Op 15 februari jongstleden is mijn moeder vredig ingeslapen. Een combinatie van ouderdom (96 jaar) en dementie. Niet herkend worden door je moeder, die je de laatste twee maanden bijna 24 uur per aan het verzorgen bent, is een van de vervelendste dingen die je als kind annex mantelzorger kan overkomen. En al helemaal als je samen nog een wedstrijd van Ajax aan het kijken bent en zij ineens roept: „Hé, dat is Woutje Weghorst!”
Rolf Bredschneijder
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Ook dit jaar is het bekijken van de winnaars van de World Press Photo een gemengde ervaring: prachtige foto’s van gruwelijke gebeurtenissen. Op de Foto van het Jaar staat het negenjarige Palestijnse jongetje Mahmoud Ajjour die zijn armen kwijtraakte tijdens een Israëlische aanval op Gaza. Juryvoorzitter Lucy Conticello: „Warm licht schijnt op hem en werpt een zachte schaduw over zijn gezicht. Zijn jeugd en schoonheid contrasteren met zijn melancholieke blik. Dan besef je met een schok dat hij geen armen heeft.”
De bekroonde foto is gemaakt door de Palestijnse fotograaf Samar Abu Elouf voor The New York Times. Samar Abu Elouf en de andere winnaars van de jaarlijkse internationale competitie voor fotojournalistiek werden donderdagochtend gehuldigd in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, waar ook een expositie is gewijd aan de winnende foto’s. De jury moest kiezen uit bijna zestigduizend foto’s ingezonden door 3.778 fotojournalisten.
Samar Abu Elouf vluchtte in 2023 uit Gaza naar Doha (Qatar) en legt daar medevluchtelingen als Mahmoud vast. Volgens de fotograaf leert de jongen momenteel gamen, schrijven en deuren openen met zijn voeten. Mahmoud heeft een concrete droom: hij wil graag armprotheses. Sinds het begin van de oorlog in Gaza in 2023 heeft het Israëlische leger minstens 17.000 kinderen gedood, meldt de organisatie. Gaza heeft ook het hoogste aantal kinderen zonder ledematen ter wereld.
Directeur Joumana El Zein Khoury van World Press Photo sprak zijn bewondering uit voor fotografen die werken in conflictgebieden: „Ondanks persoonlijke risico’s en de emotionele last leggen zij deze verhalen vast die ons de kans geven om te begrijpen, mee te voelen, en die ons kunnen aanzetten tot actie.” World Press Photo wijst in dit verband erop dat het Israëlische leger in Gaza het recordaantal van 174 journalisten heeft gedood, van wie verschillende direct doelwit waren. Ook de andere landen die onderwerp zijn van veel ingezonden foto’s, Myanmar, Bangladesh, Sudan, Venezuela en Rusland, staan zeer laag op de Persvrijheid-lijst van Reporters Without Borders, wat extra risico’s voor de fotojournalisten met zich meebrengt.
De andere finalisten behandelen twee onderwerpen die afgelopen jaar ook doorlopend in het nieuws waren: migratie naar de VS en de klimaatcrisis.
Nachtelijke oversteek. De finalist van World Press Photo toont Chinese migranten bij de Mexicaans-Amerikaanse grens.Foto John Moore, Getty Images
Amerikaanse fotograaf John Moore toont op Nachtelijke oversteek Chinese migranten die aan de Mexicaans-Amerikaanse grens bij elkaar schuilen voor de regen. Het indirecte, goudgele licht op hun plastic regenponcho’s geeft de foto een vreemde sfeer. De jury: „Dit beeld, tegelijk buitenaards en intiem, laat de complexe werkelijkheid zien van migratie, een onderwerp dat vaak wordt platgeslagen en gepolitiseerd in het Amerikaanse publieke debat.”
