lijken deze verstrengeling niet te omarmen.

Wat is dan die ‘echte’ spiritualiteit? Dat ligt natuurlijk nogal aan je definitie, maar spiritualiteit kan beschreven worden als je één voelen met al het leven. Echte spiritualiteit betekent het leven dienen. Echte spiritualiteit betekent denken, voelen en leven in ecosystemen. Begrijpen dat alles met elkaar verbonden is en dat we er samen voorstaan.

En echte spiritualiteit moet vooral opkomen voor de zwakkeren. Ze moet dat ook daadwerkelijk doen, en niet alleen maar als leuk verhaal. Het betekent dat je bereid bent je status, je veiligheid en meer op te geven. Dan pas word je gevaarlijk voor de fascistisch-kapitalistische doodscultus.

Dit klinkt inderdaad nogal intens. Maar we hebben die spiritualiteit zelf óók nodig. De rauwe kracht die het ervaren van echte spiritualiteit opwekt, is nergens mee te vergelijken. Als we onszelf kunnen wortelen in het mysterie – wat dat ook voor ons betekent – vinden we de kracht om op te bloeien vol te houden, op te staan, offers te brengen, te vechten, en anderen te inspireren. Ik zie in spiritualiteit een wilde kracht die vlijmscherp en met een grijns door alle bullshit heen kan snijden. Een vurige levensenergie tegen die doodscultus.

Individueel belang

Een meer relationele spiritualiteit staat tegenover ogenschijnlijk spirituele praktijken die alleen maar in dienst staan van individueel belang, zoals Roxane van Iperen dat in haar boek Eigen welzijn eerst (2022) heeft beschreven. Spiritueel materialisme. Extreem-rechts heeft ook een deel van die wellness-achtige spiritualiteit gekaapt en geradicaliseerd.

Mooie ideeën over verbonden systeemspiritualiteit zie ik overal op kleinere schaal, maar het moet groter. Mensen als Joanna Macey werken al decennia aan ecologische spiritualiteit, en hun werk is invloedrijk, maar nog niet mainstream.

De nadruk moet liggen op het niet weten, geen dogmatische claims maken

Om wat voorbeelden te noemen: op sommige plekken hebben rivieren en andere natuur persoonsrechten gekregen, vaak door inspanningen van de oorspronkelijke bevolking en op basis van religieuze betekenis. Psychedelische ervaringen inspireren activistische bewegingen. Tijdens de verkiezingscampagne van de Braziliaanse president Lula liepen zowel organisaties van oorspronkelijke bewoners als progressieve kerken met hem mee, tegen de weerstand van conservatieve kerken in, met een boodschap voor ecologische bescherming.

Maar hoe kan dit in het spiritueel ingeslapen Nederland? De nadruk moet, denk ik, liggen op mysterie – op niet weten. Geen dogmatische claims maken, en nederig zijn in het aangezicht van het universum. Spirituele tradities hebben een lange geschiedenis van niet-weten als basis van geloof; en ook voor de wetenschap is dit belangrijk. Daarnaast moet er echt ruimte zijn voor de diversiteit van persoonlijke ervaringen. Bovenstaande definitie van spiritualiteit kan ook echt net zo goed gelden voor atheïsten.

Op de Universiteit Utrecht zijn we het afgelopen jaar bezig geweest met een onderzoek naar ‘infrastructuren voor mysterie’. Hierbij spreken we mensen over hun diep persoonlijke relaties met het mysterie van het leven. We willen de diversiteit van ervaringen naar boven halen. Waar komen mensen het mysterie tegen? Wat brengt het hen? En wat hebben ze nodig voor een leven waarin die ontmoeting meer wortels kan krijgen? Welke fysieke, financiële en institutionele infrastructuren hebben we nodig om een maatschappij te verwezenlijken waarin het wonder van het leven een centrale plaats krijgt, in al zijn diverse belevingen?

In ons onderzoek hebben mensen het over hun relaties met de natuur, over relaties met anderen, over muziek, drugs op feesten, meditatie. Maar ook over de grote tegenslagen in het leven, de dood van mensen om zich heen, het verliezen van een baan, liefdesverdriet, overspannenheid. En hoe vrienden, werkgevers, familie ze daar doorheen hebben geholpen. Een persoon beschreef een spirituele ervaring bij een tweedehands autodealer.

Diepere laag

Het gaat hier dus minder over spirituele dogma’s, en meer over spirituele infrastructuur voor wat mensen echt ten diepste zelf ervaren, met zichzelf als kompas. Mensen hebben het over ontmoetingsplekken, over tijd en netwerken die nodig zijn om de diepere laag te raken, en de kracht en moed te vinden om bij te dragen aan verandering.

Verander de infrastructuur en je verandert wat mensen doen, en daarmee de samenleving. Extreemrechts weet dit ook. Daarom wordt nu alles afgebroken.

De Eckhart Tolles van deze aarde verkochten miljoenen boeken, en spirituele influencers lopen binnen, maar hoe zou dat eruit zien als hun boodschap niet kon worden omgebogen naar individualisme? Hoe zou de politiek eruit zien, ook in Nederland, als ze meer risico neemt met het aanspreken van spiritualiteit?

Het gaat er niet om mensen een spirituele ideologie in te sleuren, met alle gevaren van dien. Maar wel om meer ruimte te geven aan onze eigen belevingen – er samen bij stil te staan hoe fucking raar dit hele kosmische spel is.