Frederieke Leeflang stopt als voorzitter van de NPO, het bestuur van de publieke omroep. Dat heeft de raad van toezicht van de NPO dinsdag bekendgemaakt. Haar vertrek volgt op een vorige maand gepubliceerd onderzoeksverhaal van het AD en onderzoeksplatform Investico, die tientallen (ex-)medewerkers interviewden. De meesten van hen spraken van een onveilig werkklimaat onder Leeflang. Haar voormalige rechterhand binnen de raad van bestuur, Paul Doop, sprak in een brandbrief aan de raad van toezicht van een „angstcultuur”.
Naar aanleiding van het artikel in het AD ging minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, NSC) vorige week in gesprek met Tjibbe Joustra, voorzitter van de raad van toezicht van de NPO. Joustra heeft de afgelopen jaren van de ondernemingsraad, een externe vertrouwenspersoon en Doop klachten gekregen over het gedrag van Leeflang. De minister reageerde bezorgd op de berichtgeving. Joustra heeft volgens het ministerie van OCW in het gesprek met Bruins toegezegd „op de kortst mogelijke termijn gepaste actie te ondernemen”.
‘Grote inzet’
De raad van toezicht meldde dinsdagavond dat Leeflang samen met de raad heeft besloten haar taken als bestuursvoorzitter neer te leggen. De raad bedankte Leeflang voor haar grote inzet voor de publieke omroep, en de NPO in het bijzonder. Ook de NPO leek in een reactie geen afscheid te nemen van een problematische voorzitter: „Frederieke heeft vanaf haar eerste dag bij de NPO het belang van de publieke omroep voorop gezet. We hebben dan ook veel respect voor het gezamenlijke besluit met de raad van toezicht om haar taken als bestuursvoorzitter neer te leggen zodat de publieke omroep door kan gaan met het uitvoeren van de belangrijke publieke mediaopdracht.”
Zelf laat Leeflang het bij deze verklaring: „Ik heb mij ruim drie jaar met hart en ziel ingezet met maar één belang voorop, dat van de publieke omroep. De publieke omroep staat voor grote opgaven en heeft een essentiële rol in onze samenleving. Het mag niet zo zijn dat discussie over mij dat belang in de weg staat.”
Eerder zei ze tegen het AD dat de klachten over haar harde bestuursstijl ongegrond zijn en voortkomen uit het feit dat ze probeert een einde te maken aan de onveilige werkcultuur binnen de NPO. „Mensen vinden soms dat ik heel duidelijk ben, bijvoorbeeld omdat ik dingen benoem”, zei ze. „Of omdat ik ze heb aangesproken op hun functioneren. Maar grensoverschrijdend? Nee.”
Precair moment
Het vertrek van Leeflang komt op een precair moment voor de publieke omroep, die voor ingrijpende bezuinigingen en hervormingen staat. Vanaf 2027 krijgt de publieke omroep ongeveer 160 miljoen euro per jaar minder op een begroting van ruim 960 miljoen. De verwachting is dat minister Bruins eind maart of begin april een brief stuurt aan de Tweede Kamer waarin de bezuinigingsplannen van het kabinet verder worden ingevuld. De NPO-voorzitter speelt een belangrijke rol bij de invulling van de bezuinigingen en de digitale transitie. NPO-bestuurders vrezen dat dit door Leeflangs vertrek vertraging oploopt.
De raad van toezicht van de NPO liet dinsdag weten op korte termijn met meer informatie te komen „over de tijdelijke invulling naast het huidige bestuurslid Lucien Brouwer zodat de publieke omroep zich weer volledig kan focussen op de koers die onder Frederieke is ingezet voor de invulling van de digitale transitie en de focus op een toekomstbestendige publieke omroep”.
Lees ook
Minister Bruins in gesprek met toezichthouder NPO over werkcultuur onder voorzitter Leeflang
Voormalig GroenLinks-gemeenteraadslid Marianne Schouten wist dat ze een risico nam door als vorm van protest weg te blijven bij de maandagse raadsvergaderingen in Enschede én openlijk, via Facebook, kritiek te leveren op een fractiegenoot. Haar fractiegenoot is lid van de oppositie, maar zou „wel erg graag goede vrienden” willen zijn met het college, vindt Schouten. Ook zou hij niet openstaan voor teambuildingsactiviteiten in de fractie.