De inzending van de Mexicaanse fotograaf Musuk Nolte, Droogte in de Amazone, toont een jonge man op de rug gezien in een droge vlakte in het Amazonegebied. De man brengt in twee plastic tassen eten voor zijn moeder in Manacapuru. Dat dorp lag ooit aan het water, maar door de aanhoudende droogte moet de man nu twee kilometer naar de rivier lopen. De jury: „Het schrille contrast van een woestijnachtige scène in het grootste regenwoud ter wereld maakt het gebrek aan water pregnant zichtbaar.”
Droogte in de Amazone. Deze bekroonde reeks van World Press Photo (categorie: Zuid Amerika, verhaal) toont een man die voedsel brengt naar zijn moeder bij een drooggevallen rivier. Foto Musuk Nolte, Panos Pictures, Bertha Foundation
World Press Photo heeft twee Nederlandse winnaars in de subcategorieën. Door wijzigingen in het regelement telt de wedstrijd dit jaar maar liefs 42 winnaars – verdeeld over zes regio’s en drie categorieën.
Marijn Fidder is met haar portret van de Oegandese bodybuilder Tamale Safalu een van de bekroonden in de categorie ‘Afrika – enkel’. We zien Safalu op de rug tijdens een training voor zijn huis in Kampala (Oeganda). Hij verloor zijn been bij een motorongeluk, maar hij is vastberaden om de eerste sporter met een beperking te worden die het opneemt tegen tegenstanders zonder beperking. Volgens het bijschrift zegt Safalu: „Door mee te doen met bodybuilding-wedstrijden wil ik wil andere gehandicapten aanmoedigen om hun eigen talenten te ontdekken en om nooit bij de pakken neer te zitten.”
Tamale Safalu. Deze door World Press Photo bekroonde foto (categorie: Afrika, enkel) toont een bodybuilder zonder been in Oeganda.Foto Marijn Fidder
Fotograaf Prins de Vos maakte een portret van trans man Mika (categorie ‘Europa -enkel’). De 21-jarige Mika moest 22 maanden wachten tot hij zijn eerste intakegesprek bij een genderkliniek kon krijgen. Hij moet zelf betalen voor zijn operatie en hormoonbehandeling. Prins de Vos wil de aandacht vestigen op de lange wachttijden in de zorg voor trans personen, begrip kweken voor de hoge tol die dit van hen eist, en betere zorg voor hen aanmoedigen.
Mika. Deze foto werd door World Press Photo bekroond in de categorie ‘Europa, enkel’. Mika stond 22 maanden op een wachtlijst voor een intake bij de transgenderkliniek. Foto Prins de Vos, Queer Gallery
Het moment dat de Braziliaanse surfer Gabriel Medina triomfantelijk een hoge golf neemt tijdens de Olympische Spelen op Tahiti, werd bekroond in de categorie ‘Azië – Stille Oceaan en Oceanië – enkel’. De Franse AFP-fotograaf Jerome Brouillet legde het vast. De Spelen waren vorig jaar in Parijs maar het surfen, pas sinds vijf jaar een Olympische sport, werd op Tahiti gehouden. Medina eindigde met een bronzen medaille. Op Instagram kreeg de foto 9,5 miljoen likes.
Gabriel Medina tijdens de Olympische Spelen 2024. Deze foto van een surfer op Tahiti werd door World Press Photo bekroond in de categorie ‘Azië – Stille Oceaan, Oceanië, enkel’.Foto Jerome Brouillet, AFP
De Amerikaanse president Trump kon niet ontbreken bij de World Press Photo – de bekroonde foto’s vormen ook een jaarlijks nieuwsoverzicht. Jabin Botsford van The Washington Post maakte een foto van de moordaanslag op Trump, 13 juli 2024, tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Butler (Pennsylvania) en won daarmee in de categorië ‘Noord en Zuid Amerika – enkel’. De jury koos niet voor de foto die voor de hand lag – het moment dat Trump strijdbaar zijn vuist in de lucht stak – maar voor het moment vlak erna, toen Trump omringd door beveiligers het podium verliet: „Dit beeld toont een raar en onthullend ogenblik van kwetsbaarheid in een campagne die zich richtte op vitaliteit en kracht.”
