N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Jana Cox bestudeert rivieren. Ze ontdekte dat in Nederland meer sediment wordt weggebaggerd dan er vanuit de rivieren bijkomt.
„Ze noemen me het baggermeisje”, zegt de Ierse Jana Cox, rivierwetenschapper aan de Universiteit Utrecht terwijl ze enthousiast vertelt over haar promotieonderzoek. Het is een bijnaam die niet direct doet denken aan een bevlogen jonge vrouw die de toekomst van onze natuurlijke kustverdediging bestudeert. Toch is het zo: baggeren van zee- en rivierbodems is volgens Cox onmisbaar voor het openhouden van vaargeulen voor de scheepvaart, en dus voor de handel. „Tegelijkertijd graven we zo een deel van onze kustverdediging weg”, zegt de jonge geomorfoloog. „Daarnaast heeft baggeren gevolgen voor de ecologie en geologie van het landschap zoals het was.” Die complexe balans vindt Cox „heerlijk, maar ook broodnodig om te onderzoeken”.
Het is niet geheel toevallig dat Cox in Nederland is beland. Haar vader was aardrijkskundedocent, en dat was hij niet alleen voor de klas. Een vakantie die Cox zich nog goed herinnert: vanaf het Zwitserse Tomameer via een meanderende route naar Nederland. De weg die ze volgden: de Rijn, van bron tot delta. De 28-jarige Cox vindt het nog steeds prachtig hoe rivieren in hun bovenloop bestaan uit smalle snelstromende beekjes en langzaam evolueren in brede watermassa’s die kleine korrels en grote rotsen verdelen over het landschap. Cox: „Maar het mooiste is het daar waar rivier en zee samenkomen. Daar wordt de geologie ontzettend interessant. Al helemaal in Nederland want daar is de delta ook nog eens volgebouwd met steden als Rotterdam en Den Haag, dat sedimentatieprocessen nogal heeft veranderd.”
Te weinig sediment
Cox onderzocht tijdens haar promotieonderzoek de invloed van klimaatverandering op sedimentatie in de Rijn-Maas-Scheldedelta: „Om Nederland te beschermen tegen zeespiegelstijging is sedimentaanvoer in rivieren nodig. Door voldoende opbouw van sediment groeit de rivierbodem mee met de stijgende zeespiegel, waardoor het achterland niet onderloopt. Daarnaast is er dan minder verzilting van landbouwgrond omdat zeewater zo moeizamer onze bodem bereikt. Een probleem is dat de hoeveelheid sediment sinds de jaren 80 steevast daalt.” Dat druist in tegen alle wetenschappelijke intuïties, geeft Cox toe, je zou denken dat klimaatverandering zorgt voor hevige regenval en meer smeltwater uit de Alpen en dat er hierdoor ook meer sediment aangevoerd wordt naar de Nederlandse delta.
Cox berekende in haar onderzoek, gepubliceerd in Anthropocene Coasts, een tekort van 7 megaton sediment per jaar. Dat betekent: jaarlijks wordt er 7 megaton meer sediment weggehaald dan er aangevoerd wordt. Projecties van Cox laten zelfs tekorten zien van 16 en 25 megaton in respectievelijk 2050 en 2085.
Cox: „De aanvoer van sediment stijgt weliswaar, maar niet genoeg om de afvoer als gevolg van baggeren bij te houden. Om vaargeulen open te houden wordt er steeds meer gebaggerd. Baggeren zorgt er daarnaast voor dat rivieren niet buiten hun oevers treden.” Er zitten volgens Cox wel nadelen aan al dat gebagger: „Een groot deel van onze natuurlijke kustverdediging verdwijnt. Daarnaast krijgt het zeewater steeds vaker vrij spel waardoor ziltiger sediment in riviermondingen terechtkomt. Daar heeft het onderwaterleven dan weer last van.” Het is volgens Cox een web van natuurlijke processen, verwikkeld met beleid dat door mensen gemaakt wordt. Daar kun je moedeloos van worden, of je kunt je mengen in de discussie. Cox heeft gekozen voor dat laatste.
Zo praat ze vaak met mensen van Rijkswaterstaat over haar bevindingen tijdens veldwerk of data-analyses: „Er wordt naar me geluisterd en dat is al heel wat.” Verder is ze fanatiek lid van Caretakers of the Environment International waarmee ze lezingen geeft op middelbare scholen over de toekomst van rivieren. Dat laatste vindt ze belangrijk: „Ik sprak ooit een groep Indonesische leerlingen en voor hen waren rivieren echt een hot topic vanwege plasticvervuiling. Hier in Nederland niet, totdat rivieren een keer overstromen zoals in 2021 in Limburg. Ook voor ons is een soort algemeen bewustzijn nodig van hoe belangrijk processen in rivieren eigenlijk zijn ten tijde van klimaatverandering.”
Steeds meer baggerkennis
Veel van Cox’ oude Ierse studievrienden houden zich inmiddels bezig met onderwerpen als vulkanen, en het bestuderen van heel oude gesteenten. Maar Cox kijkt liever naar de toekomst: „Laatst vroeg mijn schoonmoeder voor welke paar lezers ik toch al die publicaties schreef, maar ik weet dat mijn onderzoek als bouwsteen geldt voor een hoop ‘baggerkennis’ die relevant is voor de toekomst, zelfs nu al.”
Ze doelt op de Waddenzee, waar tot wel tien keer per dag gebaggerd wordt omdat vaarroutes naar Ameland anders dichtslibben. Daarbij wordt natuurbeleid als voornaamste reden genoemd. Het zand mag volgens Natura 2000-wetgeving immers niet uit de Waddenzee verwijderd worden, waardoor na het baggeren de vaargeul direct weer dichtslibt. Cox: „Een onderliggende oorzaak is, wederom, klimaatverandering. De paar centimeter zeespiegelstijging die we nu al ervaren bezorgt vaargeulen in de Waddenzee significant meer sediment. Tja, dan moet je meer baggeren. Zo simpel is het.”