Maar dat ze een dag na het uitroepen van de staking uit de GroenLinks-fractie werd gezet, vond Schouten wel erg rap. Eigenlijk verwachtte – en hoopte – ze dat de fractie zou vragen: wat vind je niet goed gaan? Hoe moet het beter? „Een type raadslid als ik zou ik graag in de fractie hebben.” Daarom vroeg ze voor de zekerheid of het besluit vaststond. Dat was zo.
„Door openlijk vrij heftige kritiek te uiten op een fractiegenoot is er een onherstelbare vertrouwensbreuk ontstaan”, stelt de lokale GroenLinks-bestuursvoorzitter Max Berkers, die zich niet herkent in het geschetste beeld. Daarbij moet een gekozen volksvertegenwoordiger in de raad aandacht vragen voor politieke kwesties, beleid bijsturen en de macht controleren, vindt hij. „Door te staken en haar zetel leeg te laten ontloopt ze die verantwoordelijkheid.” De fractie vroeg of ze haar zetel wilde neerleggen, maar dat weigerde de politica.
‘Stoppen met polariseren’
Schouten had liever niet gestaakt, zegt ze, maar het is volgens haar hoog tijd dat de Enschedese coalitiepartijen Burgerbelangen Enschede, VVD, PvdA en ChristenUnie erkennen dat er een klimaatcrisis plaatsvindt, in plaats van enkel te spreken over klimaatverandering. „Het raakt aan desinformatie om als college niet van een crisis te spreken. Alsof iemand die lijdt aan een ernstige ziekte van een gemakzuchtige dokter te horen krijgt dat er alleen maar sprake is van een griepje.” Dat is onhoudbaar, vindt ze.
Schoutens terminologie roept soms boosheid op bij andere raadsleden of burgers. „Ze vinden dat ik moet stoppen met polariseren. Dan denk ik: Don’t shoot the messenger. Met het woord crisis laat ik zien dat ik het klimaat serieus neem en de opwarming van de aarde wil aanpakken.”
In de gemeenteraad lijkt men minder bezorgd over de toekomst van de aarde, ondervindt Schouten. Neem een raadsvergadering na de overstromingen in Valencia van vorig jaar. Schouten probeerde de alarmerende boodschap van klimaatwetenschappers over te brengen in de raadszaal. Maar het merendeel van de raadsleden lette niet op of deed er lacherig over, ervoer ze. Soms voelt het alsof ze in de film The Matrix zit, zegt ze.
Ondanks de commotie staat Schouten nog altijd achter haar staking. Als ze de naam van de fractiegenoot niet genoemd had in het Facebookbericht, zou het lijken alsof ze problemen had met de hele fractie. En als oppositielid geeft haar stem maar heel soms de doorslag, terwijl haar staking al flink wat aandacht krijgt. Wanneer het protest wordt opgeheven, durft ze nog niet te zeggen.
Lees ook
In het rode Friesland is nog niet iedereen overtuigd van een nieuwe linkse partij
Het Openbaar Ministerie heeft woensdag celstraffen geëist tegen drie mannen die verdacht worden van betrokkenheid bij de Maccabi-rellen in Amsterdam van november vorig jaar. Dat heeft het OM bekendgemaakt.
Tegen de 22-jarige Kamal I. wordt de hoogste straf geëist: een jaar celstraf waarvan vier maanden voorwaardelijk. Justitie heeft tegen de 27-jarige Cenk D. twee maanden celstraf geëist. En tegen de 26-jarige Mohammed B. eist het OM een gevangenisstraf van 11 dagen. De drie mannen hebben hun rol bij de ongeregeldheden rond de wedstrijd erkend, en daarvoor hun spijt betuigd.
Op 7 november ontstond al voor de voetbalwedstrijd tussen Ajax en de Israëlische club Maccabi Tel Aviv onrust in de binnenstad van Amsterdam. Israëlische supporters rukten onder meer een Palestijnse vlag van een gevel en er gingen beelden rond waarop een taxichauffeur werd belaagd. Ook na de wedstrijd vonden er meerdere geweldsincidenten plaats, waarbij toen vooral Maccabi-supporters het doelwit waren.