Moordaanslag op presidentskandidaat Donald Trump tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Butler (Pennsylvania) op 13 juli 2024. Bekroond door World Press Photo in de categorie ‘Noord en Centraal Amerika – enkel’.Jabin Botsford, The Washington Post
Nog meer klimaatcrisis, dit keer gevangen in De olifantenfluisteraar van Livingstone. Deze fotoreeks van de Britse fotograaf Tommy Trenchard werd bekroond in de categorie ‘Afrika – verhaal’. Een serie mislukte regenseizoenen in Zambia, en menselijke schending van het leefgebied, leidt tot meer conflicten tussen olifanten en mensen. In Livingstone lopen savanne-olifanten geregeld de stad in op zoek naar voedsel. Vorig jaar doodden zij elf inwoners en richtten een flinke ravage aan. De drie vrijwilligers van het Elephant Response Team proberen de invallen van de olifanten in goede banen te leiden.
De olifantfluisteraars van Livingstone. Vrijwilligers in een stad in Zambia proberen een inval van olifanten te bezweren. Deze fotoserie werd door World Press Photo bekroond in de categorie ‘Afrika- verhaal’. Tommy Trenchard, Panos Pictures, NPRTommy Trenchard, Panos Pictures, NPRTommy Trenchard, Panos Pictures, NPRTommy Trenchard, Panos Pictures, NPR
Thom de Graaf wikt en weegt zijn woorden, hij is vooral aan het zeggen wat hij níét wil zeggen, omdat het hem als vicepresident van de Raad van State niet zou passen. De adviseur van Kamer en kabinet is gewend aan kritiek vanuit de politiek, maar dat gebeurde zelden zo stevig als vorig jaar. Meer dan eens werd de Raad van State weggezet als sta-in-de-weg, als reden dat het kabinet-Schoof niet zoals beloofd voortvarend aan de slag kon.
Een weerwoord bleef steeds uit. En ook in dit gesprek, op zijn werkkamer in het statige pand aan de Kneuterdijk, probeert De Graaf weg te blijven van een repliek aan de politiek. Toch klinken zijn zorgen door. „Een kernelement van de democratie is respect voor de onderlinge posities, accepteren dat iedereen een rol heeft die democratisch gelegitimeerd is. Dat geldt dus óók voor de Raad van State. Ik vind soms ook dat men way too far gaat. Maar ik heb geen zin om voortdurend op uitspraken van politici te reageren, dat is niet mijn taak.”
De Raad van State, zegt hij, moet onafhankelijkheid bewaren. „Het is altijd koorddansen. Je kunt niet van het koord afvallen in de richting van de politiek. Maar je kunt óók niet doen alsof er niks aan de hand is.”
En dat hij vindt dat er iets aan de hand is, blijkt wel uit de beschouwing in het jaarverslag van de Raad van State over 2024, dat donderdag is gepresenteerd. De Graaf signaleert wereldwijd democratisch verval. Dat schrijft hij toe aan de opkomst van „radicale en populistische politici” die antidemocratische, zelfs autocratische sentimenten koesteren. In die uitgebreide geopolitieke analyse komt hij over de Nederlandse democratie echter niet verder dan dat deze ook „niet immuun is voor autocratische invloeden”.
Het valt ons op dat u zich over Nederland op de vlakte houdt in uw analyse. Waarom?
„Als ik dat niet zou doen, zou het alleen over de vicepresident van de Raad van State gaan die beschuldigt of oordeelt, dat doe ik niet. Dan zou mijn boodschap verloren gaan.”
Of gaat uw waarschuwing verloren omdat u te voorzichtig bent?
„Dat is dan jammer. De kern van mijn boodschap is dat de democratie het waard is om verdedigd te worden. Dat het meer is dan: er zijn verkiezingen, er is een meerderheid en dús gebeurt er wat die meerderheid wil. Als dat idee gaat overheersen, kom je in een sfeer terecht zoals je nu in Amerika heel goed ziet, van majority rules boven alle andere elementen van de liberale democratie: argumentatie, open debat, de rol van rechters die je serieus moet nemen.”
