De Amerikaanse acteur Gene Hackman is overleden aan de gevolgen van een hartziekte en leed daarnaast aan de ziekte van Alzheimer. Dat meldden de autoriteiten van New Mexico vrijdag op een persconferentie. Zijn vrouw Betsy Arakawa overleed waarschijnlijk al een week eerder aan de gevolgen van een hantavirus, dat wordt overgedragen door knaagdieren.
De 95-jarige Hackman en zijn 64-jarige vrouw werden eind februari dood aangetroffen in hun woning in Santa Fe in New Mexico. De politie vond de omstandigheden „verdacht genoeg” voor een onderzoek. Maar daaruit is nu dus gebleken dat beiden een natuurlijke dood stierven.
De kans is groot dat Arakawa op 11 februari is overleden, omdat er na die datum geen communicatie van haar is gevonden. De pacemaker van Hackman registreerde rond 18 februari geen activiteit meer, dus het is volgens de autoriteiten aannemelijk dat hij rond die tijd stierf.
Medisch specialist Heather Jarell wijst erop dat Hackman vanwege zijn Alzheimer niet goed meer functioneerde. „Het is heel goed mogelijk dat hij niet wist dat zijn vrouw was overleden”, zei Jarell op de persconferentie.
Volgens sheriff Adan Mendoza leidde het koppel de laatste jaren een erg teruggetrokken leven en verkeerden ze in slechte gezondheid. De hond die ook dood werd aangetroffen in hun woning is waarschijnlijk gestorven aan verhongering.
Gene Hackman was een gevierd acteur en won Oscars voor zijn hoofdrol in The French Connection (1971) en zijn bijrol in Unforgiven (1992). In 2004 beëindigde hij zijn acteercarrière. Zijn vrouw Betsy Arakawa was klassiek pianiste.
Lees ook deze necrologie
No-nonsense-acteur Gene Hackman grossierde in mannen met gezag
We gingen in gezinsverband naar het rampgebied, het door een vuurzee getroffen centrum van mijn geboortestad Arnhem. Ik moest met eigen ogen controleren of vishandel Gamba, bekend van de heerlijke haring, en Hijman Ongerijmd, de beste boekhandel van het land, echt gespaard waren gebleven.
Ja, ze stonden er nog! Al was de boekhandel nog gesloten. Volgens bedrijfsleider Marleen, een lieve boekenwurm die inmiddels zo vergroeid is met haar werkplek dat ze de muren en alle boekenrekken na het sein brandmeester wilde knuffelen en voelen, vanwege de instabiliteit van de omliggende panden.
Eerlijk: het middeleeuwse karakter van de verwoeste panden was mij nooit eerder opgevallen, maar oog in oog met de verkoolde restanten voelde ik de historie. „Daar”, wees een Arnhemmer, „daar stond eerst een middeleeuwse muur.”
Nergens weten ze zich beter te handhaven in tijden van rampspoed dan in Arnhem. Dan rechten de ruggen zich, dan zijn ze allemaal één. Het nieuwsbericht dat de brandweerkazerne de afgelopen dagen was overspoeld met taarten, soesjes en pizza’s ontroerde me. Niet weten hoe je je dankbaarheid moet tonen en dan maar voedsel gaan bestellen.
De Arnhemmers die ik trof waren ongebroken, alsof niet hun voorouders, maar zij zelf voor wel hetere vuren hadden gestaan. Ze waren trots. Op de inzamelingsacties voor de getroffen Arnhemmers, op de Arnhemse brandweerlieden die erger hadden voorkomen, op alle Arnhemse hulpverleners, op het vele hekwerk waarmee iedereen op afstand werd gehouden, op Vitesse, ja zelfs op dagblad De Gelderlander dat alle verloven had ingetrokken. De redactie was zelf ook trots op het eigen arbeidsethos. Adjunct-hoofdredacteur Niki van der Naald schreef een reportage over haar onvermoeibare collega’s, waarmee de krant opeens meer Arnhems werd dan ooit tevoren. Bescheiden, maar toch nadrukkelijk aanwezig. Een niet te missen voetnoot in de geschiedschrijving. Een deel van de verslaggevers was blijven hangen in de binnenstad, ik ontmoette er zondagmiddag twee. Ze scharrelden rond met blocnotes nonchalant in de hand, helemaal paraat voor het geval er onverwachts nog meer groot nieuws zou ontstaan.
Ondertussen heeft de politie drie mannen aangehouden die de brand misschien hebben veroorzaakt, onder hen twee Arnhemmers. De mensen die ik sprak waren vooral trots op het speurwerk van de Arnhemse politie. Meteen de overdrijving, meteen een hele diepe buiging voor het Arnhemse gezag. We groeien in onze rol, we worden steeds specialer, was iedereen maar zoals wij.