Lees ook
Hoe Amsterdam even strijdtoneel werd van de Gaza-oorlog
Justitie beschuldigt Kamal I., een taxichauffeur uit Diemen, van mishandeling van Israëlische voetbalfans en het oproepen tot rellen middels berichten in een WhatsAppgroep. Hij wordt verdacht van het delen van locatiegegevens van fans, wat geweldplegers zou hebben gefaciliteerd in het opsporen van de Israëliërs. Ook is het volgens Justitie aannemelijk dat I. zelf geweld heeft gepleegd tegen Israëlische voetbalfans. I. verklaarde in de rechtbank emotioneel te zijn geworden toen hij het geweld op straat zag: „Ik geef toe dat ik heb bijgedragen aan de rellen die dagen. Daar heb ik echt ontzettend veel spijt van.”
‘Ik schaam me’
Cenk D., een 27-jarige Amsterdammer zonder strafblad, kreeg een eis te horen van twee maanden. Volgens het OM heeft hij in een groepschat beledigende opmerkingen over Joden gemaakt en hakenkruizen gestuurd. Sinds vorig jaar is ‘bagatellisering van de Holocaust’ een strafbaar feit. Volgens het OM heeft D. de Holocaust vergoelijkt en zich schuldig gemaakt aan groepsbelediging. „Ik liet me meeslepen, maar dat had ik natuurlijk nooit moeten doen”, zei de verdachte woensdag. „Ik schaam me.”
Mohammed B., een Syrische man die veel familie heeft verloren door de oorlog in Gaza, zou met een riem „een slaande beweging” richting een Maccabi-fan hebben gemaakt. B. ontkent de man te hebben geraakt. De celstraf van elf dagen die tegen hem is geëist, heeft hij al in voorarrest uitgezeten. „De oorlog daar heeft mij enorm geraakt. Maar ik heb spijt, ik had die dag beter thuis kunnen blijven”, verklaarde B. in de rechtbank.
Donderdag staan nog twee verdachten terecht. Op 19 maart doet de rechtbank uitspraak.
Er is nog altijd een onderzoek van Justitie gaande naar de identiteit van mogelijke verdachten van de rellen in Amsterdam destijds. Eerder werden al meerdere mannen veroordeeld, zij kregen celstraffen tot zeven maanden.
Duitsland staat op het punt een historische stap te zetten in het financiële beleid: in de coalitieonderhandelingen hebben SPD en CDU/CSU overeenstemming bereikt over een hervorming van de zogenoemde Schuldenbremse. Die grondwettelijke regeling verplicht de Duitse overheid om staatsschulden tot een minimum te beperken. Jarenlang was het in het zuinige Duitsland ondenkbaar daar aan te tornen, maar tegelijkertijd werd de schuldenrem de laatste jaren steeds vaker onderwerp van debat. Economen, de Bundesbank (de Duitse centrale bank) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) pleitten al langer voor versoepeling.
Nu lijkt zelfs de politiek overstag. Duitsland moet weer investeren – in de economie, de infrastructuur en vooral in defensie. En de belemmeringen daarvoor moeten weg. Whatever it takes, in de woorden van aanstaand bondskanselier en CDU-leider Friedrich Merz. Vier vragen over de plannen van de coalitiepartners-in-spe.
1Wat is de Schuldenbremse en wat is de voorgestelde hervorming?
In de Duitse grondwet staat nu nog dat de regering in Berlijn jaarlijks niet meer dan 0,35 procent van het bruto binnenlands product aan schulden mag aangaan om begrotingstekorten te financieren, noodsituaties daargelaten. Duitsland legt zichzelf een veel strakkere limiet op dan de 3 procent die als maximaal begrotingstekort geldt binnen de Europese Unie.
De regel werd in 2009 door het eerste kabinet-Merkel ingesteld, na de financiële crisis, maar wordt nu steeds meer als keurslijf ervaren, gezien de urgente nood aan defensie-uitgaven en vanwege achterblijvende publieke investeringen in de Duitse economie, die al twee jaar op rij krimpt.
