N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Bouwveiligheid In Turkije groeit de woede op de bouwsector. Bij een bouwhausse onder president Erdogan werd de kwaliteit van gebouwen verwaarloosd en liep corruptie uit de hand.
De verwoestende aardbevingen in het zuiden van Turkije hebben Rönsans Rezidans, een luxueus appartementencomplex in de historische stad Antakya, veranderd in een massagraf. In het twaalf verdiepingen tellende gebouw waren 250 appartementen gevestigd, waar welgestelde inwoners van de stad een optrekje hadden. Er woonden naar schatting zo’n duizend mensen. De in 2012 opgeleverde appartementen werden in reclames aangeprezen als een „een stukje hemel”. Het complex had een tuin, een zwembad, een sportschool, en een parkeergarage. Het stond bekend als het beste gebouw van Antakya.
Het enige wat rest is een enorme ravage een week na de aardbevingen, die Antakya grotendeels hebben weggevaagd. Het Rönasans-gebouw bestond uit drie blokken, die als een kaartenhuis zijn ingestort. In de puinhopen van het middelste blok brak daarna een grote brand uit, de brokstukken zijn zwartgeblakerd. Het vuur is inmiddels geblust. Temidden van het puin en het verwrongen betonijzer staan graafmachines. Mijnwerkers uit Zonguldag zijn nog op zoek naar overlevenden, maar de kans dat die worden gevonden is erg klein.
In de schaduw van een half ingestort tankstation naast het gebouw bivakkeren familieleden van de flatbewoners al dagen. „Maak je geen illusies. Wie er ook in dat gebouw zat, ze zijn allemaal dood”, zegt Ata Aslan, een oude man met een muts en een grijze stoppelbaard, die uit Gaziantep is gekomen. Zijn neef ligt onder het puin. „Reddingswerkers denken niet dat de lichamen er in één stuk uitkomen. Maar iedereen is boos. Een man ontplofte vanmorgen tegen de reddingsteams omdat ze zo traag zijn. Kan hij niet zien dat ze hem een dienst bewijzen? Wat heeft het voor zin om op hun kont te kauwen?”
Maak je geen illusies. Wie er ook in dat gebouw zat, ze zijn dood
Ata Aslan nabestaande
Rönesans is gebouwd door het bouwbedrijf Antis Yapi van architect Mehmet Yasar Coskun en ingenieur Hüseyin Yalcin Coskun. Nadat het gebouw was ingestort, werd er een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen de broers. De architect is vorige week aangehouden op de luchthaven van Istanbul, vanwaar hij naar het buitenland wilde vluchten. „Die klootzak is gelukkig opgepakt”, zegt Aslan. „Hopelijk vermoorden ze hem. Ik heb niet veel verstand van bouwen. Maar hoe kun je acht millimeter betonijzer in de vloer gebruiken? Dat moet minstens veertien millimeter zijn. Zo drukken ze de kosten om meer te verdienen. Het is altijd hetzelfde liedje.”
De bouwsector, die onder president Erdogan is uitgegroeid tot de motor van de Turkse economie, ligt zwaar onder vuur. Turkije telt honderdduizenden aannemers, klein en groot. Iedereen wilde een graantje meepikken van de bouwhausse onder Erdogan. Dat kwam de kwaliteit van gebouwen niet altijd ten goede. Maar aannemers kwamen ermee weg omdat ze nauw zijn verweven met de politiek. Erdogan staat op goede voet met vijf grote bouwbedrijven, die door de oppositie de ‘bende van vijf’ worden genoemd. „Deze kwestie is niet verheven boven de politiek”, zei Kemal Kilicdaroglu, leider van de seculiere oppositiepartij CHP. „Erdogans politiek heeft ons hier gebracht.”
Amnestieregelingen
Veel aandacht gaat uit naar de amnestieregelingen voor illegale gebouwen die de regering enkele malen heeft geïntroduceerd, vaak in aanloop naar verkiezingen. Gebouwen die in één nacht waren neergezet door een van de miljoenen arbeidsmigranten die de laatste decennia arriveerden in de grote steden, of bestaande gebouwen die zonder vergunning zijn verhoogd, werden één klap goedgekeurd. De laatste keer was voorafgaand aan de lokale verkiezingen in 2019. „Met deze amnestie hebben we het probleem van 144.556 burgers in Kahramanmaras opgelost”, zei Erdogan in 2019 over de nu zwaar getroffen stad.