Marcel van Roosmalen schrjft op maandag en donderdag een column
Na de geruchtmakende plofkraak in januari dit jaar heb ik maar weer eens een bezoek gebracht aan het Drents Museum in Assen. Er is een tentoonstelling over figuratieve kunst. Uit de tentoonstelling gekomen lees ik in het gastenboek: „Zal het nooit weer doen…” Waaronder iemand anders heeft geschreven: „Heb een alibi en ook een VOG!”
Michel Berends
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Twee beveiligers kreeg premier Mark Rutte altijd mee, toen hij in 2008 ook ging lesgeven op een school in de Schilderswijk in Den Haag. „Maar hij stuurde ze altijd meteen weg voor een blokje om of een kop koffie”, vertelt oud-leerling Hafsa El Bouddounti (30) aan de telefoon. Oud-scholier Anar Mammadov (21): „Rutte voelde gewoon als een van de docenten. Het verraste mij hoe aardig en grappig hij was. Ik mocht hem ‘Meester Mark’ noemen.”
Stuk voor stuk omschrijven ze docent Rutte als benaderbaar en betrokken, de oud-leerlingen van de Johan de Witt Scholengroep (vmbo tot vwo) waar de premier les in maatschappijleer ging geven. Een „zwarte school” noemde Rutte het zelf eens in 2010; veel (oud-)leerlingen hebben een migratieachtergrond.
Polarisatie
Roos van Ees, die ook de podcast Mijn Schuld maakte (voor NRC en de Standaard) maakte de driedelige documentaireserie Kinderen van Rutte, waarin oud-leerlingen terugblikken op zijn lessen. Ze sprak samen met researcher Karen Al meer dan tachtig oud-leerlingen. Over Rutte als leraar, maar ook over hun eigen levens tijdens en na hun schooltijd onder de kabinetten-Rutte. Over thema’s als kansenongelijkheid, wonen, studiefinanciering en polarisatie. Ook in die zin zou je zijn oud-leerlingen ‘Kinderen van Rutte’ kunnen noemen.
„Als ik ze vroeg of de politiek hen raakt, antwoordden veel oud-leerlingen ‘nee’”, vertelt Van Ees aan de telefoon. „Dat was voor hen tijdens de opnames ook een realisatieproces.”
Rutte maakte als VVD-politicus geen publiciteitsstunt van zijn docentschap. Hij sprak in het openbaar „maar een handjevol keren” over het lesgeven, bevestigt Van Ees. „Het was voor hem vooral een privéaangelegenheid, dat blijkt tevens uit zijn overweging om niet mee te werken aan deze documentaire.”
„Ik heb twee passies: politiek en onderwijs”, zei Rutte erover voor de klas. Zelf deed hij gymnasium-A aan het Maerlant-Lyceum in Den Haag, en studeerde hij daarna geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Ook nu Rutte geen premier meer is maar NAVO-baas geeft hij nog steeds les, volgens Van Ees. Op vrijdagen, dat kon eerst nooit wegens de ministerraad.
De documentaire laat zien dat Rutte niet alleen in de politiek, maar ook voor de klas graag allerlei maatschappelijke discussies voerde. Daarbij ging het geregeld over Nederlandse normen en waarden, en soms ook over typische VVD-thema’s. Je ziet het terug aan de titels van de drie afleveringen: De Nederlandse droom, De hardwerkende Nederlander, en natuurlijk Een gaaf land, zoals Rutte Nederland vaker heeft genoemd.
Invechten
„Rutte vroeg altijd of je een doorzetter was. Hij vond ook dat je je als migrant moest invechten tussen de ‘hardwerkende Nederlanders’,” zegt oud-leerling Roksana Manowska (27). Ze was zelf een nieuwkomer uit Polen en had moeite met Ruttes idee over ‘invechten’ in de samenleving. „Wat betekent dat? Hij liep niet met ons mee op straat om te zien hoe we daar als ‘buitenlander’ werden behandeld.”
Ook oud-leerling Hafsa El Bouddounti voelde zich door Ruttes opvatting over ‘meedoen met Nederlanders’ juist in een „uitzonderingspositie” geplaatst, zegt ze. Zij draagt een hoofddoek en vertelt in de documentaire over haar ervaringen met arbeidsdiscriminatie. „Rutte heeft onze derdejaars mavo-klas weleens verteld dat geen enkele antidiscriminatiewet de ervaringen uit de praktijk kan veranderen”, zegt ze.
„Het is problematisch als de premier van het land het idee van invechten gaat normaliseren”, vindt documentairemaakster Van Ees zelf. „De verantwoordelijkheid komt dan te liggen bij jongvolwassenen met een migratieachtergrond.”
Als docent maatschappijleer had Rutte zijn opvattingen over integratie best ook wat „tegenkleur” kunnen geven, zegt ze. „Termen zoals ‘de participatiesamenleving’, daar hoef je bij deze oud-leerlingen uit de Schilderswijk niks over te vertellen. Zij zijn daar met hun zorgtaken, zoals het vertalen van overheidsbrieven aan hun niet-Nederlandssprekende ouders, allang onderdeel van.”