In de plannen van CDU en SPD blijft de schuldenrem als mechanisme overeind. Nog steeds geldt dat niet meer dan 0,35 procent van het bbp mag worden geleend. Maar binnen de overheidsbegroting waarvoor deze regel geldt, worden defensie-uitgaven goeddeels uitgezonderd. Als de overheid meer dan 1 procent van het bbp aan defensie uitgeeft, valt alles boven die 1 procent buiten de schuldenrem. In principe maakt dit oneindig hoge defensie-uitgaven mogelijk.
Voor investeringen in infrastructuur wordt een speciaal fonds opgetuigd van 500 miljard euro, dat niet valt onder de reguliere begroting en ook niet onder de schuldenrem. Deze 500 miljard moet door de Duitse regering worden geleend op de financiële markten.
Een derde aanpassing is dat de begrotingsregels voor de Duitse deelstaten worden opgerekt. Onder de huidige schuldenrem mogen zij in principe helemaal geen schulden maken. Met de aanpassing vervalt deze stringente regel: voortaan mogen de deelstaten tekorten hebben van 0,35 procent van het bbp.
Economen spreken van een substantiële hervorming. „Dit heeft grote betekenis”, zegt Sander Tordoir, hoofdeconoom van denktank Centre for European Reform en Duitslanddeskundige. „Dit is een weg om de schuldenrem heen voor existentiële zaken: defensie en infrastructuur.” Net als talloze economen pleitte Tordoir de voorbije maanden voor versoepeling van de knellende regel. „Dit is precies wat de dokter voorgeschreven had”, zegt hij.
Ruwweg kan Duitsland met deze nieuwe regels voortaan begrotingstekorten lijden van 2 à 3 procent van het bbp, afhankelijk van hoeveel geld het aan defensie uitgeeft, en hoeveel aan publieke infrastructuur, zegt Tordoir.
2Wat maakt het versoepelen van de schuldenrem zo opvallend in deze coalitieonderhandelingen?
Naast migratie was economie hét thema van de verkiezingscampagne de afgelopen maanden. Daarin was de schuldenrem een stokpaardje van de SPD: de partij wilde die vergaand hervormen. SPD-leider en huidig bondskanselier Olaf Scholz (die als de onderhandelingen slagen opgevolgd wordt door Friedrich Merz, leider van verkiezingswinnaar CDU) zei meermaals Oekraïne te willen steunen, maar dat dit niet ten koste mag gaan van sociaal beleid – iets wat de schuldenrem in de weg stond.
En precies daarom klapte het vorige kabinet: de neoliberale coalitiepartner FDP wilde niet tornen aan de schuldenrem, óók niet voor steun aan Oekraïne, waarop Scholz zijn minister van Financiën Christian Lindner (FDP) ontsloeg. Een deel van de kritiek op de gevallen ‘stoplichtcoalitie’ (SPD, FDP en de Groenen) luidde dat Duitsland niet vooruitkwam omdat de partijen het maar niet eens werden over financiën.
Ook CDU is altijd voorstander van de strenge begrotingsregels geweest. De vrees was dat een coalitie tussen de sociaal-democraten van SPD en de conservatieve liberalen van CDU een herhaling van de afgelopen jaren zou betekenen. Maar al in de beginfase van de onderhandelingen hebben de partijen nu overeenstemming bereikt over dit heikele punt.
Hoewel een aanpassing van de schuldenrem jarenlang ondenkbaar was, sorteerde Merz in de verkiezingscampagne al voor op zijn draai door zich niet meer expliciet tégen een grondwetswijziging uit te spreken. Bovendien heeft hij altijd uitdrukkelijk zijn steun voor Oekraïne uitgesproken. Met de toenadering van Amerika tot Rusland wordt Europa en daarmee Duitsland een nog belangrijkere bondgenoot voor Oekraïne, wat de urgentie voor financiële flexibiliteit verhoogt. Als aanstaand bondskanselier werpt Merz zichzelf op als nieuwe leider van een sterk, verenigd Europa.