Het is wel makkelijk om over het verre Amerika te beginnen, terwijl in Nederland voor het eerst een kabinet regeert met een radicaal-rechtse partij als grootste.
„Ik wil voorkomen dat ik in partijpolitieke vaarwateren terechtkom, mocht dat jullie bedoeling zijn. Daar ben ik niet voor.”
Zeker dertien keer in het gesprek, dat een uur duurt, zegt De Graaf iets soortgelijks: hij wil zich niet branden aan politieke kwesties, oordelen of kwalificaties.
U bent terughoudend over de politiek, maar politici zijn dat niet over u. Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) omschreef uw adviezen over haar asielwetten als ‘ook maar een mening’. PVV-leider Geert Wilders noemde uw medewerkers in dat licht „ongekozen bureaucraten”, waar Faber zich „niks” van moest aantrekken.
„Het slechtste wat ik dan kan doen, is het gevecht aangaan. We zijn geen onderdeel van het politieke discours, we moeten niet willen terugslaan. Ook niet als we oneigenlijk, soms zelfs onoorbaar worden bejegend.
„Sommige uitlatingen registreer ik en dan denk ik: dat is niet zoals het zou moeten gaan. Belangrijker is dat Wilders en andere politici zich moeten realiseren wat de democratische functie is van de Raad van State. Dat is advies geven, niet beslissen. Dat is rechtspraak, dus niet zelf wetten maken.”
We zijn geen onderdeel van het politieke discours, we moeten niet willen terugslaan. Ook niet als we oneigenlijk worden bejegend
Wat merkt u van die hardere toon?
„We krijgen mails van mensen die refereren aan uitlatingen zoals die van Wilders, maar hij is echt niet de enige.
„Ik zou erop willen wijzen dat er niet voor niets door de coalitie een rechtsstaatverklaring is getekend, waarin ook staat dat instituties serieus genomen worden. Net als de wetenschap en media, omdat die de democratische rechtsstaat ook dragen.”
In zijn beschouwing noemt De Graaf de rechtsstaatverklaring „positief” maar ook „opmerkelijk”. De verklaring werd tijdens de formatie door de onderhandelende partijen (PVV, VVD, NSC en BBB) opgesteld en ondertekend. Daarin werd beloofd dat men binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat zou blijven. „Relevant is natuurlijk welke consequenties aan deze onderkenning worden verbonden. Voorgenomen ingrijpende bezuinigingen op wetenschap, onderwijs en publieke omroep roepen in dit verband vragen op”, schrijft hij.
Welke vragen?
„Als ik meer had willen zeggen, had ik dat opgeschreven. Ik heb er níéts aan toe te voegen.”
In uw beschouwing verbindt u bezuinigingen op onder meer wetenschap en media met „democratieën die afglijden naar autocratie of dictatuur”. Die instituties zouden vaak als eerste „monddood worden gemaakt”.
„Je mag niet één op één de causale relatie met de bezuinigingen in Nederland trekken. Er zijn landen waar dat gebeurt, zoals Hongarije.”
Maar het zijn ook posten waar in Nederland op wordt bezuinigd. Moeten we uw woorden opvatten als een waarschuwing?
De Graaf begint een antwoord waarin hij opnieuw een analyse geeft over de buitenwereld.
Vindt u zelfs dát spannend, om te zeggen: let op, dit is een waarschuwing, die kant kan het in Nederland ook op gaan?
„Ik wil niet verder gaan dan wat mijn rol toelaat.”
De spelregels in de politiek lijken steeds meer te veranderen, terwijl de Raad van State nog op de oude spelregels vertrouwt.
