Hongkongs grootste oppositiepartij gooit de handdoek in de ring: partijtop besluit tot opheffing

In de laatste jaren onder Britse bestuur was de Democratische Partij verreweg de grootste van Hongkong, en ook na de overdracht aan China bleef ze lang invloedrijk. Maar nu de partij beter vertegenwoordigd is in Hongkongs gevangenissen dan in het parlement, gooit voorzitter Lo Kin-hei de handdoek in de ring.

Lo maakte donderdag op een persconferentie bekend de opheffing van zijn partij in gang te willen zetten. Hij wilde niet ingaan op de vraag of het partijbestuur onder druk was gezet om dat besluit te nemen. „De ontwikkeling van democratie in Hongkong is altijd moeilijk”, zei hij. „Veel organisaties en politieke partijen zijn de laatste jaren verdwenen.” Het definitieve besluit om de DP op te doeken, is volgens Lo aan de vierhonderd leden.

Meerpartijenstelsel

De Democratische Partij ontstond in 1994 als een krachtenbundeling van twee oudere democratische bewegingen, in de aanloop naar de verkiezingen een jaar later – de laatste onder Brits bestuur. De DP won die met overmacht, al werden slechts twintig van de zestig zetels in de wetgevende raad rechtstreeks gekozen. De rest werd grotendeels ingevuld door vertegenwoordigers van verschillende economische en maatschappelijke sectoren, van wie veel op de hand waren van Beijing, dat het gezag in de Britse kroonkolonie twee jaar later zou overnemen.

Na de overdracht bleef de partij pleiten voor een meerpartijenstelsel en voor het principe van ‘één land, twee systemen’ dat Beijing aan Hongkong had beloofd, waarbij de stadsregio binnen China een hoge mate van autonomie zou behouden en burgerrechten werden gegarandeerd.

Dat was soms schipperen: in 2010 kreeg de DP veel kritiek omdat het achter gesloten deuren met de Chinese autoriteiten onderhandelde over omstreden electorale hervormingen. Commentatoren constateerden dat Beijing erin was geslaagd diepe verdeeldheid te zaaien in het pro-democratische kamp in Hongkong.

Toch zou de DP de grootste oppositiepartij blijven tot ze in 2021 uit de wetgevende raad verdween: na de massale pro-democratische protesten van 2019 en 2020 was de kieswet zo aangepast dat alleen „patriotten” nog mochten meedoen. Bovendien waren veel oppositiefiguren vanwege de net ingevoerde Nationale Veiligheidswet opgepakt of Hongkong ontvlucht.

Gevangenisstraffen

Het is de partij steeds moeilijker gemaakt om te functioneren. Zalen waar ze bijeenkomsten organiseerde, zegden vaak op het laatste moment af. Vier voormalige volksvertegenwoordigers van de DP – Wu Chi-wai, Helena Wong Pik-wan, Lam Cheuk-ting en Andrew Wan Siu-kin – werden vorig jaar tot lange gevangenisstraffen veroordeeld. Zij behoorden tot de ‘Hongkong 47’, een groep politici, juristen en activisten die ervan werden beschuldigd een meerderheid te willen behalen in de wetgevende raad met als doel de het pro-Chinese stadsbestuur lam te leggen.


Lees ook

Zelfs voor dissidenten die spijt betuigden kent de Hongkongse rechtbank weinig genade

Buiten het rechtbankgebouw waar 45 activisten dinsdag hun straf hoorden, was veel politie op de been. Een lange rij belangstellenden hoopte op een plek op de publieke tribune.

Een vijfde partijprominent, voormalig voorzitter Albert Ho, bekende deze vrijdag schuld aan ‘subversie’: hij organiseerde dertig jaar lang herdenkingen van de bloedig neergeslagen opstand op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing (1989), waarvoor hij al eerder celstraffen uitzat.

De pro-Chinese DAB, nu de grootste partij in de wetgevende raad, juichte het einde van haar rivaal in een reactie op vrijdag toe. „De opheffing van de Democratische Partij laat opnieuw zien dat er geen uitweg is voor wie China omver wil werpen en Hongkong wil destabliseren.”