N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Kwalificatie wereldbeker schaatsen Patrick Roest stapte dit seizoen over van Jumbo-Visma naar de ploeg van Reggeborgh. Bij de eerste wedstrijden in Thialf won hij drie afstanden.
Het was wennen voor Patrick Roest dit weekend. Elke keer dat hij op vrijdag, zaterdag en zondag aan de start verscheen in schaatshal Thialf stond er naast hem een tegenstander in een geel-zwart pak – de kleuren van Jumbo-Visma, het team waar Roest jarenlang voor uitkwam en waar hij onder meer drie olympische zilveren medailles en drie wereldtitels allround won. Maar voor het eerst in zeven jaar droeg de 26-jarige Roest zelf een ander kleur pak: het zwart-groen van concurrent Reggeborgh.
Na zijn overstap deze zomer schaatste Roest tijdens de kwalificatiewedstrijden voor de wereldbeker voor het eerst een wedstrijd van betekenis voor zijn nieuwe ploeg. Terwijl buiten de mensen zonder jas liepen en de temperaturen opliepen tot 23 graden Celsius, werd in Heerenveen het nieuwe schaatsseizoen in beweging geschoten.
De tribunes zaten zaterdag halfvol toen de 500 meter (v), 3.000 meter (v) en 1.500 meter (m) werden verreden. Voor de aanwezige toeschouwers was het goed kijken wie wie was: in dit post-olympische jaar hebben naast Roest ook veel andere schaatsers de nieuwe cyclus richting de Winterspelen in Milaan in 2026 aangegrepen hun heil bij een andere ploeg te zoeken.
Zo reden Jutta Leerdam en Merel Conijn niet meer in het zwart van Worldstream, maar in de kleuren van Jumbo-Visma rond. Naast Roest ruilden Marcel Bosker en Joy Beune dat pak juist om voor respectievelijk het groen-zwart van Reggeborgh en het rood-zwart van IKO. Veruit de verrassendste overstap maakte Roests grootste Nederlandse rivaal voor de lange afstanden, Jorrit Bergsma, die van het groen-blauw van Zaanlander naar Jumbo-Visma ging.
Spannende rit
Uitgerekend Roest en Bergsma moesten vrijdag op de 5.000 meter in hun eerste grote wedstrijd tegen elkaar. Ze maakten er een spannende rit van: Roest nam in het begin van de race een ruime voorsprong, Bergsma kwam in de laatste rondes steeds dichterbij. Uiteindelijk was het verschil op de streep tweetienden – in het voordeel van Roest.
Na afloop was hij tevreden, want de vijf kilometer is net als voorgaande jaren voor hem het belangrijkst nummer. „Daar richt ik mijn pijlen op. Alles wat daarbij komt, is mooi meegenomen.” Roest zegt het een dag later, op zaterdag, nadat hij met ruime voorsprong de 1.500 meter heeft gewonnen. Na de finish balt hij een vuistje. „Dat was uit opluchting. Ik heb vorig seizoen geen een keer een lekkere 1.500 meter gereden, terwijl ik wist dat het er in zat.”
De middenlange afstand – waarop hij in 2018 nog olympisch zilver behaalde – is wel iets waar Roest bij Reggeborgh meer mee bezig is, vertelt zijn coach Robin Derks. „We hebben het idee dat Patrick goed reageert op een aanpak waarbij we niet alleen aan het duurvermogen werken. De 1.500 meter kan hem verder helpen op de lange afstanden.”
Roest traint een keer per week mee met de sprinters van de ploeg, onder wie olympisch kampioen op de 1.000 en de 1.500 meter Kjeld Nuis, die dit weekeinde in Thialf ontbrak met een blessure. „Ik train nu wel iets vaker met Kjeld dan toen we samen bij Jumbo-Visma zaten”, zegt Roest. Als hij in staat is op het koningsnummer een goede tijd te rijden, zo is de gedachte, dan komt de snelheid ook makkelijker op de 5.000 meter.
Aftasten
Dit jaar zal het voor Roest en zijn nieuwe ploeg aftasten worden. Reggeborgh heeft met zijn komst, en die van Bosker, Lex Dijkstra en Victor Ramler voor het eerst een allroundtak. Hoofdcoach Gerard van Velde houdt zich bezig met de sprinters, Derks is er voor de allrounders. „Eigenlijk is dit jaar een grote nulmeting”, zegt hij. „Naast de nieuwe schaatsers is de hele staf vernieuwd, er zijn nieuwe coaches, nieuwe experts rond het team. Het is dus nog zoeken wat werkt.”
Van Roest verwacht Derks dat hij een grote rol gaat spelen in die zoektocht. „Hij is nu de kopman, en heeft veel meer invloed op het proces dan hij had. We hebben een plan, maar omdat het een nulmeting is, zullen we zo nu en dan moeten bijsturen. Ik wil dat hij naar zijn gevoel gaat luisteren, zelf gaat nadenken over wat werkt. Ik promoot die autonomie.”
Voor Roest is ook dat even wennen. Hij is niet iemand die uit zichzelf graag op de voorgrond treed, merken zijn nieuwe teamgenoten. Ze omschrijven hem als nuchter, rustig, iemand die de dingen niet groter maakt dan dat ze zijn. „Hij heeft al zoveel gepresteerd, ik kijk wel tegen hem op”, zegt de 21-jarige sprintster Marrit Fledderus. „Maar je merkt niks aan hem, dus je vergeet bijna hoeveel hij al gewonnen heeft.”
Zelf is Roest blij met wat hij een „persoonlijke, intuïtieve aanpak” noemt. „Het is een kleiner team, dus je hebt automatisch meer contact met elkaar. Als het een keertje wat minder gaat op de training terwijl mijn waardes goed zijn, let ik niet meer alleen maar op die cijfertjes.”
Te hard trainen
Roest wilde in het verleden soms juist te hard trainen als hij zich slecht voelde. Op die manier hoopte hij het lekkere gevoel van tijdens een goede wedstrijd terug te kunnen halen. Het leidde ertoe dat hij niet altijd uitgerust aan de start van een race stond en daardoor slecht presteerde – bijvoorbeeld vorig jaar in aanloop naar het olympisch kwalificatietoernooi.
Van die fouten heeft hij geleerd, zegt Roest. „Ik kan nu beter met dat knagende gevoel omgaan dan vroeger. Al vind ik het soms nog wel lastig. Dan tikt Robin me op de vingers.”
Met de vorm lijkt het tot nu toe bij Roest wel goed te zitten, blijkt dit weekend. Hij wint alle afstanden (1.500, 5.000 en 10.000 meter) waar hij aan de start verschijnt. Twee keer verslaat hij Jorrit Bergsma in een rechtstreeks duel, op zaterdag rijdt hij tegen zijn goede vriend Chris Huizinga, met wie hij jaren optrok bij Jumbo-Visma. Als de twee na de eerste volle ronde samen het rechte eind opkomen, moet Huizinga voorrang verlenen aan Roest, die uit de buitenbocht komt. Weg is de kans op een goede klassering voor Huizinga. „Daar baalde ik wel van”, zegt Roest na afloop, „maar ik moet een zo goed mogelijke rit rijden. Uiteindelijk moet je op jezelf focussen”.