„Wat zou u ervan vinden als wij zeggen dat we die spelregels zelf overboord gooien, en even stevig rouwdouwen met politici. En we gooien élke dag een quote van de vicepresident naar buiten dat het niet deugt wat een Kamerlid heeft gezegd. Binnen de kortste keren zou het gezag van de Raad ernstig in diskrediet worden gebracht. In mijn ogen is het verstandig om te wijzen op de spelregels die altijd al bestonden, en daaraan vast te houden.”
U signaleert in uw beschouwing dat Nederlanders zich vaker aangetrokken voelen tot sterke leiders, en vinden dat de democratie soms opzij mag worden geschoven voor de aanpak van problemen. Bereikt u hen nog met uw oude spelregels?
„De Raad kan nooit achttien miljoen mensen bereiken, nee.”
U bent toch hoeder van de rechtsstaat?
„Ja, maar ik ben niet degene die namens achttien miljoen mensen een oordeel moet vellen over het gedrag van een politicus.”
Het valt ons op dat u in uw beschouwing veel put uit rapporten. Op welke manier komt u zelf in de samenleving, gaat u wel eens op werkbezoek bijvoorbeeld?
„Ja, met de afdeling Advisering naar Groningen bijvoorbeeld, vorig jaar nog. We gaan vaker op werkbezoek. En we praten ook met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, en wetenschappelijke instituten.”
We bedoelen niet de instituties. Gaat u zelf wel eens het land in?
„In Groningen hebben we ook met inwoners van het aardbevingsgebied gesproken. Maar het is niet zo dat het de kern van mijn werk is. Ik werk meer dan fulltime, als ik om tien uur ’s avonds klaar ben met het lezen van mijn stukken, denk ik niet: laat ik nou eens de samenleving in gaan. We praten met toezichthouders, inspecties, burgemeesters en wethouders. Het is niet zo dat we elke week een spreekuur hebben voor burgers. We zijn geen besluitvormers, geen bestuurders, geen politici.”
De Graaf komt er later op terug. De vragen of hij weleens het land in gaat, „triggeren” hem. „Er zit toch iets van een suggestie in”, zegt hij. „Of we weleens buiten komen, een gevoel hebben van wat er in de praktijk leeft.”
Ja, daar zijn we nieuwsgierig naar.
„De één doet dat via de zijlijn van de voetbalwedstrijd van zijn zoon of kleinzoon. En de ander doet dat door regelmatig de kroeg in te gaan. De derde doet dat door onderdeel van een gezelschapje te zijn; een boekenclub of debatclubje.”
In het jaarverslag stelt de Raad van State vast dat er in 2024 minder adviesaanvragen van kabinetten zijn binnengekomen in vergelijking met voorgaande jaren. Doelend op de eerste negen maanden van het kabinet-Schoof zegt De Graaf in zijn werkkamer: „De kindjes zijn nog niet geboren, nee.”
Hardop zoekend naar verklaringen, zegt hij: „Misschien dat men wetgeving niet meer een interessant instrument vindt. Dat er gekozen wordt voor andere manieren, afspraken met sociale partners of het bedrijfsleven. Of zijn ze gewoon nog niet zover? Kunnen we dat over alle ministeries tegelijkertijd zeggen? Ligt het aan de bewindslieden? Ik heb geen bewijzen. Ik constateer alleen dat de afdeling Advisering het, zacht gezegd, wel eens drukker gehad heeft.”
Lees ook
‘Raad van State zet eigen gezag op spel in formatie’
Hoewel er in het jaarverslag niets over is opgeschreven, was 2024 óók het jaar waarin staatsraad Richard van Zwol als informateur en formateur een grote rol speelde bij de totstandkoming van het kabinet-Schoof. Het leidde tot gefronste wenkbrauwen, buiten maar ook binnen de Raad. Staatsraden adviseren het kabinet immers over wetsvoorstellen. Kan dat nog onpartijdig als Van Zwol nauw betrokken is geweest bij het hoofdlijnenakkoord? En als hij bovendien commentaar levert op het kabinet in mediaoptredens? Binnen de Raad is daar onvrede over.
Bereiken die geluiden u?