Ongeveer 10 miljoen mensen dienden destijds een aanvraag in voor de amnestie, waarvan er 1,8 miljoen werden toegekend. Dit leverde de regering veel geld op. Want eigenaren betalen voor de registratie van gebouwen, die onderworpen zijn aan verschillende belastingen. De amnestie leverde de schatkist 16,5 miljard lira aan onroerendgoedbelasting en registratierechten op. Mede hierdoor is ruim de helft van de Turkse gebouwen (13 miljoen) in strijd met de voorschriften volgens het ministerie van Milieu en Verstedelijking. Vooral de inwoners van de metropool Istanbul maken zich zorgen over de gevolgen van de verwachte grote aardbeving.
De voorzitters van de Kamers van Ingenieurs en Architecten waarschuwden destijds dat de amnestieregeling Turkse steden zou veranderen in kerkhoven. „Die amnestieregeling is een grote schande”, zegt de eigenaar van een bedrijf in Adana dat wordt ingehuurd om toezicht te houden op het bouwproces. Hij wil anoniem blijven vanwege de gevoeligheid van het onderwerp. Op sociale media worden de namen gedeeld van de aannemers die de ingestorte gebouwen hebben gebouwd, vaak gepaard met krachttermen en bedreigingen. „Omdat de regering geld nodig heeft, geeft ze al die illegale gebouwen amnestie, zonder onderzoek te doen. Het is misdadig.”
In 1999 vond er een zware aardbeving plaats bij de industriestad Izmit nabij Istanbul, waarbij 17.000 doden vielen. In de nasleep bleek dat veel bouwbedrijven het niet zo nauw namen met de kwaliteit van hun materiaal. Zo werd er vaak zeezand gemengd door het cement. Doordat dit organisch materiaal bevat zoals slib enschelpen, wordt het beton broos. Ruim 112.000 woningen stortten in 1999 in, en bijna 400.000 raakten zwaar beschadigd. Daarop introduceerde de regering nieuwe bouwvoorschriften. Zo werd het met de hand mengen van beton verboden. Maar de controle laat vaak te wensen over.
Inspectie geprivatiseerd
De inspectie werd rond dezelfde tijd geprivatiseerd. Voorheen werden gebouwen geïnspecteerd door ingenieurs van de gemeente. Nu door bedrijven. „Op papier zien het systeem er goed uit”, zegt de eigenaar van het inspectiebedrijf uit Adana. „Maar de toepassing is gecorrumpeerd. Die inspecties lenen zich voor vriendjespolitiek. Als een gebouw moet worden gesloopt om instortingsgevaar, beloven bouwbedrijven de bewoners vaak twee nieuwe appartementen. En omdat het bedrijf er ook nog aan wil verdienen, komen er nog een paar verdiepingen bij. Iedereen wil winst maken, dat is het probleem.”
Erdogans politiek heeft ons hier gebracht
Kemal Kilicdaroglu Turkse oppositie
Rönesans Rezidans is door de aardbeving uitgegroeid tot een berucht voorbeeld. Op papier voldeed het gebouw aan de voorschriften. „Het probleem beperkt zich niet tot de regering”, zegt Murat Agaoglu, een elektricien uit Adana die zijn 15-jarige neefje levend onder het puin vandaan haalde. Hij stierf later aan zijn verwondingen. „Mensen zijn oneerlijk. Ze geven nu de overheid de schuld. Maar Erdogan heeft de vergunning niet afgegeven. Dat deed de burgemeester, de zogenaamde beroemde architect van Antakya.”
Lees ook: Een ‘dansend’ gebouw is veiliger bij zware bevingen
Tegen de Turkse pers verdedigde de burgemeester de opgepakte aannemer van het Rönesans. Dat verbaasde lokale journalisten niet. Bouwvergunningen zouden vaak illegaal worden verstrekt. Bouwbedrijven worden geregeld voor de rechter gesleept voor het schenden van het bestemmingsplan, maar dat leidt meestal niet tot een straf. „De inspecteurs en de burgemeester moeten naar de gevangenis”, zegt Agaoglu. De burgemeester van het verderop gelegen Erzin laat zien hoe het wel moet. Het is een van de weinige stadjes in de provincie Hatay waar het meeste nog overeind staat. Agaoglu: „Waarom? Omdat de burgemeester illegale bouw niet tolereerde.”
Af en toe vinden de reddingswerkers een lijk onder het Rönesans, dat naar een aangrenzende olijfboomgaard wordt gedragen voor identificatie. Tussen de dringende familieleden klinkt ineens een indringend gekrijst. Een man loopt zwalkend weg, ondersteund door zijn broers. „Dit is een enorm tragische plek”, zegt een reddingswerker uit de badplaats Antalya, met een veiligheidshelm op zijn hoofd. „We hebben tot nu toe maar tweehonderd lijken geborgen. Laten we zeggen dat er nog 650 tot 700 mensen onder die drie gebouwen liggen. Het is onmogelijk om een hard cijfer te geven. Maar als er zoveel mensen dood zijn, waar zijn ze dan? We kunnen ze niet vinden.”