
Een hedendaagse Jonas is opgedoken in Chili, in de persoon van de Venezolaanse zeekajakker Adrián Simancas (24). In het dagelijks leven is hij programmeur en muzikant, maar afgelopen zaterdag bevond hij zich even in de bek van een bultrugwalvis – die hem na een paar seconden weer uitspuugde. Hij overleefde. Zijn vader, Dell Simancas (49), legde het mirakel vast.
De vader en zoon begaven zich met hun packrafts in de ijskoude wateren van de Straat van Maggellaan in het uiterste zuiden van het land, met op de achtergrond de vuurtoren van San Isidro. Ooit een belangrijke verbindingsader voor de internationale scheepvaart, nu een paradijs voor de liefhebber van natuur en avontuur.
Op de video is te zien dat Adrián in een gele kajak over het water glijdt. Dan komt een groot zeedier aan het oppervlak, zijn huig lijkt te zien te zijn, en is het gele bootje ineens weg. Na een paar seconden verschijnt Adrián weer aan het wateroppervlak. „Hey! Kom hier, kom hier!”, roept vader Dell.
„Ik dacht dat hij me opgegeten en doorgeslikt had. Toen ik dacht dat ik overleden was, werd ik bevangen door angst”, verklaarde Adrián naderhand met een voorzichtig lachje aan persbureau AP. Hij had het net daarvoor nog met zijn vader over orka’s gehad.
Gelukkig was het slechts een bultrugwalvis, die niet voornemens was Adrián door te slikken. Volgens de zeekajakker opende de walvis zijn bek „waarschijnlijk uit nieuwsgierigheid”.
Jonas en de walvis
Adrián Simancas verbleef ‘slechts’ drie seconden in de bek van de bultrug, terwijl de profeet Jonas drie dagen wist te overleven in de buik van een ‘grote vis’. Toch dringt de vergelijking met het bijbelverhaal zich op. Jonas had van God de opdracht gekregen de inwoners van Ninevé (in het huidige Irak) te wijzen op hun slechte gedrag.
Jonas (Jona in het Hebreeuws) durfde die confrontatie niet aan en besloot in Jaffa aan boord te gaan van een schip dat uitvoer op de Middellandse Zee. De hevige storm die volgde werd door de bemanning aan de boodschapper van God geweten, waarop ze besloten hem van boord te gooien – te ‘jonassen’. De storm ging liggen, Jonas werd opgeslokt door de walvis.
Drie dagen en drie nachten bevond hij zich in het zeedier, totdat hij beloofde zijn taak alsnog te volbrengen. Hij werd door de vis op het land gespuwd en haastte zich naar Ninevé. De bewoners gehoorzaamden zijn waarschuwing. God spaarde de stad. Na het Oude Testament volgden talloze vertolkingen van het verhaal, met de boodschap: God is genadig, en niemand kan Hem ontvluchten.
Onduidelijk is of de nietsvermoedende kajakker zonden had om voor te boeten. Wel heeft hij een nieuwe vorm toegevoegd aan de al bestaande boeken, schilderijen, beeldhouwwerken en films over het verhaal van Jonas en de Walvis: nu is bewijs dat een mens een walvisbek kan overleven op film vastgelegd.