„De Raad van State heeft veel vaker formateurs en informateurs geleverd. Staatsraden, maar ook vicepresidenten. Er is dus geen reden om te zeggen: in dit geval mag dat absoluut niet. Er is een meerderheid van de Kamer die hem heeft gevraagd om informateur te worden, en vervolgens formateur, wat ik daar zelf ook van vind.”
Wat heeft u hem geadviseerd?
„De heer Van Zwol heeft het mij medegedeeld. Als ik hem anders zou hebben geadviseerd, had het niet zoveel uitgemaakt.”
Zijn er afspraken over gemaakt?
„Zeker, die zijn ook op papier gezet. Over de meest politiek gevoelige kwesties, waar hij als informateur bij betrokken was, neemt hij niet deel aan de beraadslagingen, de voorbereiding en het advies. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de recente asielwetgeving.”
Wie bepaalt wat politiek gevoelig is?
„De vicepresident bespreekt dat met de betrokken staatsraad.”
De heer Van Zwol doet weleens mediaoptredens waarin hij…
„Dat is een oude discussie, want dat speelde aan het eind van vorig jaar.”
Mag hij commentaar blijven geven over het kabinet?
Het is voor z’n eigen bestwil. De stellerinmerilehmä in het natuurhistorisch museum van Helsinki werd vorig jaar opeens zó vaak bezocht door bezoekers die hem wilden aaien, over z’n botten wilden wrijven, dat hij slijtsporen begon te vertonen. En dus kreeg het skelet van de Stellers zeekoe (Hydrodamalis gigas) een glasplaat voor z’n neus.
„Ik voel me een beetje schuldig”, zegt de Finse literatuurwetenschapper en schrijfster Iida Turpeinen (1987). „Mijn boek was juist bedoeld om hem dichter bij de mensen te brengen, en nu zit hij achter glas, alsof hij in een aquarium is opgesloten.”
Elolliset heet de in 2023 verschenen debuutroman van Turpeinen, recent in het Nederlands vertaald als Levende wezens. Alleen al in Finland werden er ruim 50.000 exemplaren van het boek verkocht, en dat merkte het natuurhistorisch museum in de bezoekersaantallen: die stegen met zo’n 30 procent. En allemaal wilden ze naar dat hoofdpersonage uit Turpeinens boek kijken: de Stellers zeekoe.
„Mijn droom was om een roman te schrijven over de geschiedenis van de biodiversiteit”, zegt Turpeinen tijdens een bezoek aan het Groote Museum van Artis in Amsterdam, waar de verbinding tussen al het leven op aarde centraal staat. „Over uitsterven en de menselijke rol daarin. Maar ik kon maar geen geschikte hoofdpersoon vinden. Totdat ik dus in mijn woonplaats Helsinki weer eens naar het natuurhistorisch museum ging, en bij het skelet van de zeekoe – dat ik sinds mijn jeugd al tientallen keren had gezien – eindelijk eens de moeite nam om de bordjes te lezen die erbij stonden. Op het ene stond dat de Stellers zeekoe al 27 jaar na zijn ontdekking was uitgestorven, en op het andere dat er in de hele wereld maar drie complete skeletten over zijn. Wat deed het dan uitgerekend in het onbeduidende Helsinki?”
Raakvlak tussen fantasie en werkelijkheid
Gefascineerd dook Turpeinen – die op dat moment ook al aan haar proefschrift werkte – het Finse Nationaal Archief in. „Als promotieonderzoek bestudeer ik hoe hedendaagse Engelstalige fictieschrijvers wetenschappelijke kennis verweven in hun boeken. Dat raakvlak tussen fantasie en werkelijkheid vind ik ontzettend interessant. Voor mijn boek heb ik onder andere geput uit de notities van Georg Wilhelm Steller, de achttiende-eeuwse Duitse natuuronderzoeker die deelnam aan de Tweede Kamtsjatka-expeditie. Wetenschappelijke literatuur was destijds nog lang niet zo droog en objectief als nu – zijn wetenschappelijke observaties wisselde Steller af met allerhande zieleroerselen. Die twee zijn nu meer gescheiden. Zelf vond ik het daarom fijn om zowel aan mijn proefschrift als aan mijn roman te werken. Het is een andere manier van schrijven, een andere taal.”