Volgende week stemt de Bondsdag in de oude samenstelling – de nieuwe Bondsdag wordt pas eind deze maand beëdigd – over de voorstellen van SPD en CDU. Dat op basis van die oude verhoudingen gestemd wordt, is zeer uitzonderlijk. Een twee derde meerderheid is nodig voor de grondwetswijziging, wat betekent dat steun van FDP (die niet zal terugkeren in de nieuwe Bondsdag omdat de partij te weinig stemmen kreeg) of van de Groenen nodig is. Steun van FDP is vrijwel uitgesloten, dus is de vraag of en onder welke voorwaarden de Groenen zullen toezeggen. Fractievoorzitter Katharina Dröge was in een eerste reactie terughoudend, omdat SPD en CDU in hun plannen niets zeggen over klimaatbeleid.
Mocht er geen meerderheid gevonden worden vóórdat de nieuwe Bondsdag geïnstalleerd is, worden de hervormingen nog onzekerder: de radicaal-rechtse en pro-Russische AfD en de pacifistische Die Linke zullen sterker vertegenwoordigd zijn en de plannen mogelijk torpederen.
3Wat betekenen de hervormingen van de Schuldenbremse voor de Duitse economie?
Het kan de Duitse economie een zet geven. Die economie draait niet goed: na een krimp van 0,3 procent in 2023, werd de Duitse economie in 2024 0,2 procent kleiner. Ook voor dit jaar wordt krimp verwacht. Intussen zijn in industrieland Duitsland de berichten over fabriekssluitingen en ontslagen aan de orde van de dag.
Deze malaise heeft meerdere oorzaken, zoals de hoge gasprijzen voor de industrie als gevolg van de Russische inval van Oekraïne, en de rap toegenomen industriële concurrentie uit China. Maar een van de belangrijkste oorzaken, zeggen veel economen, is binnenlands van aard: al jaren blijven publieke investeringen in Duitsland achter bij die in buurlanden. Die bedragen zo’n 2,6 procent van het bbp – fors lager dan in landen als Frankrijk, Nederland en de VS, waar dit percentage tussen de 3,5 en 4 ligt, blijkt uit cijfers van het Internationaal Monetair Fonds. Volgens het IMF draagt dit investeringsgat bij aan de zwakte van de Duitse economie en moeten investeringen „substantieel” omhoog.
Dat zou mogelijk worden als het pakket hervormingen van SPD en CDU wordt aangenomen. Verhoogde publieke investeringen zullen naar verwachting op korte termijn de economische activiteit aanjagen en op lange termijn de economie versterken, door meer digitalisering en betere infrastructuur. Tegelijk kunnen de defensie-industrie én zijn toeleveranciers profiteren van meer orders. De groei in de wapenindustrie kan de krimp in andere sectoren, zoals de auto-industrie, opvangen.
4Hoe reageren de financiële markten?
Op de financiële markten werd woensdag heftig gereageerd op de Duitse ommezwaai. Dat het Duitse begrotingstekort gaat toenemen door hogere defensie-uitgaven én meer bestedingen aan infrastructuur, betekent dat Duitsland meer gaat lenen en dus meer staatsleningen op de markt brengt.
Dat vooruitzicht, van hogere Duitse begrotingstekorten en naar verwachting ook hogere economische groei, zorgde direct voor hogere rente op Duitse staatsleningen. De marktrente (‘effectieve rente’) op Duitse leningen met een looptijd van tien jaar schoot omhoog van 2,52 procent naar 2,74 procent. Dat is een zeldzaam grote sprong.
Ook de rente van andere eurolanden, die sterk samenhangt met de Duitse, steeg sterk: voor Nederlandse soortgelijke leningen van 2,69 procent naar 2,91 procent, en voor bijvoorbeeld Franse van 3,25 procent naar 3,47 procent. Zo werd het, door het Duitse plan, voor alle eurolanden plots duurder om te lenen.
De aandelenmarkten reageerden juist gunstig op de economische impuls die het gevolg kan zijn van hogere Duitse defensie-uitgaven. De Duitse DAX-index steeg met meer dan 3 procent. De euro steeg fors naar 1,0755 dollar per euro, de hoogste koers sinds de Amerikaanse presidentsverkiezingen van begin november vorig jaar.