De scheepsexpeditie vond plaats in opdracht van de Russische tsaar, onder leiding van de Deense ontdekkingsreiziger Vitus Bering. Onderweg ging er van alles mis, en op de terugweg strandde de bemanning maandenlang op wat later Beringeiland zou worden genoemd. Daar, in de winter van 1741, beschreef Steller een voor de wetenschap nieuwe zeekoeiensoort – die dus in 1768 al zou uitsterven.
Voor Turpeinen was het de uitdaging om Steller waarheidsgetrouw weer te geven zónder zich daarbij te laten beperken door het keurslijf van de non-fictie. „Emoties hebben de wetenschap veel te bieden, omdat ze dieper binnenkomen dan de droge feiten.” Voor sommige passages had ze haar fantasie niet eens nodig. Zo schrijft ze over Stellers vrouw, die niet mee wil reizen door Siberië: „Georg Wilhelm raast en huilt en geeft zich uiteindelijk gewonnen. Hij verlaagt zich er niet toe zijn vrouw te dwingen, en aldus keert Brigitte Helene terug naar Sint-Petersburg. Steller zet de reis in zijn eentje voort en schrijft bittere woorden in zijn notitieboekje: ‘Ik heb mijn vrouw niet meer nodig, ik heb raven (Corvus corax)’.” Turpeinen, enthousiast: „Dat over de raven heeft hij echt zo geschreven. Hij was een gevoelige man, hij vond het ook vreselijk toen zijn reisgenoten jonge zeeottertjes doodknuppelden.”
Verzwakt door de honger
De begerenswaardige vacht van de zeeotter luidde krap drie decennia later indirect ook het einde van de Stellers zeekoe in. Pelsjagers deden graag Beringeiland aan, en joegen dan voor de lol en de lekkere trek ook op zeekoeien. Bovendien zorgde de overbejaging voor instorting van het ecosysteem: zonder de vleesetende otters zat de ondiepe zee plotseling vol zee-egels, die zich tegoed deden aan de algen waar ook de zeekoeien zo graag van graasden. Turpeinen: „De zeekoeien die nog over waren, raakten verzwakt door de honger.”
Naast Steller en zijn zeekoe passeert onder anderen de beroemde Franse paleontoloog Georges Cuvier de revue in Turpeinens werk Hij bracht eind achttiende eeuw het wetenschappelijk inzicht de wereld in dat soorten kunnen uitsterven. Turpeinen: „Moet je nagaan: een dikke twee eeuwen terug ‘bestond’ uitsterving nog niet eens, niemand stond erbij stil dat de mens soorten de wereld uit kon helpen. Onze westerse cultuur is ingebed in de gedachte dat de wereld onveranderlijk is; onze eigen rol daarin is zó lang onderschat… Dat we nu zo traag – té traag – handelen als het op de bescherming van soorten aankomt, is vanuit cultuurhistorisch oogpunt daarmee beter te begrijpen. Niet dat het daarmee beter te verdedigen is, natuurlijk.”
Ook de kunstenares Hilda Olson speelt een hoofdrol in Turpeinens boek. „Ik vond het belangrijk om niet alleen over oude witte mannen te schrijven. Vrouwen hebben in de achttiende en negentiende eeuw vaak zoveel voor de wetenschap betekend zonder daarvoor erkenning te krijgen.” Dat er in Helsinki dit jaar dankzij haar roman maar liefst twéé tentoonstellingen over Olsons werk te zien, vindt ze dan ook de mooist denkbare bekroning op haar werk. „Al is het natuurlijk ook wel leuk dat de zeekoe nu extra bezoek krijgt. Hopelijk kan op den duur het glas weer weg.”